Titel: | Landjepik - de Nederlandse annexatie van Duitsland 1945-1949 |
Schrijver: | Hans Smits |
Uitgever: | Just Publishers |
Uitgebracht: | November 2012 |
Pagina's: | 240 |
ISBN: | 9789089752314 |
Omschrijving: |
Na de capitulatie van nazi-Duitsland in 1945 werd er in Nederland druk gespeculeerd over het annexeren van Duitse gebieden. Duitsland moest boeten voor wat het Nederland gedurende de bezetting had aangedaan en het inlijven van stukken Duitsland zou ook een mooie oplossing vormen voor het bevolkingsoverschot waarmee Nederland volgens bepaalde mensen kampte. Nederland telde in 1945 ongeveer negen miljoen inwoners, ter vergelijking: het zijn er nu 17 miljoen. In sommige brochures werd er zelfs gesproken over het recht van Nederland op meer Lebensraum, met dezelfde woorden was Adolf Hitler in 1941 tijdens operatie Barbarossa de Sovjet-Unie binnengevallen. Hans Smits beschrijft in “Landjepik” voor het eerst deze Nederlandse annexatieplannen. De auteur (1938) is freelance journalist. Smits heeft gewerkt voor Het Parool, NRC Handelsblad en Vrij Nederland. Hij schreef eerder boeken over strafrecht en criminaliteit. Ook heeft hij een boek geschreven dat handelt over de hereniging van Berlijn. Het idee van het inlijven van Duits grondgebied was zeker in die tijd (midden jaren '40) geen rare gedachte. Al eeuwen was het gebruikelijk dat de verliezer van een oorlog land moest afstaan aan de overwinnaar, ook in latere tijden deed dit principe nog gelden. Wat bijvoorbeeld blijkt uit het door de auteur aangehaalde voorbeeld van Elzas-Lotharingen. Dit gebied op de Frans-Duitse grens zou gedurende de periode 1871-1945 namelijk maar liefst vier keer van eigenaar wisselen. Er werd geschat dat de schade die in Nederland was aangericht tijdens de Duitse bezetting 25 miljard gulden bedroeg (later zou blijken dat het zelfs nog meer was). Al tijdens de bezetting begon de discussie over de mogelijke inlijving van Duits grondgebied. Er werden vele brochures uitgegeven, waarin voor- en tegenstanders hun standpunten naar voren brachten. Onder de pleitbezorgers behoorden prominente Nederlanders, zoals Frans Otten (de directeur van Philips) en de oud-minister van Oorlog, Van Lidth de Jeude. Vooral de sociaaldemocraten onder leiding van de politicus Willem Drees waren echter tegen. Hun angst was dat de Duitse bevolking niet geassimileerd zou kunnen worden. Een simpele oplossing die daarop werd voorgesteld, was om de oorspronkelijke bevolking eenvoudigweg te verdrijven uit de te annexeren gebieden. Over welk grondgebied zou moeten worden ingenomen bestond ook discussie. Er deden plannen de ronde waarin Nederland een gebied zou overnemen met daarin onder andere de steden Keulen en Bremen en (een gedeelte) van het Roergebied. Dit zou bijna een verdubbeling betekenen van het Nederlandse grondgebied. Deze ideeën waren mede gebaseerd op het plan-Morgenthau. Dit plan, dat afkomstig was van de Amerikaanse minister van Financiën Henry Morgenthau, hield in dat Duitsland zou worden verdeeld tussen de omringende landen en dat er alleen twee rompstaten zouden overblijven, die geen industriële- of mijnbouwcentra hadden. De Nederlandse regering stelde zich wat bescheidener op. Haar grootste doel was om het al eeuwen durende grensconflict in het Eems-Dollard gebied (Oost-Groningen) op te lossen. Zij wilde de hele regio hebben, inclusief het eiland Borkum. Verder wilde Nederland de Bentheimer Bocht achter Coevoorden, een gebied bij Elten en de hals van Sittard. In 1949 vond er in Parijs een conferentie plaats van de geallieerden, waar ook de Nederlandse voorstellen werden besproken. Het resultaat was vanuit Nederlands standpunt teleurstellend. Er kwam slechts 70 km2 bij. Het betrof losse gebiedjes op verschillende plaatsen aan de grens. Het Eems-Dollard grensconflict zou blijven bestaan. Belangrijkste reden voor de geallieerden om de gewenste grenscorrecties niet toe te staan, was de angst voor onrust in West-Duitsland. Als gevolg van de vele miljoenen verdreven Duitsers die afkomstig waren uit de landstreken die aan Polen, Tsjechië en de Sovjet-Unie waren toegewezen, kampte het land al met grote problemen. De geallieerden wilde echter een stabiel Duitsland dat het hoofd kon bieden aan de steeds sterkere communistische dreiging uit het oosten. Ook was de Labour-regering in Engeland fel tegenstander van annexaties, zoals de meeste sociaaldemocraten in Europa keurden zij dit om ethische redenen af. In de geannexeerde gebieden werden direct na de inlijving twee drostambten (bestuurlijke eenheden onder leiding van één persoon, de drost) gevestigd, Elten en Tudderen. Nederland hoopte het voormalige Duitse grondgebied te gebruiken als troefkaart in de onderhandelingen met Duitsland. Haar doel was om alsnog een bevredigende oplossing te vinden voor het Eems-Dollard grensconflict. In 1963 zou Nederland het grootste deel van de ingelijfde gebieden weer teruggeven aan Duitsland. Onder meer in ruil voor een Wiedergutmachung van 125 miljoen mark. Maar het grensgeschil in Oost-Groningen bleef bestaan. In het boek “Landjepik” wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht gegeven van de Nederlandse annexatieplannen. Hans Smits slaagt erin om hier een goed en volledig beeld van te geven. De schrijver put hiervoor onder meer uit de tientallen brochures die in de periode 1944-1949 zijn uitgegeven over deze kwestie. Al deze auteurs hadden verschillende meningen over of, en zo ja, welk Duits grondgebied zou moeten worden ingelijfd. Smits heeft, zoals het een goed historicus betaamt, alle standpunten op een rij gezet, maar door de complexiteit van de materie is zijn verhaal af en toe wat onoverzichtelijk. De lezer “verdwaalt” als het ware soms in alle verschillende voorstellen, plannen en adviescommissies- en comités. De auteur heeft gelukkig wel zoveel mogelijk geprobeerd om het de lezer niet te moeilijk te maken. Zo heeft hij de vele standpunten gebundeld in enkele verschillende hoofdstukken, die elk een duidelijk afgebakend onderwerp behandelen. Ook noemt de auteur verschillende andere aspecten van de inlijvingsplannen. Zo beschrijft hij in het kort de geschiedenis van de te annexeren streken en vertelt hij het algemene verhaal over hoe er in andere landen over de toekomst van (het grondgebied van) Duitsland werd gedacht. Hij verhaalt verder over hoe het Duitse gemeentes verging die uiteindelijk door Nederland werden ingelijfd en die ruim veertien jaar van “ons” zouden zijn. De oorspronkelijke bevolking was hier, enkele uitzonderingen daargelaten, niet echt blij mee. Maar de plaatsen kregen wel te maken met een toeloop van Nederlandse toeristen. Bovendien leverde de uiteindelijke teruggave van de twee Duitse gemeenten een onverwacht voordeel op. Toen de gebieden in de nacht van 1 augustus 1963 weer Duits werden, wisten veel Nederlandse bedrijven, door het parkeren van vrachtwagens in de gemeente, de invoerrechten te omzeilen. “Landjepik” is een goed geschreven boek over een intrigerend onderwerp. Het vertelt een geschiedenis die tot nu toe vrij onbekend is gebleven. De Nederlandse plannen om stukken van Duitsland te annexeren, vormen een opvallende episode in de naoorlogse politiek. Het is daarom ook terecht dat er nu een boek is verschenen dat het uiterst interessante verhaal over deze periode vertelt. |
Beoordeling: | Zeer goed |