TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Handhaven onder de nieuwe orde

Titel: Handhaven onder de nieuwe orde - De politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog
Auteur: Frank van Riet
Uitgever: Aprilis
Uitgebracht: 2008
Pagina's: 815
ISBN: 9789059941939
Bijzonderheden: Proefschrift van de Faculteit der Geesteswetenschappen UvA; opgenomen in de reeks van de Stichting Historische Publicaties Roterodamum onder nummer 169.
Omschrijving:

Dit wetenschappelijke werk is niet geschreven door iemand met een achtergrond als professioneel historicus. De auteur, Frank van Riet (44), is namelijk buurtagent in Barendrecht. Toen hij vaststelde dat er zeer weinig bekend was over de Rotterdamse politie (waar hij toen werkzaam was) in oorlogstijd, concentreerde hij zijn onderzoek daarop. Ondanks het feit dat hij geen academische opleiding heeft, was prof. dr. J. Houwink ten Cate, voorzitter van de ‘werkgroep jodenvervolging’ van het NIOD en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, dermate onder de indruk van een voordracht van de schrijver, dat hij hem voorstelde om op dit onderzoek te promoveren. Aldus werd het manuscript waaraan Van Riet inmiddels acht jaar gewerkt had, omgevormd tot een proefschrift waarop hij op 23 april 2008 promoveerde.

De keuze van het onderzoeksonderwerp werd ingegeven door omstandigheden. Nadat Frank van Riet in 1995 zijn boek: “T’uwen dienst: de geschiedenis van de politie in Nederland vanaf de Middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog” had afgerond wilde hij dat laten volgen door een onderzoek naar de landelijke politie in oorlogstijd. Toen hij echter vaststelde dat de geschiedenis van de politie in Rotterdam een witte vlek vertoonde, nam hij de taak op zich deze in te vullen.

Via de Stichting Oud-medewerkers politieregio Rotterdam-Rijnmond kreeg Van Riet de beschikking over de ledenlijst waardoor hij in de gelegenheid was ongeveer honderd oud-functionarissen van de gemeentepolitie van Rotterdam te interviewen. Het feit dat hij zelf politieman is, heeft daarbij zeker een aantal deuren geopend, die anders niet toegankelijk zouden zijn geweest. De auteur heeft daarnaast diepgravend onderzoek gepleegd in het politiearchief dat deel uit maakt van het Gemeentearchief in Rotterdam. Tenslotte gaf het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging van het ministerie van Justitie hem inzage in dossiers over politiemensen die vanwege hun activiteiten in de oorlog waren onderzocht of veroordeeld. Hij heeft zelfs in een archiefkast een aantal dozen gevonden met filmrollen waarop 12.000 foto’s van documenten, legitimatiebewijzen en ledenlijsten van de NSB in Rotterdam.

De gemeentepolitie van Rotterdam had na de oorlog een zeer slechte naam en de oorlogstijd was geen bespreekbaar onderwerp. Deze slechte reputatie was mede het gevolg van de betrokkenheid van de politie bij het ophalen van Joodse burgers. Van de 8.368 geregistreerde Joden uit Rotterdam werden er 6.790 opgepakt en weggevoerd en er keerde na de oorlog 23,6% terug uit kampen of onderduikadres. En niet in de laatste plaats werd de politie geïdentificeerd met het optreden van leden van de Inlichtingendienst en de zogenaamde “Groep 10” die beide uit sympathisanten met het nationaalsocialisme bestonden. Het is niet verwonderlijk dat de burgerbevolking het gehele korps associeerde met deze toegewijde handlangers van de bezetters. Na de oorlog bleek zelfs dat leden van die Groep 10, in Duits uniform nota bene, hadden deelgenomen aan executies in maart 1945 (waarbij er drie politie agenten onder de slachtoffers waren).

De auteur is erin geslaagd om een duidelijk beeld te geven van een politieagent in bezettingstijd en hoe die gedwongen was hand en spandiensten te leveren aan een bezetter die met een groot aantal verordeningen langzamerhand zijn regiem oplegde. Pas in 1941 werd het gehele politieapparaat gereorganiseerd; iets dat al voor de oorlog bestudeerd werd door de Nederlandse regering om de door verzuiling versnipperde organisatie te stroomlijnen. Onder de bezetter werd de politie tot een Staatspolitie omgevormd die Nederland geleidelijk aan tot een politiestaat maakte.

Het is een lijvig boekwerk dat chronologisch en zo overzichtelijk is ingedeeld, dat het in gedeelten is te lezen. De 16 hoofdstukken geven in uitgebreide subtitels aan welke onderwerpen behandeld worden, terwijl de problematiek van de individuele functionaris als een rode draad door de behandelde stof loopt. Het boek vult een lege plek in de geschiedenis van het Rotterdamse korps en gaat uitgebreid in op de Jodenvervolging, de politieke dienst en de in Rotterdam gestationeerde diensten van de Duitsers. Het bevat een lijst met gebruikte afkortingen en een zeer uitgebreid notenapparaat en register. Door de overzichtelijke hoofdstukindeling en dit register kan het als naslagwerk worden gebruikt. Het is uitgebreid geïllustreerd met fotomateriaal en kopieën van documenten.

De schrijver geeft aan in de inleiding dat hij alles in het werk heeft gesteld om ”[…] zich aan de ban van het aan de politiek-morele vraag naar goed en fout gekoppelde perspectief van collaboratie en verzet te ontworstelen”. Prof. dr. E.H. Kossmann, voormalig hoogleraar Geschiedenis na de Middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit Groningen, was reeds van mening dat bepaalde vormen van contact, overleg en samenwerking met de bezetter duidelijk verschilden van de op politieke overtuiging, machtstreven of materieel winstbejag stoelende collaboratie. De auteur heeft in een prijzenswaardig streven een groot aantal argumenten verzorgd om dit genuanceerdere denken te stimuleren met een interessante en onthullende studie over een politiekorps in tijden van bezetting en verzet.

Beoordeling: Uitstekend

Informatie

Artikel door:
Fred Bolle
Geplaatst op:
04-07-2008
Laatst gewijzigd:
27-02-2011
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen