Het was in de avond van 22 juni 1944, twee maanden voor de geallieerde bevrijding van Parijs. De 7-jarige René Psarolis speelde op die mooie zomeravond in de straten van de Franse hoofdstad. Plotseling werd hij opgeschrikt door een angstaanjagend geluid. Een groot, glimmend gevaarte kwam uit de lucht vallen. Het was een Amerikaanse bommenwerper, een B-17 "Flying Fortress". Het toestel stortte met een grote explosie neer. Dikke rookwolken markeerden de rampplek. De gebeurtenis maakte een grote indruk op de Parijse jongen. Hij kende het lot van de bemanningsleden niet en maakte er na de oorlog zijn levensmissie van om te achterhalen wat er precies met hen gebeurd was. In de korte Engelstalige documentaire "The Storykeeper" horen we zijn verhaal.

Terwijl voor de meeste Parijzenaren de oorlog geen rol meer in hun leven speelde, bracht René Psarolis jarenlang vele uren door in archieven, op zoek naar informatie over de crash. Hij verzamelde getuigenverslagen, foto’s en andere bronnen en nam elk detail tot zich. Tot zijn verbazing bleken er overlevenden te zijn. In de documentaire zijn archiefbeelden opgenomen van de ontroerende ontmoeting tussen de Fransman en de overlevende Amerikaanse veteranen, die 55 jaar na de gebeurtenis plaatsvond. De Amerikanen, die onderdeel uitmaakten van de 96th Bomb Group, leggen uit hoe hun toestel tijdens een bombardementsmissie op een oliefaciliteit vlakbij Parijs in de problemen raakte. Ze vertellen hoe ze vervolgens met hun parachutes afdaalden boven de door de Duitsers bezette stad en hoe het hen na de landing verder vergaan is. Eén van hen herinnert zich nog goed hoe hij op de grond door de Parijzenaren warm welkom geheten werd met een fles cognac.

"The Storykeeper" is geregisseerd door de Nederlandse filmmaker Rogier van Beeck Calkoen. Met een klein team werkte hij aan dit onafhankelijke filmproject, dat de bedoeling heeft het verhaal van de neergestorte B-17 levend te houden. De nadruk ligt niet op technische en historische details, maar op de persoonlijke verhalen van de betrokken. De jonge regisseur verklaart: "De film gaat over de mensen en de contacten die na de ramp tot stand kwamen, hoe iets heel goeds voortkwam uit zoiets verschrikkelijks." Schrijfster Erin Byrne deed de interviews, die plaatsvonden in Parijs, en werkt momenteel aan een boek over de vliegtuigcrash. De commentaarstem is van de Amerikaanse schrijver en Broadway-acteur James Bonnet. De Nederlander Rob Kwak was verantwoordelijk voor de montage en de eveneens uit Nederland afkomstige Jeffrey van Rossum verzorgde de muziek. De documentaire zal dit jaar vertoond worden op meerdere buitenlandse festivals.

De kern van deze ingetogen documentaire bestaat uit het interview met René Psarolis. Weliswaar is de vliegtuigcrash in het grote geheel van de oorlog slechts een detail, maar voor hem was de gebeurtenis van grote invloed op de rest van zijn leven. De man woont inmiddels in Schotland en spreekt goed Engels. De Engelstalige ondertiteling maakt het de kijker echter extra makkelijk om de gesprekken goed te kunnen volgen. Onder meer archiefbeelden van de bevrijding van Parijs en foto’s van de Amerikaanse bommenwerperbemanning vullen het interview aan. Ondanks de sobere opzet van de documentaire, waarin melodramatische effecten, nagespeelde fragmenten en spectaculaire filmbeelden ontbreken, is het de makers gelukt een mooi eerbetoon te brengen aan de Amerikaanse vliegeniers en aan de man die ervoor zorgde dat hun verhaal niet vergeten werd.