Joden geheel uit het maatschappelijk leven verwijderd
In winkels alleen toegelaten tusschen 15 en 17 uur. – Verbod openbare vervoermiddelen te gebruiken
Tweede beschikking van den commissaris-generaal voor de openbare veiligheid over het optreden van Joden in het openbaar.Artikel 1.
Joden moeten zich van 20 uur tot 6 uur binnen hun woning ophouden.Artikel 2.
Aan Joden is het verboden, zich op te houden in woningen, tuinen, alsmede in andere voor herstel of ontspanning dienende particuliere inrichtingen, van niet-Joden, voor zoover deze niet op grond van bestaande huur- of arbeidsovereenkomsten noodzakelijk is. Joden, die met niet-Joden getrouwd zijn, vallen buiten deze bepaling.Artikel 3.
(1) Joden mogen winkels, die niet als joodsche zaken gekenmerkt zijn, alleen in den tijd van 15-17 uur betreden. Uitgezonderd zijn apotheken.Artikel 4.
Het is den Joden verboden, kapperszaken en andere paramedische inrichtingen te betreden of van hun diensten gebruik te maken, voor zoover deze zaken of inrichtingen niet als joodsche gekenmerkt zijn. Er wordt verwezen naar paragraaf 2 van de instructie van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied ter uitvoering van verordening nr. 198/1941 betreffende de regeling van het uitoefenen van een beroep door Joden van 30 juni 1942.Artikel 5.
(1) Joden is het betreden van spoorwegemplacementen en het gebruikmaken van alle openbare en particuliere vervoermiddelen verboden. (2) Uitgezonderd zijn:Artikel 6.
Aan Joden is het verboden van openbare telefooninstallaties gebruik te maken.Artikel 7.
Jood in den zin van deze verordening is hij, die in gevolge van artikel 4 der verordening no. 189/1940 over de aanmelding van ondernemingen Jood is of als Jood geldt.Artikel 8.
Uitvoeringsbepalingen en verdere uitzonderingen op de bepalingen 1 – 6 worden in het joodsche weekblad bekend gemaakt.Artikel 9.
(1) Hij, die in strijd handelt met de bepalingen der artikelen 1 – 6, dan wel deze ontduikt, wordt – voor zoover ingevolge andere voorschriften een zwaardere straf is bedreigd – gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van ten hoogste duizend gulden of met een van deze straffen.Artikel 10.
Deze beschikking treedt in werking op den dag harer afkondiging.