Het Kriegsverdienstwimpel werd ingesteld op 16 mei 1941 en kon worden toegekend aan kapiteins van schepen die, niet varend onder de Reichskriegsflagge, zich hadden onderscheiden voor uitmuntende verdienste tijdens oorlogshandelingen.
Het kon worden verleend voor een enkele specifieke actie of voor contact met de vijand waarbij het gehele schip en haar bemanning in actie diende te komen. De kapitein kon de vlag meenemen op elk schip onder zijn bevel. Op 15 april 1942 werden de verleningscriteria aangepast waardoor de vlag ook kon worden toegekend aan beroeps en reserve officieren van de marine en de koopvaardij en tevens aan buitenlandse officieren.