TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Desnoods met wapens

Titel:Desnoods met wapens - Hannie Schaft, Truus en Freddie Oversteegen: het indrukwekkende verhaal van drie jonge vrouwen
Schrijver:Poldermans, S.
Uitgever:Boekerij
Uitgebracht:2013
Pagina's:400
ISBN:9789022598382
Omschrijving:

Hannie Schaft: haar naam is heel bekend. Dat er in het Haarlemse verzet nog twee jonge meisjes, Freddie en Truus Oversteegen, een pistool droegen en trokken, is veel minder bekend. De Haarlemse Sophie Poldermans heeft deze zussen voor het voetlicht willen halen. Of ze dat op een positieve manier doet, is echter zeer de vraag.

Poldermans heeft de zussen Truus en Freddie Oversteegen jarenlang goed gekend. Volgens haar hebben deze zusjes veel te weinig aandacht en erkenning gekregen voor hun rol in het verzet. Daarom schreef zij nu ‘Desnoods met wapens. Hannie Schaft, Truus en Freddie Oversteegen: het indrukwekkende verhaal van drie jonge vrouwen in het Nederlandse gewapende verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Dat Poldermans meer aandacht wil geven aan wat deze meisjes in de oorlog aan vragen, dilemma’s en acties onder ogen hebben gezien, is heel goed. Over Hannie Schaft verschenen al eerder publicaties. Haar levensverhaal met zo’n tragische afloop blijft treffend. Doordat twee van haar vriendinnen en medestudenten, Philine en Sonja, Joods zijn, ziet Hannie al vroeg in de oorlog hoe groot de impact van de anti-Joodse maatregelen is. Beide vriendinnen duiken onder bij de ouders van Hannie in Haarlem. Sonja probeert uiteindelijk te vluchten. Hannie ontvangt één prentenbriefkaart van haar en zal nooit te weten komen dat Sonja toch gepakt en vermoord wordt. Philine overleeft de oorlog wel. Dit geldt niet voor Hannie: op 17 april 1945, terwijl voor alle partijen duidelijk is dat de oorlog bijna ten einde is, wordt Hannie zonder aanwezigheid van enige getuigen gefusilleerd in de duinen. De Duitsers vonden dat zij teveel mensen had gedood om haar de oorlog te laten overleven, aldus Poldermans.

Schaft en de Oversteegens waren zeker niet de enige vrouwen in het verzet, zo benoemt Poldermans terecht. Het verzet had nooit kunnen functioneren zonder vrouwen die al die extra monden voedden in een tijd van schaarste, mensen herbergden in een tijd zonder huishoudelijke apparaten, illegale kranten bezorgden, de bezetters misleidden, de kinderen alleen opvoedden, het huishouden alleen runden zodat hun man weg kon. Toch waren er maar weinig vrouwen die gewapend verzet pleegden. Hannie Schaft was zo’n uitzondering, en ook Freddie en Truus Oversteegen uit hetzelfde Haarlem waren dit.

De zusjes Oversteegen waren afkomstig uit een CPN-nest. Hun moeder Trijnie besloot te scheiden van hun vader in een tijd dat dit zeer ongebruikelijk was. Al ver voor de oorlog was zij sterk betrokken bij de hulp aan vluchtelingen uit Duitsland: zo ving zij in haar kleine arbeidershuisje talloze vluchtelingen op die het onder het naziregime te gevaarlijk vonden. Freddie en Truus werden door een kennis van moeder Trijntje gevraagd om voor het verzet klussen te gaan doen. Poldermans beschrijft tot in detail hoe deze eerste vraag is gegaan: niet omdat ze over bronnen hierover beschikt, maar omdat ze de zussen zo goed heeft gekend en zo vaak heeft horen vertellen dat ze de vrijheid neemt om zelf verder gaten in te vullen. Teveel vrijheid, zo wordt in de loop van het boek steeds duidelijker. Er wordt een verhaal verteld, maar hoe waar dit is, wordt zelden onderbouwd. Sterker nog, uit de enkele noten blijkt vaak dat er grote twijfels zijn of de gebeurtenissen inderdaad op deze wijze zijn gebeurd. Het lijkt erop dat de zussen Oversteegen van Poldermans een grotere rol krijgen bij het gewapend verzet dan zij daadwerkelijk hebben gehad. Tegelijk beschrijft zij hun overige verzetsdaden slechts zijdelings. Ik zal deze visie onderbouwen met enkele voorbeelden.

Als eerste voorbeeld neem ik het verhaal over de Ten Booms. Deze bekende Haarlemse familie herbergde in hun woning boven hun horlogezaak in de Barteljorisstraat talloze Joden. Dat ging lang goed, maar op een fatale dag in februari 1944 kwam er een inval, waarbij de familie werd opgepakt. De oude Willem ten Boom en zijn dochters Corrie en Betsie werden naar de beruchte gevangenis in Scheveningen gebracht. Gelukkig waren de Joden die op dat moment bij hen aanwezig waren, op tijd in de schuilplaats achter Corries bed gevlucht. Poldermans beweert echter dat ook Freddie en Truus ten tijde van de inval in ‘de Béjé’ aanwezig zijn. Zij zouden zijn ontsnapt via een raam en in een naastgelegen pand op een stapel matrassen terecht zijn gekomen. Dit verhaal komt in geen enkel ander verslag over de inval in de Béjé terug. In een noot vermeldt Poldermans dat de directeur van het Corrie ten Boom Huis het ongeloofwaardig acht dat de zusjes aanwezig waren ten tijde van de overval. In het lopende verhaal wordt het echter als vaststaand feit gepresenteerd. Sterker nog: Poldermans vertelt dat het nichtje van Corrie samen met Joodse onderduikers terug was gegaan om horloges en waardevolle klokken in veiligheid te brengen. In één vaart door vertelt ze dat Corrie nog vlak voordat ze op transport gesteld werd, in de gevangenis gehoord had dat de horloges in veiligheid waren gebracht. Corrie heeft inderdaad een brief van haar zus gekregen, maar met een totaal andere boodschap. Onder de postzegel had Nollie geschreven: "alle horloges uit je kast zijn veilig". Corrie ten Boom beschrijft de betekenis van deze boodschap zelf als volgt: "Veilig: dus waren Eusie en Henk en Maria (de Joodse onderduikers) veilig uit de geheime kamer gekomen. Ze waren ontsnapt!". Poldermans lijkt deze betekenis van het woord ‘horloge’ totaal te ontgaan, ook al beschrijft Corrie dit exact zo in haar memoires.

Een ander voorbeeld is de moord op de SD-er Fake Krist op 25 oktober 1944. Poldermans beschrijft uitgebreid hoe Truus en Hannie deze liquidatie voorbereiden en hoe ze op pad gaan. Enkele tellen voordat zij het fatale schot plaatsen, schiet daar ‘opeens’ een ander. Krist zakt ineen en Hannie en Truus maken dat zij uit de voeten komen, aldus Poldermans. Weer is alleen in een noot te vinden dat sterk wordt betwijfeld of de jonge vrouwen er überhaupt zijn geweest, laat staan dat ze de liquidatie bijna zelf zouden hebben voltrokken.

Nog een laatste voorbeeld: Truus loopt langs een huis en hoort verschrikkelijk gehuil. Ze gaat naar binnen en ziet een SS’er die en Joodse baby aan de enkel tegen de muur slingert. Zijn familieleden kijken ontzet toe. Truus aarzelt niet, pakt haar pistool en schiet de SS’er ter plekke dood. Hoe ze zijn lijk verstopt en de Joodse familie verder opvangt, wordt niet verteld. Ook ontbreekt bij dit verhaal de naam van de SS-officier en de datum – terwijl even spitten in het archief dit zo zou moeten opleveren. Represaillemaatregelen worden niet genoemd, terwijl die naarmate de oorlog vordert steeds steviger worden. Daardoor klinkt ook dit verhaal totaal ongeloofwaardig.

Buiten kijf staat dat deze zussen op jonge leeftijd grote risico’s hebben doorstaan. Ze riskeerden met het wegbrengen van Joodse kinderen, het verspreiden van illegale kranten en hun betrokkenheid bij liquidaties talloze malen hun jonge leven en verdienen daarom aandacht en erkenning. In april 2014 reikte premier Rutte aan beide nog in leven zijnde dames het mobilisatiekruis uit. "Het is boven elke twijfel verheven dat ook u beiden blijk hebt gegeven van bijzondere moed", zo zei hij bij die gelegenheid terecht. Het beeld wat na het lezen van ‘Desnoods met wapens’ blijft hangen, is dat van meisjes die koste wat het kost wilden schieten, zonder diep door te vragen naar het waarom, ook als alles zeer amateuristisch eraan toe ging. Poldermans beschrijft talloze verhalen van ketsende pistolen, rondslingerende munitie (nog in 1944!) en het voor de grap op elkaar oefenen terwijl een wapen toch geladen blijkt, waardoor je geen hoge dunk van het verzet krijgt. De mentale toestand van Hannie wordt daarbij steeds zorgwekkender. Poldermans noemt het wel, maar wil vooral in soms grove woorden het avontuur beschrijven, de drang om te doden, zonder te analyseren waartoe én of dit echt te rechtvaardigen was. Uiteindelijk neemt men, omdat er zoveel drang is tot actie, het heft in eigen handen en wordt er zelfs een verzetsman gedood. Ook daarover ontbreekt echte reflectie. Het lijkt er echter op dat voor Poldermans vooral de rol bij liquidaties telt en ze deze rol sterk wil vergroten. Daarmee heeft ze deze zussen geen dienst bewezen.

Beoordeling: Redelijk

Informatie

Artikel door:
Betsy Biemond-Boer
Geplaatst op:
16-05-2023
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen