Japanse Onderzeebootjager Cha 114 (1943)

De in 1944 in dienst gestelde Japanse onderzeebootjager Cha 114 was een voor de Nederlandse marine in aanbouw zijnde patrouillevaartuig, dat door de Japanse marine werd afgebouwd. Op 14 februari 1945 werd het schip door de Amerikaanse onderzeeboot USS Hawkbill dusdanig beschadigd dat het niet meer kon worden ingezet. Het schip werd na de oorlog beschadigd teruggevonden in Soerabaja.

De kiel voor de Cha 114 werd waarschijnlijk in 1942 gelegd te Soerabaja. Hoewel voordat Japanse troepen te Soerabaja aankwamen, het in aanbouw zijnde schip door werfpersoneel werd vernietigd, kon het door het Japanse No. 102 Marine Constructie en Reparatie Departement worden afgebouwd. De Keizerlijke Japanse marine bouwde het schip af als onderzeebootjager. Op 30 november 1943 kon het schip te water worden gelaten en op 23 juni 1944 worden afgeleverd.^[1]

Over de inzet van het schip is nagenoeg niets bekend. Voor zover bekend heeft het schip alleen geopereerd rond de Indische archipel, waar het voornamelijk als escorteschip werd ingezet. Op 14 februari 1945 werd de Cha 114 ernstig beschadigd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Hawkbill (SS-366). De Japanse marine wist het schip drijvende te houden en voor reparatie naar Soerabaja te slepen. Daar werd het nog steeds niet gerepareerde schip in augustus 1945 teruggevonden. Wat verder met het schip gebeurde is onbekend.^[2][3]

Noten

1. Gogin, 2021, pag. 161
2. Gogin, 2021, pag. 161
3. Japanese Naval and Merchant Shipping Losses, 1947, pag. 22