TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Prikkeldraad en bamboesperen

Titel:Prikkeldraad en bamboesperen - Ooggetuigen van oorlog en dekolonisatie in Indonesië
Schrijver:Adler, B.
Uitgever:Walburg Pers
Uitgebracht:2020
Pagina's:428
ISBN:9789462495500
Omschrijving:

Het boek bestaat uit zevenendertig bewerkte verhalen met herinneringen en ervaringen van geïnterviewde ooggetuigen met een bepaalde nationaliteit – door de schrijfster ‘ras’ genoemd – over oorlog en dekolonisatie in Indonesië en zeven hoofdstukken met achtergrondinformatie. De sociaal pedagoge, gezinstherapeut en journalist noemt de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië dus al Indonesië en spreekt dan ook over de Japanse bezetting van Indonesië van maart 1942 tot september 1945. Ze onderscheidt in Nederlands-Indië de volgende bevolkingsgroepen, nationaliteiten of ‘rassen’: Nederlanders, Duitsers, verschillende Indonesische bevolkingsgroepen, Indo-Europeanen (nakomelingen van Europese vaders en Indonesische moeders), Chinezen en Japanners.

De vier hoofdonderwerpen zijn het verband tussen nationaal historisch onderzoek (met documenten) en ‘geschiedenis van onderop’ (verslagen van ooggetuigen); relaties tussen belangen van de nationale elites en de machteloze anderen; bijdragen aan geschiedschrijving waarbij over nationale grenzen wordt gekeken en de macht van propaganda. Kernpunten zijn ‘prikkeldraad’ en ‘bamboesperen’. Prikkeldraad heeft betrekking op de internering in kampen van 8000 (veel Hitlergezinde) Duitse staatsburgers door de Nederlandse koloniale overheid van mei 1940 tot maart 1942 en hun bevrijding door de Japanners en van maart 1942 tot september 1945 internering in kampen van Nederlandse staatsburgers door de Japanners. Bamboesperen gebruikten Javaanse vrijheids- of onafhankelijkheidsstrijders tegen Nederlanders en Japanners of met Japanners tegen Britten en Amerikanen. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Indonesië door Soekarno op 17 augustus 1945 volgden nog vier jaren strijd tot december 1949, waarin Nederland twee politionele acties uitvoerde die door nationalisten worden gezien als een ‘bloedige oorlog’ en uiteindelijk onder Amerikaanse druk de onafhankelijkheid van een vrij Indonesië erkent.

De Duitse schrijfster heeft veel Duitsers geïnterviewd, onder wie een Duitse Javaan die beweert dat de Nederlanders ‘onbeschrijflijk racistisch’ waren, maar daarmee ‘nationalistisch’ bedoelt. Voorts vrijheids- of onafhankelijkheidsstrijders die geleden hebben onder de Nederlanders en de Japanners; een Javaanse edelman die betrokken was bij het Nederlandse en Japanse bestuur; een verdediger van het Nederlandse koloniale systeem, een Javaans ‘troostmeisje’, een Japanse kampcommandant en een Japanse bevoorradingsofficier, enz.

Het boek bevat helaas ook een aantal historische en taalkundige onzorgvuldigheden. Een Hollands meisje moet natuurlijk een Nederlands meisje zijn en Hollanders Nederlanders; ‘vanaf’ sinds; ‘daarvan’ van hen; ‘meisje waarmee’ met wie; ‘het gebeuren’ is onduidelijk en twee broers die geen van ‘beide’ kinderen hadden, beiden. Vele malen wordt gesproken over de inval van het Duitse leger in Nederland op 10 mei 1940. Bedoeld is natuurlijk de Wehrmacht. Niet Nederland, maar het Nederlandse leger capituleerde op 15 mei 1940, de troepen in Zeeland uitgezonderd. Japan capituleerde niet op 8 of 15 augustus 1945, maar kondigde op 15 augustus de capitulatie aan en ondertekende het ‘Instrument of Surrender’ op 2 september 1945 aan boord van het Amerikaanse slagschip USS Missouri in de baai van Tokio. Die capitulatie betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog. Uiteraard was ‘Indonesië’ niet aanwezig bij de conferentie van Potsdam van 17 juli tot 2 augustus 1945 van de Grote Drie: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Unie van Socialistische Sovjet Republieken. Kennelijk zijn deze zaken voor de schrijfster van groot belang. Ze komen in veel interviews aan de orde.

De schrijfster hanteert een bijzondere werkwijze. Ze is voor het afnemen van interviews naar Nederland, Indonesië, Japan, Spanje en Duitsland gegaan, vaak met een tolk. Ze gebruikt niet voornamelijk schriftelijke bronnen en literatuur, maar die interviews aangevuld met literatuur. Die geven een uitgebreide documentatie van verschillende herinneringen en ervaringen van mensen van diverse bevolkingsgroepen in de betreffende periode. Ze trekt geen conclusies en geeft geen samenvatting, maar laat veel, mijn inziens te veel aan de lezer over. Een historicus gebruikt voor zijn tekst bronnen en literatuur, een probleem- of vraagstelling, let bij de vormgeving op de lezer en neemt illustraties op ter verduidelijking van zijn betoog. De bronnen voor de schrijfster zijn de resultaten van de interviews met ooggetuigen die ze bewerkt weergeeft. Die gebruikt ze niet voor haar tekst, maar vormen haar tekst. Ze laat aan de lezer over wat die ermee doet. Zo kunnen ze Nederland als koloniale mogendheid positief, onverschillig of vijandig bejegenen evenals de Japanse bezetter of de Indonesische vrijheidsstrijders. Onduidelijk blijft of een persoon exemplarisch is voor zijn of haar groep. Wellicht had een soort samenvatting niet misstaan, bijvoorbeeld van de standpunten van personen die om bepaalde redenen onverschillig, positief of negatief staan ten opzichte van Nederland als koloniale mogendheid, de Japanners en de vrijheidsstrijders. ‘Prikkeldraad en bamboesperen’ biedt interessante indrukken van een periode uit de geschiedenis, maar voor een goed begrip van de juiste historische context is andere literatuur geschikter.

Het boek bevat een uitgebreide bibliografie, woordenlijst, chronologie en noten. Helaas ontbreken een register en illustraties, waaronder een kaart van Indonesië en afbeeldingen van het Indonesische landschap, ter verduidelijking van de verslagen van ooggetuigen.

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
dr. Jan Brouwer
Geplaatst op:
05-09-2021
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen