Door de ontwikkelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond de behoefte aan aanvullende klassen voor het "(Allgemeines) Sturmabzeichen". Met ingang van 22 juni 1943 besloot Generalleutnant Rudolf Schmundt tot invoering van de volgende klassenindeling:
1. Stufe: Sturmabzeichen
2. Stufe: Sturmabzeichen mit Einsatzzahl 25
3. Stufe: Sturmabzeichen mit Einsatzzahl 50
4. Stufe: Sturmabzeichen mit Einsatzzahl 75
5. Stufe: Sturmabzeichen mit Einsatzzahl 100
De meetelling van het aantal inzetdagen kon vanaf 1 juli 1943 geschieden en op 2 juli 1943 werden de toekenningseisen bekend gemaakt in het "Heeresverordnungsblatt ". De verschillende klassen (Stufen) konden opeenvolgend na elkaar toegekend worden, echter mocht ten alle tijde alleen de hoogst verkregen klasse gedragen worden. Met deze wijzigingen werd eveneens bepaald dat de onderscheiding kon worden toegekend aan buitenlanders in dienst van de Wehrmacht en aan bondgenoten die samen met Wehrmacht eenheden streden.