Titel: | Niemand van ons zal terugkeren |
Schrijver: | Delbo, Charlotte |
Uitgever: | Meulenhoff |
Uitgebracht: | 2021 |
Pagina's: | 291 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789029094344 |
Omschrijving: |
Charlotte Delbo was een Franse verzetsstrijdster die op 2 maart 1942 door de Duitsers werd opgepakt. Haar man zat ook in het verzet. Hij werd tegelijk met zijn vrouw opgepakt, ter dood veroordeeld en op 23 mei 1942 gefusilleerd. Delbo daarentegen werd niet geëxecuteerd maar op 24 januari 1943 met 229 andere vrouwen, allen actief in het verzet, gedeporteerd naar Auschwitz. Je kunt je afvragen of haar deportatie, in plaats van een executie, een daad van grote wreedheid was of juist een uiting van onverschilligheid jegens of wellicht zelfs respect voor vrouwen. Hoe het ook zij, voor de meeste vrouwen van het transport van Delbo was Auschwitz een doodvonnis op termijn: slechts 49 van de 230 gedeporteerden overleefden het kamp. Delbo was één van hen. Ze verbleef een jaar in Auschwitz. Vervolgens werd ze naar Ravensbrück gedeporteerd en daar bleef ze tot aan de bevrijding. In 1946 schreef Delbo haar herinneringen aan Auschwitz op. Pas in 1965 publiceerde ze het boek, een trilogie, onder de titel ‘Auschwitz et après’. De eerste twee delen gaan over het vernietigingskamp Auschwitz, haar verblijf in Ravensbrück en de bevrijding. In het laatste deel gaat het vooral over de vraag wat er na Auschwitz nog resteert. Hoewel de trilogie zeker een Nederlandse vertaling verdiende, kwam het daar niet van. Tot onlangs dan, want Meulenhoff heeft alsnog de Nederlandse vertaling uitgebracht, maar helaas alleen van de eerste twee delen van ‘Auschwitz et Après’, namelijk ‘’Niemand van ons zal terugkeren’ en ‘Nutteloze kennis’. Je kunt je afvragen of het boek van Delbo vandaag de dag nog wat toevoegt aan de talloze boeken en egodocumenten die de afgelopen 75 jaar over Auschwitz en andere vernietigingskampen zijn verschenen. Buiten het feit dat er nooit genoeg geschreven kan worden over de grootste misdaad die de mensheid kent, voegt Delbo wel degelijk iets toe. De meerwaarde van haar boek ligt niet in het feitelijke relaas of gedetailleerde beschrijvingen, maar vooral in het feit dat ze een impressionistisch beeld construeert van een weerzinwekkende werkelijkheid. Dat doet ze met minimalistische zinnen zonder opsmuk en franje waardoor haar vertelstijl de schijn van eenvoud heeft. Kaal schrijven maar wel met grote zeggingskracht is natuurlijk uitermate complex. Wat de Nederlandse vertaling een extra waarde geeft is de inleiding van Arnon Grünberg. Hij geeft niet alleen een treffende karakteristiek van het werk van Delbo, hij legt ook uit waarom hij niet eerder aandacht aan Delbo besteedde en bovendien vergelijkt hij Delbo’s werk met dat van Primo Levi. Als je al van een verhaal kunt spreken, dan vertelt Delbo geen chronologisch en gedetailleerd verhaal vol feitelijkheden. Pas in deel 2 komt in een apart hoofdstukje de executie van haar man aan bod. Het zijn scenes of flarden daarvan, restanten van een ‘verbrand geheugen’. Ogenschijnlijk zijn het losse herinneringen en impressionistische verbeeldingen van de werkelijkheid zoals Delbo die waarnam en zich herinnerde. Ze pretendeert niet een objectieve werkelijkheid te beschrijven waarmee niet gezegd is dat ze fictie schrijft of dat haar herinneringen zijn losgezongen van de werkelijkheid. Integendeel, haar boek is een net zo aangrijpende als onthutsende beschrijving van leven en dood in Auschwitz. Ze zegt daar zelf ook iets over: "Nu weet ik niet meer zeker of wat ik geschreven heb waar is. Ik weet zeker dat het waarachtig is." Haar stijl, vooral in het eerste deel, ligt in het grensgebied tussen proza en poëzie waarbij ze regelmatig grenzen passeert. Haar proza is poëtisch en haar poëzie is prozaïsch. Ze geeft haar indrukken en ervaringen weer in korte, simpele zinnen ontdaan van alle franje maar wel met een enorme zeggingskracht. Ook de hoofdstuktitels zijn kort en veelzeggend. Enkele voorbeelden: De paspoppen, Het appel, Het adieu, Weiter, De tulp en De pop. De scenes die ze in deze hoofdstukken beschrijft zijn aangrijpend en zullen bij de meeste lezers nog lang nadreunen. Ze maakt veelvuldig gebruik van herhalingen. Niet in de zin dat ze zichzelf inhoudelijk herhaalt, maar vooral in identieke zinsconstructies gevolgd door een nieuw element. Ter illustratie. Als ze de herkomst van de gedeporteerden beschrijft, begint vrijwel elke zin met: "Je hebt degenen", gevolgd door een karakteristiek van slechts enkele woorden. "Je hebt degenen die uit Zagreb komen de vrouwen met een sjaaltje op het hoofd." Er staan ook verschillende poëtische uitingen in het boek die net als het proza simpel maar wel indringend zijn. Ook dan maakt ze veelvuldig gebruik van de kracht van herhaling. Zo maakt ze in een gedicht repeterend gebruik van de constructie "O jij die weet". Haar zinnen zijn dan als schoten uit een automatisch wapen en elke schot is raak. Het derde deel van ‘Auschwitz et après’ maakt geen deel uit van de uitgave van Meulenhoff. Als lezer van de aangrijpende en prachtige eerste twee delen, mag je hopen en verwachten dat Meulenhoff ook dat derde deel uitbrengt. Het boek van Delbo is uniek in zijn soort. Op grote afstand lijkt het op ‘Is dit een mens’ van Primo Levi. Hun aanpak en stijl – impressionistisch versus realistisch - zijn echter totaal verschillend. Het resultaat is gelijk: indrukwekkende en aangrijpende getuigenissen van leven en dood in Auschwitz. |
Beoordeling: | Uitstekend |