M7 Priest
De M7 Priest werd vanaf april 1942 geproduceerd bij de American Locomotive Company en bij de Federal Machine & Welder Company in een oplage van 3490 stuks. De M7 Priest was gebaseerd op de M3 Lee/Grant middelzware gevechtstank. In plaats van de opbouw van de M3 werd een open opbouw geplaatst bij de M7 Priest, met rechts uit het midden aan de voorkant de 105mm houwitser met rechts daarnaast een opmerkelijke cilindervormige koepel waarop het .50 (12,7mm) machinegeweer gemonteerd was. De houwitser had een maximaal bereik van 11.160 meter. Voor de wielophanging werden onderdelen gebruikt van de Sherman middelzware gevechtstank.
De motor die in de M7 Priest gebruikt werd was dezelfde motor die gebruikt werd in de M4 en de M4A1 Sherman, namelijk een 9 cilinder benzinemotor van Continental. Deze had een maximaal vermogen van 400pk. De brandstoftank had een inhoud van 662 liter en het maximum bereik van het rupsvoertuig was 190 kilometer. De versnellingsbak die gebruikt werd was van het synchromesh type en had 5 versnellingen vooruit en 1 achteruit.
Technische gegevens:
Model: | M7 GMC Priest |
Gewicht: | 23.000 kg |
Bemanning: | 7 |
Motor: | Continental R975 C1, 9 cilinders, benzinemotor, 400pk |
Snelheid: | 39 km/u op verharde wegen 34 km/u in terrein |
Bereik: | 190 km op de weg |
Afmetingen | Lengte: 6,02m Breedte: 2,87m Hoogte: 2,95m |
Bewapening: | 105mm houwitser M2A1, .50cal M2HB MG |
Munitie: | 105mm - 69 granaten, .50 - 300 patronen |
Bepantsering | 108 mm maximaal |
Aantal omgebouwd: | 3490 stuks |
M7B1 Priest
De M7B1 Priest kwam later in productie dan de M7 Priest en was voornamelijk samengesteld uit onderdelen van de M4A3 Sherman, maar leek toch veel op zijn voorganger. De M7B1 werd geproduceerd vanaf maart 1944 bij de Pressed Steel Car Company.
De motor die in de M7B1 Priest gebruikt werd was dezelfde motor die gebruikt werd in de M4A3 Sherman, namelijk een 8 cilinder benzinemotor van Ford. Deze had een maximaal vermogen van 450pk. De brandstoftank had een inhoud van 662 liter en het maximumbereik van het rupsvoertuig was 190 kilometer. De versnellingsbak die gebruikt werd was van het synchromesh type en had 5 versnellingen vooruit en 1 achteruit.
Qua bewapening en bezetting was de M7B1 Priest gelijk aan de M7 Priest.
Technische gegevens:
Model: | M7B1 Priest |
Gewicht: | 22.700 kg |
Bemanning: | 7 |
Motor: | Ford GAA, 8 cilinders, benzinemotor, 450pk |
Snelheid: | 39 km/u op verharde wegen 34 km/u in terrein |
Bereik: | 190 km op de weg |
Afmetingen | Lengte: 6,02m Breedte: 2,87m Hoogte: 2,95m |
Bewapening: | 105mm houwitser M2A1, .50cal M2HB MG |
Munitie: | 105mm - 69 granaten, .50 - 300 patronen |
Bepantsering | 108 mm maximaal |
Aantal omgebouwd: | 826 stuks |
De M7 en M7B1 Priest werden ingedeeld bij de Amerikaanse en Britse pantserdivisies. Het voordeel was dat de voertuigen flexibel waren en ze konden de tanks van de pantserdivisies op ieder gewenst moment de artilleriesteun geven die ze nodig hadden. De voertuigen kwamen in actie in Noord-Afrika, Sicilië, Italië, Normandië, en de verdere gevechten aan het westfront. Na de landingen in Normandië werden de Britse Priests echter vervangen door de Canadese Sexton. Na de tweede wereldoorlog kwam de M7 nog in actie in de Koreaanse Oorlog begin jaren 50, waar zelfs nog een M7B2 Priest werd gebruikt, waarvan de houwitser hoger was geplaatst om een grotere elevatie te bereiken.