De Heinkel He 59 werd in 1930 door Ernst Heinkel ontwikkeld voor de toenmalige Reichsmarine. Aangezien Duitsland volgens internationale verdragen geen militaire vliegtuigen mocht ontwikkelen, werd het toestel ontwikkeld als civiel vliegtuig. Aanvankelijk werden een landvariant en variant op drijvers ontworpen, maar alleen het drijvervliegtuig werd geproduceerd. Het vliegtuig zag dienst als torpedobommenwerper, mijnenlegger, verkenningsvliegtuig, transportvliegtuig, reddingsvliegtuig en opleidingsvliegtuig. Het deed dienst bij de Luftwaffe, bij het Condor Legion gedurende de Spaanse Burgeroorlog, bij de Spaanse nationalistische luchtmacht en bij de Finse luchtmacht. De meeste toestellen werden na 1944 niet meer gebruikt.
De in 1930 door Ernst Heinkel ontworpen Heinkel He 59 werd gepresenteerd als een transportvliegtuig voor de Burgerluchtvaart. Het werd voorgedaan alsof het een toestel was dat zowel als landvliegtuig en als watervliegtuig kon worden ingezet. Voor beide versies werd dan ook een prototype gepresenteerd. In feite was het echter een torpedobommenwerper/verkenner die door Heinkel voor de toenmalige Reichsmarine was ontworpen. De landversie, He 95b beviel niet en men besloot zich te concentreren op het watervliegtuig, de He 59a. In de zomer van 1934 werden de eerste toestellen geleverd aan de op dat moment nog geheime Luftwaffe.[1]
Van de Heinkel He 59B werden drie varianten geproduceerd met technische verbeteringen of een andere rol. Toen het toestel in 1938 verouderd raakte werd een aantal omgebouwd tot Heinkel He 59C trainings- en reddingsvliegtuigen. Men wilde echter deze twee aparte varianten combineren tot een multifunctioneel inzetbaar type, dit werd de Heinkel He 59D-1. Toch werden uiteindelijk diverse toestellen nog verbouwd tot pure opleidingsvliegtuigen als He 59E en de He 59N. Vanaf 1941 werd de He 59 langzaam vervangen door moderner typen en de laatste operationele toestellen werden in 1943 uit deze dienst teruggetrokken. Het laatste opleidingsvliegtuig werd in 1944 afgevoerd.[2]
Heinkel He 59a prototype V1 |
prototype drijvervliegtuig |
1 |
Heinkel He 59b
prototype V2 |
prototype
landvliegtuig |
1 |
Heinkel He 59A |
voorserie voor
testen en evaluatie |
14 |
Heinkel He 59B |
productievariant |
142 |
Heinkel He 59C |
tot reddings- of
opleidingsvliegtuig verbouwd |
? |
Heinkel He 59D |
tot multifunctioneel vliegtuig
verbouwd |
? |
Heinkel He 59E |
tot trainingsvliegtuig verbouwd |
? |
Heinkel He 59N |
tot navigatietrainer verbouwd |
? |
Er werden twee prototypen gebouwd, een watervliegtuig op drijvers, de He 59a en een landvliegtuig, de He 59b. De romp was opgebouwd uit een met linnen overtrokken stalen frame, terwijl de vleugels een houten frame bezaten dat eveneens met linnen was overtrokken. Het watervliegtuig was uitgerust met twee geheel houten drijvers. Het tweede prototype, de landversie, koos als eerste het luchtruim in september 1931. De He59b, zoals het type werd aangeduid had een vast onderstel en brandstoftanks in de romp. Het andere prototype werd aangeduid met He 59a en had de brandstoftanks in de drijvers. De landversie beviel niet echt en de ontwerpers gingen zich concentreren op het watervliegtuig.
Om het type verder te ontwikkelen en uit te testen, werden 14 toestellen gebouwd in een Heinkel He 59A variant. Deze eerste 14 toestellen werden afgeleverd door Heinkel zelf, waarna de productie overging naar de fabriek van Arado.[3]
Heinkel He 59B-1 |
pre-productie serie |
16 |
Heinkel He 59B-2 |
verbeterde versie |
? van 126 |
Heinkel He 59B-3 |
verkenner |
? van 126 |
Na enkele aanpassingen, waaronder het aanbrengen van een open geschutsopstelling in de neus en een glazen koepel voor de bommenrichter, werden de eerste toestellen van de He 59B-1 serie geleverd aan de Deutsche Verkehrfliegerschule in de zomer van 1934. Dit was de dekmantel van een trainingseenheid voor toekomstige Luftwaffe-watervliegtuigpiloten.
Al snel werden er verbeteringen aangebracht in het ontwerp, waardoor de He 59B-2, uitgerust met verbeterde apparatuur, en de He 59B-3 ontstonden. Deze laatste was een verkenner voor de lange afstand, met extra brandstoftanks en bewapend met alleen twee mitrailleurs.
De eerste eenheden die werden uitgerust met de He 59B in 1936 waren de 3./Kustenfliegergruppe 106 en de 3./Kustenfliegergruppe 506. De eerste keer dat de toestellen in actie kwamen was tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Aan het Duitse Condor Legion was de Seeaufklärungsstaffel AS/88 toegevoegd, welke was uitgerust met de He 59B-2. Enkele van deze toestellen waren uitgerust met een 20 mm MG FF kanon in de neusopstelling in plaats van het gangbare MG 15 machinegeweer.
Toen begin 1938 Arado stopte met de productie, waren er 142 toestellen gebouwd en 4 Staffeln (Eenheden) met dit type uitgerust.
Type: | Heinkel He 59B-2 |
Taak: |
Drijvervliegtuig /
Torpedobommenwerper-verkenner |
Bemanning: |
4 |
Spanwijdte: |
23,70 meter |
Vleugeloppervlakte: |
153,20 m2 |
Lengte: |
17,40 meter |
Hoogte: |
7,10 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 5.010 kg Max. gewicht: 9.119 kg |
Motor: |
2x BMW VI 6.0 zu V-12
vloeistof gekoelde motoren 660 pk (492 kW) elk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 221 km/u Kruissnelheid: 185 km/u |
Bereik: |
942 km (1.530 km met extra
brandstoftanks) |
Plafond: |
3.500 meter |
Bewapening: |
3x 7.92 mm MG 15 machinegeweren 1.000 kg bommenlast 1x 800 kg torpedo |
Productie: |
? uit 142 |
Heinkel He 59C-1 |
onbewapende trainer |
? van 142 |
Heinkel He 59C-2 |
reddingsvliegtuig |
? van 142 |
In 1938 was het toestel duidelijk verouderd en begon men met de ombouw van alle exemplaren tot trainers en reddingsvliegtuigen. De meeste He 59B's werden omgebouwd tot He 59C-1, dit was een ongewapende trainingsversie, en de He 59C-2, uitgerust met rubberboten, medische apparatuur en een ladder.
Het is vooral deze He 59C versie geweest die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nog een grote rol heeft gespeeld. Hoewel de toestellen in dienst waren voor redding, verkenning en trainingsdoeleinden, hebben ze een grote rol gespeeld in het ver achter de vijandelijke linies brengen van speciale overvaleenheden bij de invasie van Noorwegen en Nederland en het leggen van mijnen langs de Engelse kust. Bij de invasie van Noorwegen, Operatie Weserübung, werden 22 He 59C en D toestellen van de Kampfgruppe z.b.V. 108 ingezet voor het afzetten van troepen tijdens de eerste uren van de invasie. Op 10 mei 1940 landden 12 He 59C's en D's van de Staffel Schwilden (Kampfgruppe z.b.V. 108) met een speciale overvaleenheid van 60 man op de Nieuwe Maas, midden in Rotterdam met als doel de bruggen aldaar onbeschadigd in handen te krijgen.
Type: | Heinkel He 59C-2 |
Taak: |
Drijvervliegtuig /
Reddingsvliegtuig |
Bemanning: |
4 |
Spanwijdte: |
23,70 meter |
Vleugeloppervlakte: |
153,20 m2 |
Lengte: |
17,40 meter |
Hoogte: |
7,10 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 6.215 kg Max. gewicht: 9.000 kg |
Motor: |
2x BMW VI 6.0 zu V-12
vloeistof gekoelde motoren 660 pk (492 kW) elk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 221 km/u Kruissnelheid: 185 km/u |
Bereik: |
775 km |
Plafond: |
3.500 meter |
Bewapening: |
geen |
Productie: |
? uit 142 |
Om de toestellen tot één type om te bouwen voor multifunctionele inzet, werden de toestellen verbouwd tot He 59D-1. De neussectie was hierbij volledig gereviseerd, waarbij het bommenrichterglas verdween en er voor de cockpit een navigatiecockpit werd ingebouwd. Vier He 59D toestellen zijn aan Finland uitgeleend geweest en hebben daar tussen 1943 en 1944 dienst gedaan.
Heinkel He 59E-1 |
torpedobommenwerper trainer |
? van 142 |
Heinkel He 59E-2 |
verkenner trainer |
? van 142 |
Een aantal toestellen werd omgebouwd voor speciale trainingsdoeleinden. De He59E-1 werd een speciale torpedobommenwerpertrainer en de He 59E-2 een fotoverkenner trainer.
Speciaal voor navigatietraining werd een aantal exemplaren verbouwd tot He 59N.