Het in 1919 te Kobe gebouwde koopvaardijschip s.s. Hankow Maru diende van 1937 tot in 1938 en vanaf 1941 als troepentransportschip bij het Japanse leger. Het schip nam deel aan de 2e Chinees-Japanse oorlog en nam tijdens de Tweede Wereldoorlog deel aan de strijd rond de Filippijnen, Nederlands-Indië, de Solomon eilanden en Nieuw-Guinea. Tijdens deze laatste operatie werd het schip door Amerikaanse bommenwerpers tot zinken gebracht te Wewak.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Kawasaki Senkyo
Kabushiki Kaisha (Kawasaki Droogdok Maatschappij) Kobe |
3 maart 1919 |
15 mei 1919 |
1 augustus 1919 |
2 september 1943 (luchtbombardement) |
Bouwnummer : 416 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1 augustus 1919 |
juli 1937 |
s.s. Hankow Maru,
Kawasaki Kisen Kaisha Ltd. (K-Line) |
||
juli 1937 |
1938 |
s.s. Hankow Maru,
Troepentransportschip Keizerlijk Japanse Leger |
||
1938 |
14 januari 1941 |
s.s. Hankow Maru,
Yamashita Steamship Co., Kobe |
||
14 januari 1941 |
2 september 1943 |
s.s. Hankow Maru,
Troepentransportschip No. 30, Keizerlijk Japanse Leger |
De kiel voor het koopvaardijschip s.s. Hankow Maru werd op 3 maart 1919 gelegd aan de droogdokmaatschappij Kawasaki te Kobe. Op 15 mei 1919 werd het schip te water gelaten en op 1 augustus 1919 afgeleverd aan de Kawasaki Kisen Kaisha Ltd. (K-Line). De Hankow Maru was een 4.105 ton metend vrachtschip met een lengte van an 105,16 meter bij een breedte van 14,63 meter en een diepgang van 9,14 meter. De schepen werden voortgestuwd door een Triple Expansion stoommachine welke een enkele schacht aandreef, waarmee een snelheid van 11 knopen (20,37 km/u) kon worden bereikt. Het was een schip uit de zogenaamde Shanghai Maru-klasse (1919).[1]
De K-Line zette het schip in op de routes tussen Londen/Gibraltar en New York. Hierbij bereikte het schip op 4 november 1920 voor het eerst Ellis Island in New York. Eind jaren 1920 werd het schip echter ook in het Verre Oosten ingezet. In juli 1937 werd de Hankow Maru gecharterd door het Dai-Nippon Teikoku Rikugun (Keizerlijke Japanse Leger) en ingezet in de 2e Chinees-Japanse oorlog. Op 2 augustus 1937 bereikte het schip Pusan in Korea om Japanse troepen in te laden voor inzet in China. Het schip maakte diverse tochten van en naar verschillende locaties langs de Chinese kusten om troepen over te zetten. Eind 1938 werd de Hankow Maru weer terug gegeven aan de K-Line om vervolgens te worden verkocht aan de Yamashita Steamship Co. in Kobe.
Op 14 januari 1941 werd de Hankow Maru gevorderd door het Dai-Nippon Teikoku Rikugun (Keizerlijke Japanse Leger) en als s.s. Hankow Maru, Troepentransportschip No. 30 in gebruik genomen. In deze hoedanigheid nam het schip vanaf 16 december 1941 deel aan de invasie van de Filippijnen en met name de landingen bij Davao waarbij het ingedeeld werd in de 3e Subdivisie. Vanaf 6 januari 1942 volgde inzet ten behoeve van de invasie van Tarakan, een eiland bij de kust van Nederlands-Borneo. Hierbij was het schip ingedeeld in de 1e Subdivisie en begon vanaf 10 januari 1942 troepen te lossen bij de kust van Tarakan. Op 21 januari 1942 vertrok het schip weer vanuit Tarakan voor de invasie bij Balikpapan, Nederlands-Borneo. Op 22 december 1942 vertrok de Hankow Maru vanuit Osaka met een konvooi voor Yokosuka om vervolgens door te varen naar Tokio, waar het op 25 december aankwam.[2][3]De Hankow Maru verliet op 17 maart 1943 in een konvooi de haven Saeki met troepen voor Palau, waar het op 26 april 1943 weer vertrok richting Hollandia. Vanaf 18 mei 1943 werd in konvooi van Hollandia naar Palau gevaren om op 20 juli Palau weer te verlaten. Op 25 juli werd Hansa Bay in Nieuw Guinea bereikt en op 31 juli kwam het schip weer aan in Palau. Op 20 augustus 1943 vertrok het schip uit Palau in een konvooi voor Wewak maar wordt weer teruggeroepen naar Palau vanwege luchtaanvallen bij Wewak. Op 28 augustus werd een nieuwe poging ondernomen om Wewak te bereiken. Op 2 september 1943 om 00.45 uur liet de Hankow Maru bij Wewak, Nieuw Guinea haar anker vallen. Diezelfde dag wordt Wewak aangevallen door circa 30 Amerikaanse North American B-25 bommenwerpers van de 38th Bombardment Group, geëscorteerd door Lockheed P-38 jachtvliegtuigen van de 8th Fighter Group, 80th Fighter Squadron. De Hankow Maru werd hierbij geraakt en zonk. Bij de aanval werden twee Japanse schepen tot zinken gebracht en raakten twee andere beschadigd.[4][5][6]
De s.s. Hankow Maru (1919) mag niet worden verward met de s.s. Hankow Maru, een kustvaarder van 2.995 BRT, die op 9 oktober 1943 bij Oga tot zinken werd gebracht door de Amerikaanse onderzeeboot USS Wahoo (SS-238).
Naam: | s.s. Hankow Maru |
Callsign/Registratie: |
JNND / 25454 |
Bouwer: |
Kawasaki Droogdok
Maatschappij, Kobe |
Bouwnummer: |
416 |
Type/Klasse: |
Koopvaardijschip-Troepentransportschip
/ Shanghai Maru-klasse (1919) |
Waterverplaatsing: |
4.105 BRT Standaard |
Lengte: |
105,16 meter |
Breedte: |
14,63 meter |
Diepgang: |
9,14 meter |
Aandrijving: |
1 drie cilinder "Triple
Expansion" stoomturbine 2 boilers 356 nhp (? kW) 1 schacht |
Snelheid: |
14 knopen (25,9 km/u) |
Bereik: |
? km bij ? knopen (? km/h) |
Bewapening: |
? |
Bemanning |
? |