De "Ordre national du Travail" werd ingesteld op 1 april 1942 door de Franse maarschalk Pétain. Aanvankelijk zou de orde opgebouwd zijn in drie graden, Ridder (Chevalier), Officier en Commandeur. De toekenning diende opeenvolgend te gebeuren waarbij men eerst werd benoemd tot Ridder. Na 35 jaar kon men pas worden benoemd tot officier. Als criterium gold het hebben van minstens 10 jaar werkervaring, een bijzondere vakbekwaamheid, een uitmuntend sociaal besef of grote verdienste voor de bedrijfstak of de Franse natie. Bovendien moest men ten minste 35 jaar oud zijn.
De toekenning geschiedde door een raad, voorgezeten door de Staatssecretaris van Arbeid en bestaande uit twee arbeiders, twee kunstenaars, twee werkgevers, twee vakbondsbestuurders en vier andere leden.
Na de bevrijding werd door de tijdelijke regering onder Charles de Gaulle besloten om geen verleningen meerin deze orde toe te staan. Tot dan waren op de 1 mei feesten van 1943 en 1944 telkens 100 personen tot Ridder benoemd. Hiermee is de Ridder de enige onderscheiding in deze orde die is toegekend en is geproduceerd.
Het Kruis van de Orde van de Arbeid zoals deze werd toegekend aan de Ridders, hing aan een lint in de kleur blauw met twee rode strepen. Aan dit lint hing een kruis in de vorm van een blauwgeëmailleerd zilveren maltezer kruis. Hierop is een medaillon aangebracht met de afbeelding van Maarschalk Pétain omringd door de woorden "PHILIPPE PETAIN - MARECHAL DE FRANCE - CHEF DE L’ÉTAT" in witte letters op een blauwe band. Aan de andere zijde staan de woorden "ORDRE NATIONAL DU TRAVAIL". Boven het kruis is een zilveren lauwerkrans aangebracht.