Amerikaanse U.S. Army Service Forces

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestond het U.S. Army uit drie autonome componenten, De U.S. Army Ground Forces, de U.S. Army Air Forces en de U.S. Army Service Forces. Deze Army Service Forces werd een verzameling eenheden die niet onder de noemer van de Army Ground Forces of de Army Air Forces konden worden geschaard. Zo viel onder de Army Service Forces alle logistieke ondersteuning, transport en medische ondersteuning van de U.S. Army. De U.S. Army Service Forces zou deze taken blijven uitvoeren tot het op 11 juni 1946 werd opgeheven. Haar taken werden voornamelijk overgenomen door het War Department General Staff.

De wekelijkse Staff Conference bij de US Services of Supply, juni1942 Bron: Millet, The Organization and Role of the Army Service Forces, p. 375

Op 28 februari 1942 werd de U.S. Army Services of Supply ingesteld volgens Executive Order Nr. 9082, "Reorganizing the Army and the War Department" en de War Department Circular No. 59 van 2 maart 1942. Omdat U.S. Army Chief of Staff General George Marshall en zijn staf niet meer dan drie functionele organisaties onder haar bevel wilde hebben, werden alle eenheden die niet onder de vlag van de U.S. Army Ground Forces of onder de vlag van de U.S. Army Air Forces konden worden geschaard, geplaatst onder de vlag van het nieuwe U.S. Army Services of Supply. Door de grote diversiteit in eenheden werd op 12 maart 1943, besloten deze Services of Supply om te noemen tot U.S. Army Service Forces. Onder bevel van General Brehon B. Somervell werd een groot aantal componenten van leger, War Department General Staff, de Office van de Under Secretary of War, de acht administratieve bureaus van het leger, de negen corps administratieve regio's en de zes bevoorradings- en ondersteunende elementen. deze laatste werden aangeduid als de zes Technical Services.^[1]

Het ontstaan van de Services of Supply was een direct gevolg van de reorganisatie die bij het War Department werd doorgevoerd. Deze reorganisatie was eind 1941 aangekondigd en werd vanaf 2 maart 1942 volledig uitgevoerd. Tot die tijd was het geheel van reorganisatie, training en mobilisatie het takenpakket geweest van de Assistant Chief of Staff (G-4) binnen het War Department. Brigadier General Brehon B. Somervell was daar op 25 november 1941 aangesteld als de G-4. Het was Somervell die de opdracht kreeg een nieuwe Supply organisatie op te zetten binnen de General Staff, terwijl op datzelfde moment binnen die General Staff discussie ontstond over de toekomstige vormgeving van de defensie organisatie. Pas in februari 1942 werd Somervell ingelicht over de reorganisatie die voor het War Department zelf was voorgenomen. Al snel kreeg hij de opdracht een organisatie te ontwerpen die aan de reorganisatie plannen kon voldoen.^[2]

Somervell ontwierp een organisatie waarbij hij accepteerde dat er binnen het U.S. Army al een organisatie rond bevoorrading bestond. Hier omheen werd een bevelstructuur ontworpen en de organisatie werd aangevuld met onderdelen die tot dat moment elders waren ondergebracht maar in zijn ogen cruciaal waren voor bevoorrading zoals transport. Alle plannen resulteerden in een Executive Order van President Roosevelt van 9 maart 1942, waarbij details waren aangedragen in de War Department Circular 59 van 2 maart 1942. Er zouden drie Commands worden vastgesteld onder bevel van de Chief of Staff en wel voor grondtroepen, luchttroepen en service.

De Commanding General, Army Air Force zou nagenoeg alle troepen onder het bevel krijgen welke tot dan toe vielen onder de Chief of the Army Air Forces en werd verantwoordelijk voor operaties, onderzoek en ontwikkelen van technieken en strategieën voor luchtoperaties. De Commanding General, Army Ground Forces. nam de verantwoordelijkheid op zich voor het organiseren en trainen van grondtroepen. De Commanding General, Army Services of Supply werd ingesteld om voor de land- en luchtstrijdkrachten de bevoorrading en huishoudelijke taken op zich te nemen zodat deze strijdkrachten zich met operationele zaken konden bezig houden. Daarnaast diende deze zich te richten op de administratieve zaken, budgetteringen, werving en verdeling van materieel en personeel. De hoofdtaak voor de Services of Supply, zoals de nieuwe organisatie werd genoemd, werd de verantwoordelijkheid voor bevoorrading en inkoop^[3].

In de nieuwe organisatie werd nagenoeg het geheel van het personeel van de Under Secretary of War ondergebracht die verantwoordelijk waren voor inkoop en industriële mobilisatie. Daarnaast ging alle personeel van de afdeling G-5 van de generale staf over, evenals de chefs van de zes bevoorradingsonderdelen en diensten die voorheen direct onder bevel van de stafchef vielen en wel het Quartermaster Corps, het Ordnance Department, het Corps of Engineers, het Medical Department, het Signal Corps, en de Chemical Warfare Service. Op 28 februari 1942 werd hieraan de Transportation Division toegevoegd, welke in april 1942 tot korps werd omgevormd als Transportation Corps. Diverse eenheden en onderdelen die tot dat moment elders waren ingedeeld werden op dat moment eveneens verplaatst naar deze technische diensten. Door al deze veranderingen werden de leidinggevende van deze technische diensten ondergeschikt aan de bevelhebber en staf van de Services of Supply en later de Service Forces. Ze hadden hierdoor niet langer direct toegang tot de Chief of Staff of de Secretary of War. De bevoorrading onderdelen van het Coast Artillery Corps werd overgeheveld naar het Ordnance Department.

Gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog zou deze organisatie blijven functioneren. Op 30 augustus 1945, kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, organiseerde General Marshall een commissie onder leiding van Lieutenant General Alexander M. Patch met als doel het onderzoeken van de structuur en het functioneren van het War Department. Al op 18 oktober kwam deze commissie met een aantal aanbevelingen met betrekking tot de Army Service Forces. De Technical Services zouden blijven bestaan en het Transportation Corps kreeg een permanente functie. Een Finance Department zou aan de Technical Services worden toegevoegd. Daarnaast zouden er zes Administrative Services komen, de Adjutant General's Department, de Judge Advocate General's Department, de Corps of Chaplains, de Office of the Provost Marshal General, en de Special Services Division. Deze zouden onder toezicht komen van de Personnel and Administration, bij het War Department General Staff. De Service Commands zouden worden opgeheven en hun taken worden overgeheveld aan de Armies. Het U.S. Army Service Force als zodanig zou kunnen worden opgeheven, waarbij alle functies werden overgeheveld naar het War Department General Staff. Op 13 mei 1946 tekende President Harry S. Truman de Executive Order 9722, waarmee de onttakeling van de U.S. Army Service Forces een feit werd. Middels War Department Circular 138 werd de U.S. Army Service Forces opgeheven, waarmee de nieuwe organisatie een feit was met ingang van 11 juni 1946.