TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Oorspronkelijke tekst

BESLUIT

van de Secretaris-Generaal van het Departement van Justitie betreffende het Brandweerwezen (Besluit Brandweerwezen 1943/120).

Op grond van par. 1 der Veordening Nr. 23/1940 en in overeenstemming met par, 2 en 3 der Verordening Nr. 3/1940 van de Rijkscommissaris voor het Bezette Nederlandse Gebied, wordt bepaald:

AFDELING I

Algemene bepaling.
Artikel 1.

De bescherming van de gemeenschap tegen brandgevaar (brandweerwezen) is de taak der politie. Deze wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van de Verordenig Organisatie Politie en de voorschriften van dit Besluit.

AFDELING II.

Brandweerpolitie-instanties. Artikel 2.

1) Hoogste Brandweerpolitie-instantie is de ten aanzien van politie-aangelegenheden bevoegde Secretaris-Generaal (nader Secretaris-Generaal genoemd).

2) Onder de Secretaris Generaal berust de uniforme leiding van en het toe- zicht op het Brandweerwezen bij de Directeur-Generaal van politie.

3) Middelbare Brandweerpolitie-instanties zijn de gewestelijke Politie-Presidenten,

4) Lagere Brandweerpolitie-instanties zijn in gemeenten met Staatspolitie-instanties de Staats-politie-gezagsdragers, in gemeenten zonder Staats-politie-instanties de burgemeesters in hun hoedanigheid van politie-gezagsdrager.

Artikel 3.

1) In gemeenten met Staats-politie-instanties wordt de taak van het Brandweerwezen waargenomen door de Staats-Brandweerpolitie onder leiding van de Staatspolitie-gezagsdragers.

2) De tot dusver in deze gemeenten beestaande beroepsbrandweren worden in de Staats-Brandweerpolitie opgenomen.

3) De artikelen 18 t/m 20 der Verordening Organisatie Politie zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4.

1) De Secretaris-Generaal wijst de gemeenten aan, waarin voor de taak van het Brandweerwezen een gemeentelijke Brandweerpolitie wordt opgericht. Deze staat onder de Burgemeester in zijn hoedanigheid van Pollite-gezagsdrager.

2) in zover in de door de Secretaris-Generaal overeenkomstig het vorige lid aangewezen gemeenten heroeps-brandweren aanwezig zijn, worden deze in de gemeentelijke Brandweerpolitie opgenomen.

Artikel 5.

In gemeenten zonder Staats- of Gemeentelijke Brandweerpolitie bedient de Burgemeester in zijn hoedanigheid van politie-gezagsdrager zich bij de uitvoering van de taak van het Brandweerwezen van de vrijwillige brandweren, plichtbrandweren en aangewezen brandweren. Deze brandweren zijn technische hulporganen der Politie.

Artikel 6. Voor de buiten het gebied van een gemeente te verrichten bestrijding van brandgevaar, worden afdelingen der Staats-Brandweerpolitie opgericht. Deze staan rechtstreeks onder de Directeur-Generaal van Politie.

AFDELING III. Taak der Brandweerpolitie-instanties

Artikel 7.

1) De Directeur-Generaal van Politie neemt alle maatregelen om te bewerkstelligen, dat aan brandgevaar en andere rampen tijdig en krachtig het hoofd kan worden geboden. Hij zorgt verder voor de vervulling van de taak, die wordt gesteld aan de Brandweerpolitie en aan de Brandweren bij de uitvoering der luchtbescherming.

2) De Directeur-Generaal van Politie en de gewestelijke Politie-Presidenten kunnen binnen het kader van de in het eerste lid vermelde taak rechtstreeks maatregelen treffen en de leiding over het blussingspersoneel op zich nemen.

Artikel 8.

1) De lagere Brandweerpolitie-instanties zorgen bij de uitvoering van de hun opgedragen taak op het gebied van de Brandweerpolitie voor de aanwezigheid, de doeltreffende verdeling en de goede staat der brandblusmiddelen, alsmede voor hun onmiddellijke bruikbaarheid te allen tijde.

2) De lagere Brandweerpolitie-instanties verrichten op grond van een nader uit te vaardigen beschikking van de Secretaris-Generaal ook buiten het grondgebied van hun gemeente hulp bij de brandbestrijding.

Artikel 9.

1) In gemeenten met Staatspolitie-instanties behoort de aanschaffing en het onderhoud van de voor de Brandweerpolitie en de Brandweren benodigde voertuigen en blusmaterieel, alsmede van kleding, uitrusting, alarminrichtingen en kazernes, tot de taak van de Staat, in de overige gemeenten tot de taak van de gemeenten. Bij de bedrijfsbrandweren berust deze taak bij de leiding van het bedrijf. Voor de aanschaffing en de instandhouding van bluswater-voorzieningen zorgen in ieder geval de gemeenten voor zover deze installaties niet bij uitsluiting voor de brandbestrijding dienen.

2) De kosten, voortvloeiende uit het deelnemen van het personeel van de Brandweer-politie en van de brandweren aan cursussen over de techniek van de brandbestrijding, alsmede aan andere door de Directeur-Gneraal van Politie voorgeschreven cursussen, komen, wat betreft het personeel van de Staatsbrand- weerpolitie, ten laste van de Staat, wat betreft het personeel van de gemeentelijke brandweerpolitie, ten laste van de gemeente, en wat betreft het personeel van de bedrijfsbrandweren, ten laste van de leiding van het bedrijf.

3) Indien een gemeente de haar in het eerste en tweede lid opgedragen taak niet of niet naar behoren uitvoert, kan de Secretaris-Generaal in overeenstemming met de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken de vereiste maatregelen nemen, met dien verstande, dat deze maatregelen zullen worden geacht als door de burgemeester te zijn getroffen.

AFDELING IV. Personeel van brandweerpolitie en brandweren.

Artikel 10.

1) De Secretaris-Generaal benoemt, schorst en ontslaat ambtenaren van de Staatsbrandweerpolitie, voor zover hij deze bevoegdheden niet aan lagere instanties overdraagt.

2) De ambtenaren der gemeentelijke brandweerpolitie benoemt. schorst en ontslaat de burgemeester in zijn hoedanigheid van politiegezagsdrager. De Secretaris-Generaal kan deze bevoegdheid voor zich zelf of voor de gewestelijke politie-president voorbehouden dan wel de uitoefening daarvan van zijn toestemming of van die van de gewestelijke politie-president afhankelijk stellen.

Artikel 11

De Secretaris-Generaal kan ambtenaren van de Staatsbrandweerpolitie overplaatsen naar de gemeentelijke brandweerpolitie en ambtenaren van de gemeentelijke brandweerpolitie naar de Staatsbrandweerpolitie of naar de brandweerpolitie van een andere gemeente.

Artikel 12.

De ambtenaren van de brandweerpolitie hebben binnen het kader van de hun opgelegde taak de rechten en plichten van politie-ambtenaren. De Verordening Bezoldiging Politie 1943 is op hen van toepassing.

Aritkel 13.

1) De lagere brandweerpolitie-instanties hebben de bevoegdheid om, in gemeentedienst zijnde, lichamelijk geschikte personen tot dienstneming bij de vrij willige brandweer van hun gemeente te verplichten, tenzij deze verplichting voor de belanghebbende onredelijk zwaar zou zijn.

2) Degenen, aan wie een verplichting, als bedoeld in het vorig lid, is opgelegd, of die op grond van artikel 226 van de Gemeentewet tot het doen van persoonlijke diensten bij de brandweer zijn opgeroepen, kunnen binnen twee weeken [...]

Artikel 14

Aan het onbezoldigde personeel van de brandweer wordt de loonderving ten gevolge van bestrijding van brand en rampen, voor zover van hen redelijkerwijze niet kan worden gevergd, dat zij zonder vergoeding hulp verlenen, vergoed onder overeenkomstige toepassing van artikel 9. De Secretaris-Generaal treft in overeenstemming met de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenalndse Zaken een nadere regeling.

AFDELING V. Slotbepaling.

Artikel 15.

Artikel 209, letter a en c, en, voor zover het persoonlijke diensten bij de brandweer betreft, en artikel 227, tweede volzin, der Gemeentewet zijn niet van toepassing.

Artikel 16

De Secretaris-Generaal vaardigt, voor zover dit Besluit niet anders bepaalt, de ter uitvoering van dit Besluit noodzakelijke voorschriften uit, in het bijzonder betreffende de organisatie van het brandweerwezen in gemeenten, in inrichtingen voor het verkeer en in de industriebedrijven, met inbegrip van uniforme bepalingen over de preventieve brandbestrijding, de brandschouw en het vegen van schoorstenen.

Artikel 17.

Dit Besluit treedt in werking op 1 Januari 1944, met uitzondering van artikel 12, dat met terugwerkende kracht tot 1 Maart 1943 in werking treedt. Het wordt aangehaald als "Besluit Brandweerwezen 1943". Op hetzelfde tijdstip treedt het Besluit Brandweerwezen no. 57/1941, zoals gewijzigd bij Besluit no. 40/1942, buiten werking.

Apeldoorn, 21 December 1943.

De Secretaris-Generaal van
het Departement van Justitie,
w. g. SCHRIEKE,

Definitielijst

Rijkscommissaris
Titel van onder andere Arthur Seyss-Inquart, de hoogste vertegenwoordiger van het Duitse gezag tijdens de bezetting in Nederland.

Informatie

Geplaatst door:
Kaj Metz
Geplaatst op:
18-07-2024
Feedback?
Stuur het in!