TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Fokker C.5 deel II

Titel: Fokker C.5 deel II
Ondertitel: Export, licentieopbouw en doorontwikkelingen
Schrijver: Edwin Hoogschagen
Uitgever: Lanasta
Uitgebracht: april 2015
Pagina's: 256
ISBN: 9789086161171
Omschrijving:

In "Fokker C.5 deel I, Ontwikkeling, gebruik en ondergang" beschrijft auteur Edwin Hoogschagen (Alkmaar, 1980) de Fokker C.5 vliegtuigen vanaf het eerste ontwerp tot het moment dat er geen van de toestellen nog actief was. In zijn voorwoord meldt de auteur, die al vroeg in zijn jeugd geïnteresseerd was in luchtvaart en zich na zijn studie richtte op de militaire luchtvaart voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, dat de geschiedenis van de Fokker C.5 te complex is voor een enkel boek. Daarom zijn de export, licentiebouw en doorontwikkelingen beschreven in "Fokker C.5 deel II". Het eerste hoofdstuk van dit tweede boek over de Fokker C.5 geeft in het kort een beeld over het ontstaan van het toestel en een technische omschrijving. Daarin zit een onvermijdbare overlap met "Fokker C.5 deel I". Om het boek separaat van zijn voorganger te kunnen lezen is deze introductie echter onmisbaar en daarom toegevoegd.

De Fokker C.5, of C.V, was een verkenner/bommenwerper die door Fokker vanaf 1924 werd gebouwd. Het was een doorontwikkeling van de Fokker C.IV. Ondanks dat de toestellen bestonden uit een frame van staalbuizen, bekleed met aluminiumplaten aan de buitenzijde en linnen aan de binnenzijde, met linnen omklede staartvlakken en vleugels met een houten frame, werd de Fokker C.5 het meest gebouwde militaire Fokker vliegtuig van het interbellum. Juist de eenvoudige, bijna primitieve, opbouw van het toestel bleek een doorslaand succes. De romp was eenvoudig en goedkoop te maken, licht van gewicht, maar wel solide. De staalbuizen frames waren gemakkelijk te onderhouden en door de open structuur waren alle onderdelen gemakkelijk te bereiken. De romp vormde samen met de steunen voor de bovenvleugel één geheel. De ondervleugel kon met vier bouten losgemaakt worden. Hetzelfde gold voor de motor, waarvan er veel verschillende types en fabrikantenvariaties van 450 pk of meer toegepast konden worden. Ook het landingsgestel kon eenvoudig losgemaakt worden en eventueel vervangen worden door drijvers zodat de C.5 ook gebruikt kon worden als drijver- of watervliegtuig.

Een brandschot sloot de voorzijde van de romp af. De besturingsorganen werden door kleine gaten in dit schot gevoerd, net als de schietbuizen voor de bewapening. In de neus bevond zich de vaste bewapening die bestond uit één of twee machinegeweren, die gesynchroniseerd door de propeller vuurden. De mitrailleurs waren met een synchronisatiesysteem direct aan de motor gekoppeld en waren makkelijk te bereiken voor de vlieger. Tijdens de vlucht konden hierdoor kleine storingen aan de machinegeweren verholpen worden. Voor het windscherm bevond zich het doelvizier, een telescoopkijker of een roosvizier. De piloot beschikte over een eenvoudig instrumentenpaneel. Dit paneel bevond zich onder de machinegeweren. Het belangrijkste instrument, het kompas, bevond zich boven het instrumentenpaneel en tussen de mitrailleurs of was op de vloer gemonteerd. De stabiliteit van de staartvlakken kon, net als bij de Fokker C.IV, tijdens de vlucht versteld worden zodat de vliegeigenschappen van het toestel in de lucht veranderd konden worden. De waarnemersruimte van het tweepersoonstoestel was voorzien van een ringaffuit waarop nogmaals één of twee machinegeweren geplaatst konden worden. Verder kon een mitrailleur door een luik in de bodem van het staartstuk vuren. Om het toestel nog veelzijdiger te maken kon het tevens uitgerust worden met een bommenrek voor een bommenlast van maximaal 200 kilogram.

Van de eerste Fokker C.5 toestellen werden in de tweede helft van de jaren `20 van de vorige eeuw exemplaren verkocht aan de Nederlandse marine, Bolivia, Denemarken, Rusland, Italië en Japan. In deze gevallen ging het nog om zeer kleine aantallen, maar van verbeterde versies werden er begin jaren `30 veel meer verkocht en onder Fokkerlicentie in het buitenland gebouwd. Uiteindelijk werden honderden toestellen aan Manchurije, een protectoraat van het keizerrijk China, Denemarken, Finland, Hongarije, Italië, Japan, Noorwegen, Roemenië, Rusland, Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland verkocht of hier ter plaatste gebouwd. Ook de Nederlandse LVA (Luchtvaartafdeeling der Koninklijke Landmacht, de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht) schafte een aantal van de Fokker vliegtuigen aan. Omdat in mei 1940 een aantal toestellen in Denemarken, Noorwegen en Nederland in Duitse handen viel, werd de Fokker C.5 tijdens de Tweede Wereldoorlog ook gevlogen door de Luftwaffe en de aan Duitse zijde strijdende Estse luchtmacht.

De hoofdmoot van "Fokker C.5 deel II" bestaat uit een omschrijving van de gebruikers in alfabetische volgorde. De omschrijvingen worden ondersteund door honderden zwart-witfoto`s en kleurimpressies van de hand van de Servische illustrator Srecko Bradic. Samen met "Fokker C.5 deel I" is met de publicatie van "Fokker C.5 deel II" een tweeluik ontstaan dat het Nederlandse toestel zeer uitgebreid beschrijft. Gesteld kan worden dat de lezer van beide boeken alles, maar dan ook alles, tot in de kleinste details te weten komt over het succesvolle Fokkertoestel. Ondanks dat het boek als een naslagwerk opgesteld is, leest "Fokker C.5 deel II" gemakkelijk en is het door de alfabetische indeling zeer overzichtelijk. Door de toegevoegde introductie is "Fokker C.5 deel II" op zich staand een mooi boek, maar zonder "Fokker C.5 deel I" is het echter geen compleet overzicht.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Peter Kimenai
Geplaatst op:
18-08-2015
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen