Titel: | Survivor - Junyo Maru & Pakan Baroe |
Schrijver: | Punt, W. & Meinders N. |
Uitgever: | White Elephant Publishing |
Uitgebracht: | 2018 |
Pagina's: | 175 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789079763238 |
Willem Punt (1921) voer op zijn vijftiende voor het eerst uit aan boord van een Nederlands koopvaardijschip. Zoals zovele jonge jongens uit IJmuiden deed hij dit om zijn familie te helpen onderhouden. Nadat de Tweede Wereldoorlog in Europa was uitgebroken, maakte hij enkele overtochten over de Atlantische Oceaan mee, waar Duitse onderzeeboten dood en verderf zaaiden. Enige tijd later kwam hij in Nederlands-Indië terecht. Nadat Nederland op 8 december 1941 de oorlog had verklaard aan Japan werd Willem tewerkgesteld bij de Koninklijke Marine en begin 1942 gevangen genomen. Vervolgens werd hij door de Japanse bezetter van de Nederlandse kolonie opgesloten in verschillende krijgsgevangenkampen.
Voor de aanleg van spoorlijnen en wegen in de door hen bezette landen en gebieden, hadden de Japanners arbeidskrachten nodig. In de loop van de oorlog werden hiervoor vooral zogenaamde romusha`s ingezet. Dit waren Aziatische mannen en jongens, koelies, afkomstig uit de bezette gebieden, die door de bezetter onder valse voorwendselen tot slaaf gemaakt waren. Vanaf 1944 hadden de Japanners nog meer dwangarbeiders nodig en daarom werden de krijgsgevangenen uit hun kampen gehaald en op transport gezet naar plekken waar de oorlogsinfrastructuur uitgebreid moest worden, zoals de aanleg van een spoorlijn op Sumatra.
Willem Punt kwam terecht op het transportschip Junyo Maru, samen met ruim 4.200 romusha`s en 2.200 Amerikaanse, Britse, Australische, maar vooral Nederlandse krijgsgevangenen. Dit soort transportschepen werden ‘hellships’ genoemd omdat de levensomstandigheden op de oude roestbakken onmenselijk waren. De toch al ondervoede en zwakke dwangarbeiders werden met geweld in de ruimen gestouwd, zonder eten, drinken of medische verzorging. Velen stierven nog voordat het schip zee koos richting Sumatra vanuit Tandjong Priok, de havenstad van Batavia, Java.
Behalve aan ontberingen aan boord, werden de gevangenen ook blootgesteld aan het risico dat hun hellship getorpedeerd zou kunnen worden door geallieerde onderzeeboten. Naar blijkt uit pas vrijgegeven oorlogsdocumenten, waren de geallieerde opperbevelhebbers, door het kraken van de Japanse codes, al vroeg in de oorlog op de hoogte van het feit dat de Japanners ongemarkeerde schepen inzetten voor gevangenentransporten. Ze waren zelfs meestal op de hoogte van de posities van de schepen en welke route ze zouden gaan nemen. Die informatie werd echter bewust niet gedeeld met de commandanten van de onderzeeboten, mede om niet uit te laten lekken dat die maritieme codes gekraakt waren. Bovendien werd het verlies van materieel door de Japanners en de ontwrichting van hun strategische goederenstroom belangrijker geacht dan het verlies van eigen manschappen, die werden gewoonweg opgeofferd.
Ook de Junyo Maru ontkwam door dit geallieerde standpunt niet aan torpedering. Twintig mijl uit de kust van Sumatra, op 18 september 1944, werd het schip aangevallen door de Britse onderzeeboot HMS Tradewind en getroffen door twee van de vier afgevuurde torpedo`s. Het schip zonk binnen twintig minuten. Van de 6.520 opvarenden van de Junyo Maru kwamen er 5.640 om het leven, waaronder vrijwel alle romusha`s, die niet konden zwemmen. De 680 overlevenden onder de krijgsgevangenen werden alsnog tewerkgesteld aan de Pakan Baroe-spoorlijn, die West- en Oost-Sumatra moest gaan verbinden. Bij de aanleg van deze spoorlijn kwamen 82.500 dwangarbeiders om door ondervoeding, uitputting, mishandeling en tropische ziekten. Willem Punt overleefde echter ook deze beproeving, samen met zo`n 100 andere overlevenden van de ramp met de Junyo Maru.
Willem Punt begon de verhalen over de Junyo Maru en de Pakan-Baroe-spoorlijn pas op latere leeftijd te vertellen. Dat deed hij omdat de herinneringen en de nachtmerries eerder nog te vers en te pijnlijk waren, maar vooral ook vanwege de reacties die hij kreeg als hij vertelde dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in Azië had gezeten. Veel Nederlanders dachten dat hij het daar in de tropische warmte gemakkelijk had gehad, terwijl zij hier de koude winters moesten doorstaan.
"Survivor" is mede geschreven door de aangetrouwde kleindochter van Willem Punt, Nicola Meinders. Hij had zijn verhaal al eens gedeeltelijk op laten schrijven en delen van zijn relaas zijn opgenomen in de boeken van auteur Henk Hovinga: "Eindstation Pakan Baroe 1943-1945" en "Dodenspoorweg door het oerwoud". Bovendien had hij in 2003 al meegewerkt aan een aflevering van het televisieprogramma Andere Tijden over de Junyo Maru (https://www.anderetijden.nl/aflevering/515/De-ondergang-van-de-Junyo-Maru). Toch zei hij tegen zijn kleindochter dat hij het jammer vond dat zijn verhaal niet compleet was. Hij wilde het graag in zijn geheel opgetekend hebben. Dat zou een realistisch beeld geven van wat hij had moeten doorstaan en niet alleen de hoogtepunten belichten. Hierop dicteerde hij het volledige verhaal, uit zijn hoofd, aan zijn kleindochter, die het met behulp van eerdere aantekeningen uitschreef. Hierbij bleek dat Willem, ondanks zijn 97 jaar nog over een uitstekend geheugen beschikte. Nicola Meinders heeft ervoor gezorgd dat de vertelwijze van Willem Punt in het boek intact bleef wat de authenticiteit van het werk zeer ten goede komt.
"Survivor" beschrijft feitelijk de ultieme zinloosheid van oorlog. De Britse commandant van HMS Tradewind wist tot tientallen jaren na zijn torpedering van de Junyo Maru niet eens dat het een hellship was en volgepakt zat met geallieerde dwangarbeiders. Voor hem was het schip gewoon een door de Japanners ingezet vrachtschip en hij deed wat zijn opperbevel hem opgedragen had. Na deze hel doorstaan te hebben, werd Willem Punt tewerkgesteld aan de bouw van een spoorlijn, die tienduizenden levens eiste, maar die nooit in gebruik werd genomen.
Gelukkig is het verhaal van Willem Punt niet zinloos. Het is zelfs heel belangrijk dat het eindelijk opgetekend is door misschien wel de laatste survivor van zowel de ondergang van de Junyo Maru als de aanleg van de Pakan Baroe-spoorlijn. Nicola Meinders drukt de hoop uit dat Opa Wim`s verhaal mensen helpt te begrijpen welke gruwelijkheden krijgsgevangenen en romusha`s moesten doorstaan. Tevens hoopt ze ook troost en steun te bieden aan families die in hun geschiedenis vergelijkbare tragedies hebben moeten meemaken.
"Survivor" is geen ontspannend boek om te lezen, daarvoor wordt er te veel menselijk lijden beschreven. Dat leed valt waarschijnlijk rauw op het dak van de lezer, want Willem Punt heeft geen blad voor zijn mond genomen. En dat is heel goed, want zo helpt het verhaal niet alleen mensen te begrijpen en troost en steun te bieden aan betrokkenen en families, maar zal het tevens veel lezers helpen relativeren en tot nadenken aanzetten.