Operatie Oyster vond plaats op 6 december 1942 en werd uitgevoerd door No.2 Group van RAF Bomber Command. Het was een luchtaanval op de Philips fabrieken in Eindhoven. De gewaagde aanval vanaf geringe hoogte bleek een succes voor de geallieerden, aangezien de Duitsers de productie in de fabrieken naar schatting zes maanden lang moesten stilleggen. Desondanks zijn er niet veel boeken over de aanval geschreven en kregen de vliegers die de aanval uitvoerden, zeker vergeleken met bijvoorbeeld de Dambusters, maar weinig erkenning. Kees Rijken, Paul Schepers en Arthur Thorning hebben echter een boek uitgebracht over de aanval met het doel de vliegers alsnog de aandacht te geven die zij verdienen.

Kees Rijken was een scholier die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Eindhoven woonde. Van kleins af aan had hij een grote interesse in vliegtuigen. Gedurende de oorlog bekeek hij regelmatig de overvliegende geallieerde en Duitse vliegtuigen vanaf het dak van zijn ouderlijk huis. Hier stond hij ook op 6 december en was hij ooggetuige van Operatie Oyster. Vele jaren later startte hij samen met zijn schoonzoon Paul Schepers een onderzoek naar de aanval. De Brit Arthur Thorning deed eveneens onderzoek naar dit bombardement en stuitte tijdens een bezoek aan het RAF Museum in Hendon op onderzoeksdocumenten van de Nederlanders. De drie onderzoekers besloten samen aan een boek te werken dat zij beschouwen als een eerbetoon aan alle betrokkenen, zowel in Engeland als in Nederland.

Het boek bestaat uit tien hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk omvat de geschiedenis van de Philips fabrieken. Daarna beschrijven de auteurs waarom de fabrieken als doelwit werden gekozen, welke eenheden beschikbaar waren voor de aanval en hoe zij getraind werden voor deze gewaagde aanval van geringe hoogte. De aanval zelf wordt beschreven in het vijfde hoofdstuk. De laatste hoofdstukken behandelen de nasleep. Het hele verhaal is rijk geïllustreerd met foto's van de vliegers, de vliegtuigen, de aanval zelf en foto's van de Philips fabrieken na de aanval. Sommige van de onderschriften zijn erg gedetailleerd en vermelden zelfs vanuit welk vliegtuig de foto is genomen. De kaartjes zijn ook erg verhelderend en geven de lezer een idee van de gevlogen route en het fabrieksterrein.

Wanneer mensen een blik werpen op de inhoudsopgave zouden ze verrast kunnen worden door de hoeveelheid bijlagen. Deze omvatten de helft van het boek. Ze zijn echter erg interessant. Zo bevatten ze bijvoorbeeld de originele No.2 Group Operation Order 82, welke een zeer interessante aanvulling is op het verhaal van Operatie Oyster. Ook bevatten de bijlagen een rapport van de bedrijfsbrandweer van Philips en lijsten van geallieerden, Duitsers en burgers die omkwamen bij de aanval. De lijst met burgerslachtoffers is erg gedetailleerd met naam, geboortedatum, adres en informatie over de familie. De omgekomen vliegers zijn gesorteerd op bemanning en van zowel hen als de Duitse soldaten zijn er foto's van de graven opgenomen in het boek.

De operatie is zeer uitvoerig onderzocht wat het verhaal zeer interessant maakt om te lezen. Daarnaast laat het boek ook zien hoe vruchtbaar een samenwerking tussen lokale en Britse onderzoekers kan zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de spoorlijn die werd gebruikt als oriëntatiepunt door de geallieerde vliegers. De meeste onderzoekers zouden niet de kennis hebben om de exacte route te herleiden uit de films die gemaakt zijn door de bemanningen zelf aangezien de spoorlijn er al lang niet meer ligt. Kees Rijken groeide echter op in de omgeving en dat stelde hem in staat de films te analyseren en de exacte route te achterhalen. Het is wederom een voorbeeld waarom het uitgebreide onderzoek van de drie mannen heeft geresulteerd in een goed verhaal. Het boek is daarom aan te raden aan eenieder die geïnteresseerd is in de luchtoorlog.