Het idee van een motor met rupsbanden stamde van vlak voor de Tweede Wereldoorlog. In juni 1939 werd het idee gepatenteerd door Heinrich Ernst Kniepkamp, omdat het Duitse Oorlogsministerie behoefte had aan een licht voertuig dat door het luchtlandingsleger kon worden ingezet om anti-tankkanonnen te trekken. De Luftwaffe had eerder geprobeerd om hun kanonnen te trekken met motoren met zijspan, maar het bleek dat die niet genoeg trekkracht hadden en in gevechten niet veilig genoeg waren om hun taak naar behoren uit te voeren. Het werden uiteindelijk de NSU Motorenwerke in Neckarsulm die de opdracht kregen zo'n voertuig te ontwikkelen. Hun oplossing was de Kettenkrad Modell HK 101. Hoewel het ontwerp meteen aangenomen werd, duurde het tot juni 1941 voordat de eerste Kettenkrads in gebruik werden genomen. In 1943 werd de productie uitgebreid naar de Stoewer Werke, dat samen met NSU en het Franse Simca, dat alleen reserveonderdelen fabriceerde, aan het eind van de oorlog 8345 Kettenkrads had geproduceerd. Na de oorlog zijn er bij NSU tot 1948 nog 550 Kettenkrads gemaakt.
Er zijn twee subtypes van de Kettenkrad geproduceerd, namelijk Sd.Kfz. 2/1 "kleines Kettenkraftrad für Feldfernkabel" en Sd.Kfz. 2/2 "kleines Kettenkraftrad für schwere Feldfernkabel", die respectievelijk voor het leggen van lichte en zware telefoonkabels gebruikt werden. Beide types werden gebruikt samen met aanhangwagens en hadden kabelspoelen gemonteerd achter de chauffeur. De Sd.Kfz. 2/1 gebruikte een kleine spoel die gelijk was aan die van de infanterie. De Sd.Kfz. 2/2 gebruikte echter veel grotere spoelen, waarvan er twee op een frame achter de chauffeur gemonteerd werden. In een speciale aanhanger, Sd.Anh. 1, werden ook nog extra spoelen geplaatst. Gedurende de oorlog zijn er verschillende aanhangers voor de Kettenkrad geproduceerd. De eerste was een prototype en heeft nooit een operationele status bereikt. De tweede, die het meest voorkwam, werd Sd.Anh. 1 Sonderanhänger (speciale aanhangwagen) genoemd en was de enige die speciaal voor de Kettenkrad werd geproduceerd. Hier waren twee versies van, Sd.Anh. 1/1 en .1/2, die respectievelijk voor de Sd.Kfz 2/1 en 2/2 gebruikt werden en waar extra kabelspoelen in zaten. De andere aanhangers die voor de Kettenkrad gebruikt werden konden ook voor andere lichte voertuigen, zoals de Kübelwagen en de Schwimmwagen gebruikt worden.
Technische specificaties
Het chassis van de Kettenkrad was geheel van metaal. De motor was een watergekoelde 4-cylinder OHV 1478 cc 36 pk benzinemotor die ook in de Opel Olympia gebruikt werd, die achterstevoren in het chassis was gemonteerd. Onder het zadel van de bestuurder zaten de koppeling en de versnellingsbak die het motorvermogen doorgaven aan de aandrijfwielen aan de voorkant. De versnellingsbak had drie versnellingen vooruit en één achteruit, en een extra versnellingsbak voor "Straße" en "Gelände" (on- en offroad). Hierdoor kwam het totaal aantal versnellingen op zes vooruit en twee achteruit, die de prestaties in het terrein nog meer verbeterden.
De radiateur was aan de achterkant van de motor geplaatst en de luchtinname gebeurde via een rooster achter de chauffeur. De brandstoftanks zaten aan beide kanten van de bestuurder aan de voorkant en hadden een totale capaciteit van 42 liter.
De Kettenkrad had uitstekende prestaties; een maximumsnelheid van ongeveer 70 tot 80 km/h op de weg en een een snelheid van ongeveer 45 km/h in het terrein, een trekkracht van 4,5 ton en een bereik van 260 km op de weg en 190 km in het terrein. Het stuursysteem was een verhaal apart. Hoewel de Kettenkrads geen voorwiel nodig hadden om te sturen (de handleiding adviseerde zelfs deze eraf te halen als er op ruig terrein werd gereden) werd hij toch gebruikt om de stabiliteit te vergroten en om lange bochten te maken. Als de bestuurder in een lange bocht het stuur omdraaide, gebruikte hij de stuurremmen niet, maar als er een korte bocht gemaakt moest worden, werd een van de twee stuurremmen door een systeem in het stuur afgeremd en draaide het voertuig met een korte bocht om zijn rupsband heen.
Specificaties van Sd.Kfz. 2 Kleines Kettenkraftrad
Producent | NSU Motorenwerke AG, Neckarsulm, Duitsland | |
Type | HK 101 | |
Militaire aanduiding | Sd.Kfz 2 Kleines Kettenkraftrad | |
Afmetingen | Lengte 3 meter Breedte 1 meter Hoogte 1,20 meter | |
Gewicht | Leeg gewicht 1235 kg. Max. belasting 325 kg. Max. gewicht 1560 kg, inclusief bemanning van 3 personen. 95 kg. hiervan wordt door het voorwiel gedragen. | |
Motorproducent | Opel | |
Type | 4-cylinder in lijn watergekoelde motor met kopkleppen Capaciteit 1478 cc | |
Bougies | Bosch W145T1 | |
Verbruik | 1:6,5 op de weg, 1:4,5 offroad | |
Productie | (Opgave productiecijfers verschilt tussen 8345 en 8411 stuks) | |
1940 | 142 | |
1941 | 419 | |
1942 | 967 | |
1943 | 2440 | |
1944 | 4155 | |
1945 | 288 | |
Totaal | 8411 |
Dit is de totale oorlogsproductie. Na de oorlog zijn er tot 1948 nog zo'n 550 Kettenkrads geproduceerd bij NSU, de meeste daarvan voor landbouwdoeleinden. Sommige zijn geëxporteerd naar de Verenigde Staten om gebruikt te worden in de bosbouw.