TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Adolf Hitler - Zijn leven, zijn redevoeringen

Titel:Adolf Hitler - Zijn leven, zijn redevoeringen - eerste biografie uit 1923
Schrijver:Weber, T.
Uitgever:Verbum
Uitgebracht:2018
Pagina's:179
ISBN:9789493028111
Titel: Adolf Hitler - Zijn leven, zijn redevoeringen - eerste biografie uit 1923
Schrijver: Thomas Weber
Uitgever: Uitgeverij Verbum
Uitgebracht: 2018
Pagina's: 179
ISBN: 9789493028111
Omschrijving:

Thomas Weber (1974) is een Duitse historicus die als professor verbonden is aan de Universiteit van Aberdeen. Van zijn hand verschenen de laatste jaren ‘Adolf Hitler en de Eerste Wereldoorlog’ (2011) en ‘Hitlers Metamorfose’ (2016), waarmee hij zijn naam vestigde als dé expert over het vroege leven van de latere dictator. Ruwweg is dat de periode van zijn aankomst in München (1913), zijn tijd in het List-regiment gedurende de oorlogsjaren, de eerste naoorlogse jaren – nog steeds een van de meest duistere perioden in zijn leven, waarvan nog altijd onduidelijk is wat hij toen uitspookte en aan welke politieke kant hij toen stond – en zijn opkomst als leider van de nationaalsocialistische beweging, culminerend in de mislukte staatsgreep (1923), zijn proces (1924) en de verschijning van ‘Mein Kampf’ (1925). ‘The rest is history’, plegen de Britten dan te zeggen, maar zie… Weber komt met een nieuwe, spectaculaire ontdekking.

Recent verscheen een Nederlandse vertaling van ‘Adolf Hitler. Zijn leven, zijn redevoeringen’, dat in 1923 in München was uitgegeven, maar na de verschijning van Hitlers beroemde autobiografie in 1925 geheel naar de obscuriteit werd verdrongen. De auteur van de biografische schets en verzameling van de belangrijkste redevoeringen van Hitler in de periode van 22 april 1922 tot 12 september 1923 was de jonge aristocraat Adolf-Viktor von Koerber. Von Koerber was een blonde en blauwogige oorlogsheld uit een adellijke protestantse familie uit West-Pruisen, die zich als schrijver aangetrokken voelde tot een ‘modern conservatisme’, waarin de waarden van het ouderwetse conservatisme waarin hij was opgegroeid zich harmonieus zouden verenigen met de jonge idealen van het nationaalsocialisme. Hij had als een van de eersten in 1912 een opleiding tot gevechtspiloot gevolgd, nam nog voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ontslag uit militaire dienst om zich geheel aan het schrijverschap te wijden en lange reizen over het continent te maken. In de oorlog nam hij opnieuw dienst, vocht eerst mee aan het westelijk front en werd daarna hoofd van de persafdeling op het hoofdkwartier van de luchtmacht in Berlijn.

In 1917 nam hij vanwege gezondheidsredenen uit de krijgsmacht ontslag en vestigde zich eerst in zijn geboorteplaats Dresden. Een jaar later verhuisde hij naar München. Hij gedijde goed in de rechts-radicale kringen die daar sterk vertegenwoordigd waren. Zo hielp hij mee bij het neerslaan van enkele opgerichte Sovjetrepublieken, nam hij deel aan de mislukte Kapp-putsch en ging daarna in München op zoek naar propagandawerk voor een nationale partij die het antisemitisme als belangrijk strijdpunt had. Het was haast onvermijdelijk om uit te komen bij Hitler en de NSDAP; generaal Erich Ludendorff was degene die Von Koerber in contact bracht met de jonge politieke ster in de bruisende Beierse hoofdstad. Het boek verscheen in het najaar van 1923 in een oplage van maar liefst zeventigduizend exemplaren, maar had minder effect dan de hoofdpersoon van het boek had gedacht, wat ook wel aan hemzelf te wijten was. Op 8 november 1923, enkele weken na de verschijning, pleegden Hitler en aanhangers hun mislukte staatsgreep. Het boek waarin de gedachten van Hitler werden ontvouwd, werd direct verboden.

Weber laat in de bezorging bij het boek weten ervan overtuigd te zijn dat niet Von Koerber het boek schreef, maar dat het de eerste autobiografie van Hitler was. Aan de hand van dit boek schreef hij, toen hij in 1924 zijn straf uitzat in Landsberg am Lech, zijn officiële autobiografie. Het eerste boek zou slechts een soort vingeroefening zijn voor het echte, roemruchte werk uit 1925. Von Koerber zou zijn benaderd om slechts zijn naam aan het werk te verbinden. Een onverdacht iemand van onberispelijke komaf, een oorlogsheld bovendien, daarmee moest de indruk worden gewekt dat Hitler inmiddels een grote aanhang onder de traditionele conservatieve landgenoten had. Door het boek op iemand anders naam te zetten kon tegelijkertijd worden verhuld dat het één grote schaamteloze zelfpromotie was. Weber komt met allerlei argumenten om zijn stelling te onderbouwen, waaronder een onder ede afgelegde verklaring van de echtgenote van de oorspronkelijke uitgever, dat Von Koerber niet de auteur van het werk is. Diverse critici hebben erop gewezen dat Webers these niet onomstreden is en het boekje verder slechts een curiosum zou zijn. Voor het betwiste karakter van de stelling zijn goede argumenten aan te dragen, maar het gaat te ver het boek slechts te zien als een curiosum.

The New York Times en Die Welt berichtten al in 2016 over de kritiek op Webers claim. Door anderen werd opgemerkt dat hij zich te veel op een naoorlogse beëdigde verklaring zou baseren. Daarbij lag overigens de nadruk alleen op de vraag of er waarde aan een notarisverklaring moet worden toegekend in plaats van dat de criticus vragen stelde over het naoorlogse karakter ervan, wat mij een relevanter punt van kritiek lijkt. Verder wordt gesteld dat het mogelijke gebruik van het boek in 1925 door Hitler voor zijn ‘Mein Kampf’ helemaal niks zegt over het auteurschap. Gelukkig erkennen de meeste critici wel dat het voor historici een uiterst informatief boek is.

Weber komt via zijn uitgever met een behoorlijke verdediging op Nederlandse critici, waarin hij onder meer stelt dat hij nimmer heeft gerept over sensationele onthullingen, dat hij aanvankelijk ook scepsis had over een mogelijk auteurschap van Hitler, dat hij altijd heeft aangegeven ‘bijna zeker’ te zijn dat Hitler de eigenlijke auteur zou zijn, dat de New York Times en Die Welt zijn claim ondersteunen, dat een echtgenote van de uitgever geen reden heeft valse verklaringen af te leggen, dat het onzinnig is vraagtekens te zetten bij de betrouwbaarheid van beëdigde verklaringen en dat het boek ‘een politiek-opportunistische en semifictieve versie van Hitlers leven biedt die zich zodanig in het collectieve geheugen heeft vastgezet dat wij nog altijd in de ban zijn van Hitlers leugens en daardoor blind zijn voor politieke waarschuwingssignalen die ons op nieuwe Hitlers kunnen wijzen’. Het boek zou lessen voor het huidige politieke landschap bevatten, namelijk omdat het, in een tijd die opnieuw hunkert naar sterke mannen, laat zien hoe demagogen de verwachtingen van het volk uitbuiten om voor zichzelf een positie te verwerven, politieke macht te verwerven, en uiteindelijk louter ellende te bekokstoven. De integrale tekst van Weber is terug te lezen op de website van de uitgever.

Hoewel ikzelf niet 100% overtuigd ben van Webers claim, ben ik geneigd hem het voordeel van de twijfel te geven. Waarbij meespeelt dat ik beide voorgaande publicaties over Hitlers jonge jaren dermate indrukwekkend vond, dat de expertise en integriteit van Weber voorrang krijgen. Maar het maakt eigenlijk niets uit of Hitler nu alles zelf heeft geschreven of dat het (merendeel van het werk) geproduceerd werd door Von Koerber. Belangrijk is te weten dat het minimaal een geheel door Hitler geautoriseerde publicatie was, die een haarscherp beeld van het zelfbeeld van Hitler in de periode vlak voor de staatsgreep geeft. Het laat goed zien dat Hitler zich er steeds van bewuster van werd dat, wilde hij ooit echt doorbreken als politicus, hij moest zorgen dat hij niet langer een onzichtbaar persoon was en dat hij een ander imago kreeg. In het latere ‘Mein Kampf’ stelt Hitler zich tamelijk bescheiden op; hij was slechts de ‘trommelaar’ zonder echte grote politieke ambities.

In de redevoeringen die nu worden gepubliceerd komt hij naar voren als ‘de leider van de radicaal eerlijkste nationaalsocialistische beweging’ of ‘als de architect die de machtige Duitse kathedraal bouwt’. Hij roept zijn toehoorders op alle macht in handen te geven aan hem, ‘de man die klaarstaat en voorbereid is om de Duitse vrijheidsstrijd aan te voeren’. Hij noemt zich ook het genie dat Duitsland zal redden, dus niet bepaald de armzalige trommelaar die de weg wil vrijmaken voor anderen. Dat alles strookt met de manier waarop hij zich binnen de nationaalsocialistische partij manifesteerde, maar niet meer met de gematigde manier waarop hij twee jaar later – de ervaringen van een putsch, rechtszaak en veroordeling rijker – terugkeerde op het politieke toneel. Weber heeft in zijn weerwoord ook overtuigend onderbouwd dat het boek het particuliere belang van sommige historici overstijgt, maar dat het ook van belang is om de huidige politieke bewegingen met een kritisch oog te kunnen volgen.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Frans van den Muijsenberg
Geplaatst op:
25-10-2018
Laatst gewijzigd:
22-07-2020
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen