TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

De NSB - Ontstaan en opkomst van de Nationaal Socialistische Beweging, 1931-1935

Titel: De NSB - Ontstaan en opkomst van de Nationaal Socialistische Beweging, 1931-1935
Auteur: Robin te Slaa & Edwin Klijn
Uitgever: Boom
Uitgebracht: oktober 2009
Pagina's: 944
ISBN: 9789085068136
Omschrijving:

De Nationaal-Socialistische Beweging werd in december 1931 opgericht met aan het hoofd "de leider" waarmee de parallel met het Duitse en Italiaanse fascisme, aangevoerd door respectievelijk de Führer en de Duce, wordt aangegeven. Tegenover het liberalisme en marxisme stelde de NSB "[..]de eenheid van het volk hecht georganiseerd in een coöperatieve staat, waarin de macht van de meerderheid was overgedragen aan de meest bekwame en deskundige volksgenoten." Hiermee werd de democratie aan de kant geschoven en een volksgemeenschappelijk doel voorop gesteld. In het begin telde de beweging bij de start van 1933 (het jaar dat Hitler in Duitsland aan de macht kwam) een duizendtal leden, maar groeide in datzelfde jaar tot meer dan 20.000. Ook in dat jaar werd er door de overheid een bepaling afgekondigd dat ambtenaren geen lid mochten zijn. Deze laatste maatregel stelde de fascistische beweging in een verdacht daglicht. In 1935 behaalde de partij bij de Statenverkiezingen acht procent van de stemmen; een ware aardverschuiving.

Het boek van Robin te Slaa en Edwin Klijn, die werkzaam zijn bij het nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek, bevat een diepgaande studie die pretendeert vanuit de invalshoek ‘van binnenuit de organisatie’ onderzocht te zijn. De ontstaansgeschiedenis van de verschillende fascistische bewegingen in Europa wordt gedetailleerd uitgediept. Het wordt duidelijk dat deze benaming eens gold voor een nieuwe, revolutionaire ideologie waarin miljoenen Europeanen geloofden. De vraag hoe het fascisme zich verhoudt tot Hitlers nationaalsocialisme wordt onderzocht. Volgens de auteurs is uit het onderzoek gebleken dat de beweging van Anton Mussert in haar propagandavoering de begrippen ‘fascisme’ en ‘nationaalsocialisme’ zonder onderscheid te maken gebruikte.

Uiteraard wordt de figuur Mussert grondig belicht en er tekenen zich de nuances af die de laatste jaren steeds meer aandacht krijgen, want hij wordt niet slechts neergezet als verrader maar ook als deskundig weg- en waterbouwkundige. Aan bod komt zijn streven naar een zelfstandige staat binnen het nationaalsocialistische Europese Duitsland. Maar ook andere leidinggevende figuren komen uitgebreid in het boek aan bod, zoals Cornelis van Geelkerken (bijnaam Kees de Prater) of Evert Roskam, die de boodschap uitdroeg aan met name de boerenbevolking, en Graaf D’Ansembourg die sterke banden aanknoopte met de Duitse bewegingen. Het opmerkelijke feit dat er in de begindagen van de partij ook prominente joodse leden voorkwamen, geeft aan dat het antisemitisme dat uit Duitsland overwaaide zeker in de eerste jaren geen punt op de politieke agenda vormde. Mussert pleitte voor een Nederlands Nationaalsocialisme "dat rekening hield met nationale, ‘volkseigen’ sentimenten." Kleine nazistische splinterpartijtjes maakten Musserts partij daarom wel uit voor ‘Nieuwe Semieten Bond’.
Als oorzaak van het bovengenoemde succes in het midden van de jaren dertig wordt genoemd de algemeen heersende neiging de democratie af te schaffen en het leiderschap over te laten aan een deskundige regering. Een atmosfeer die zeker in het interbellum in Nederland de ontevreden samenleving tekende. De behoefte aan orde en eenheid was groot. Men was graag genegen de uitvoerende macht veel minder tegenspel te bieden en de regering haar gang te laten gaan met duidelijke maatregelen. Ook de Anti-Revolutionaire Partij van Colijn voerde in 1933 campagne onder het vaandel van een sterker staatsgezag.

Het is een interessant boek dat de ontstaansgeschiedenis van een politieke partij in Nederland analyseert, waarbij enige parallellen te trekken zijn met het ontstaan van nieuwe Nederlandse partijen, zoals deze in het meer recente verleden zijn opgekomen en ook vaak weer zijn verdwenen, zoals bijvoorbeeld De Boerenpartij en de LPF. Het boek leert te begrijpen dat de NSB tijdens de oorlog als één gezien werd met de bezetter, waardoor het lidmaatschap gediskwalificeerd werd (en wordt) als ‘fout’, maar dat de partij in de beginperiode eigenlijk een verzameling ontevredenen was, die behoefte aan orde en regelgeving had. Het boek behandelt, zoals uit de titel blijkt, uitsluitend de ontstaansgeschiedenis in de periode 1931 - 1935 en de rol die Mussert en zijn partij ín de oorlog speelde zou het onderwerp van een even uitgebreide studie kunnen vormen. Duidelijk wordt uit het boek dat de partij per definitie een elitair lidmaatschap nastreefde gebaseerd op uitsluiting en antidemocratisch, anticommunistisch, antisocialistisch en later ook antisemitisch was. Kortom: volgens de auteurs was de NSB een rancuneuze, haatdragende politieke beweging. De oprichting van de geüniformeerde WA en het optreden tegen de socialistische en communistische bewegingen maakte van de NSB een groepering die uit was op geweld tegen tegenstanders en grotendeels bestond uit meelopers die zich in het groepsgedrag wisten te verschuilen.

De studie is bijna verplichte kost te noemen voor politicologen, maar is zeker ook interessant voor iedereen die interesse heeft in het fenomeen dat de NSB geweest is in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Eén les die eruit geleerd kan worden, is dat een partij die zijn bestaan te danken heeft aan negativisme en rancunes, gedoemd is een beperkte levensvatbaarheid te hebben. In 2021 verscheen het tweede deel van de trilogie (zie: 'De NSB deel 2').

Beoordeling: Uitstekend

Informatie

Artikel door:
Fred Bolle
Geplaatst op:
28-07-2010
Laatst gewijzigd:
20-05-2021
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen