Fokker C.VIIIw (C-8w)

Na het mislukken van het ontwerp van de Fokker C.VIII voor de Luchtvaartafdeling, wijzigde Fokker het ontwerp tot een C.VIIIw drijvervliegtuig. De Marine Luchtvaartdienst (MLD) gebruikte dit toestel tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vijf toestellen ontkwamen in mei 1940 naar Engeland en werden daar spoedig gesloopt.

Fokker C.VIIIw, G-3 in de jaren 1930 Bron: Wilco Vermeer collection

In 1928 werd door de Luchtvaartdienst een specificatie opgesteld voor een driepersoons verkenningstoestel. Fokker ontwierp op basis van deze specificaties de Fokker C.VIII^[1].

Het prototype werd door de Luchtvaartdienst afgekeurd. Fokker maakte een herontwerp van dit toestel, waarmee het een drijvervliegtuig werd. Van deze Fokker C.VIIIw kocht de Marine Luchtvaartdienst (MLD) negen toestellen^[2].

De G-1 nabij Texel Bron: NIMH 2000-372-042

De Koninklijke Marine kocht voor haar Marine Luchtvaartdienst negen toestellen van dit type, de G-1 tot en met de G-9. De toestellen waren specifiek aangeschaft voor het testen en opleiden van het afwerpen van torpedo's. De aandrijving werd verzorgd door een Lorraine Dietrich 12 motor. De toestellen waren aanvankelijk bedoeld als fotoverkenners waarbij het derde bemanningslid als fotograaf optrad. Het drijvertoestel was iets groter dan haar prototype landvliegtuig en kreeg een andere motor, de Lorraine Dietrich 12E.^[3]

In mei 1940 waren alle toestellen nog in dienst bij de MLD Ze waren ingedeeld bij de 4e Groep Vliegtuigen (GVT4) op het marinevliegkamp De Mok bij Texel. Vijf toestellen^[4] wisten in die dagen Engeland te bereiken. Tijdens de mobilisatieperiode waren de toestellen verspreid over de Marinevliegkampen Veere, Schellingwoude, Westeinderplassen (3 toestellen), Alkmaardermeer en de Mok bij Texel. De G-7 en G-9 werden op 12 mei 1940 bij de Mok in brand geschoten door Duitse vliegtuigen. De G-8 werd op 12 mei 1940 vernield op het strand van Scheveningen en de G-4 verongelukte op 14 mei 1940 op de Westeinderplassen. Op 14 mei 1940 vertrokken de G-1, G-2, G-3, G-5 en G-6 vanuit Nederland naar Boulogne in Frankrijk om vervolgens door te vliegen naar Cherbourg en dan naar Brest. Op 22 mei 1940 werd de oversteek gemaakt naar Engeland, waar ze aankomen bij Calshot, Southampton. Doorvliegend eindigt de tocht op 30 mei 1940 op de Marinebasis Felixtown bij Harwich, waar de toestellen worden overgedragen aan de Britten. Hier werden ze echter niet meer ingezet en in 1941 waarschijnlijk allen gesloopt^[5].

De G-1 met constructienummer 5185 werd in januari 1931 afgeleverd voor de Koninklijke Marine. Daarvoor, tussen 18 november 1930 en 8 januari 1931 droeg dit toestel de particuliere registratie PH-AFQ en werd tentoongesteld op de Internationale Salon in Parijs. Het toestel wist in mei 1940 naar Engeland te ontsnappen en werd op 30 mei 1940 buiten dienst gesteld en later gesloopt.

De G-2 werd op 26 augustus 1930 afgeleverd en droeg constructienummer 5190. Dit toestel wist ook in mei 1940 naar Engeland te ontsnappen en werd eveneens op 30 mei 1940 buiten dienst gesteld en later gesloopt.

Met constructienummer 5191 werd de G-3 op 1 oktober 1930 in dienst gesteld. Gedurende de meidagen wist dit toestel vanuit Marinevliegkamp Veere te ontsnappen naar Engeland. Hier werd ook dit toestel op 30 mei 1940 uit dienst genomen en later gesloopt.

De G-4 droeg constructienummer 5192 en werd op 3 oktober 1930 afgeleverd. Op 14 mei 1940 verongelukte dit toestel op de Westeinderplas toen het naar Engeland trachtte te ontkomen.

De G-5 werd op 13 februari 1931 afgeleverd en droeg constructienummer 5193. Ook dit toestel wist vanuit Veere Engeland te bereiken. Hier werd het op 30 mei 1940 buiten dienste gesteld en later gesloopt.

Een ander toestel dat in de meidagen vanuit Veere naar Engeland wist te ontkomen was de G-6. Dit toestel was met constructienummer 5194 op 3 oktober 1930 afgeleverd. Het werd op 30 mei 1940 uit dienst genomen en later gesloopt.

De G-7, werd op 1 juli 1934 in dienst gesteld en op 12 mei 1940 op Marinevliegkamp de Mok in brand geschoten.

Ook de G-8 werd op 1 juli 1934 afgeleverd. Dit toestel werd op 12 mei 1940 op het strand van Scheveningen vernield.

De eveneens op 1 juli 1934 in dienst gestelde G-9 werd op 12 mei 1940 in brand geschoten op Marinevliegkamp de Mok.

Noten

1. Alting, 1988, pag. 31
2. Alting, 1988, pag. 31
3. Noppen, 2015, pag. 240
4. Alting, 1988, pag. 31
5. Alting, 1988, pag. 31