Op de volgende pagina volgt een compleet overzicht van alle gardetanklegers (Russisch: gvardeiskaya tankovaya armia, meervoud gvardeiskiye tankoviye armii) die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Rode Leger zijn geformeerd.
In totaal werden er tijdens de oorlog zes gardetanklegers gevormd en ingezet. Eenheden en formaties konden voor buitengewone verdiensten in de strijd tot de gardestatus worden verheven en vier van de zes gardetanklegers zijn dan ook op deze manier ontstaan. Alleen het 3e en 5e Gardetankleger waren geheel nieuwe formaties die niet uit een bestaand tankleger voortkwamen.
De gardetanklegers hadden geen andere shtat (organisatietabel, het Sovjetequivalent van de Duitse KStN en de Amerikaanse TO&E) dan de reguliere tanklegers, waar bij de infanterie bijvoorbeeld wel een onderscheid werd gemaakt en gardejagerdivisies ietwat beter uitgerust waren dan reguliere jagerdivisies. Het enige verschil was dat de gardetanklegers in 1944 eerder plachten over te stappen op het nieuwe model van de T-34 met een 85mm-kanon, de T-34/85, hoewel ook een aantal reguliere pantsereenheden snel overstapten op de T-34/85. Het lijkt erop dat de toebedeling van nieuwe wapens vooral te maken had met de op handen zijnde missie van de desbetreffende eenheid en niet zozeer met de eventuele gardestatus.
Volgens de militaire doctrine van het Rode Leger was het de taak van gewone infanterielegers (armii) en in het bijzonder stoottroepenlegers (udarniye armii) om een doorbraak te bewerkstelligen. Het was vervolgens aan de (garde)tanklegers om deze doorbraak te benutten, diep in vijandelijk gebied door te dringen en de vijandelijke achterhoede en verbindingsnetwerken te ontregelen. Met een gemiddelde sterkte van tussen de 600 en 750 tanks en stukken gemotoriseerd geschut waren de (garde)tanklegers hier uitermate geschikt voor. De (garde)tanklegers werden dan ook vrijwel uitsluitend ingezet als pantserspeerpunt in belangrijke frontsectoren. Om een indruk te krijgen van de precieze numerieke sterkte van een gardetankleger: het 3e Gardetankleger beschikte in juli 1943, tijdens de operaties bij Oryol, over 731 tanks, 700 kanonnen en mortieren en 40.000 man.
N.B.:
1e Gardetankleger (1 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Mikhail Y. Katukov (kol.gen. der tanktroepen) | 25-04-1944 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
1e Oekraïense Front | 25-04-1944 - okt 1944 | |
Stavka-reserve | Okt 1944 - nov 1944 | |
1e Wit-Russische Front | Nov 1944 - 08-03-1945 | |
2e Wit-Russische Front | 08-03-1945 - 24-03-1945 | |
1e Wit-Russische Front | 24-03-1945 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
8e Gemechaniseerde Gardekorps | 25-04-1944 - einde oorlog | |
11e Gardetankkorps | 25-04-1944 - einde oorlog | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 1e Gardetankleger ontstond op 25 april 1944 door het 1e Tankleger (II) tot de gardestatus te verheffen. In de zomer van 1944 nam het leger deel aan de Lvov-Sandomierz-operatie in het westen van Oekraïne en Oost-Polen. Hierna trok het leger door Polen en begin 1945 was het betrokken bij de gevechten om Warschau en Poznań. In februari 1945 boog het leger af naar het noordwesten om de Duitse troepenmacht in Pommeren te elimineren, die een bedreiging vormde op de rechterflank van de opmars richting Berlijn. Hiervoor werd het leger tijdelijk aan het 2e Wit-Russische Front toegewezen. Vanaf april 1945 was het leger betrokken bij de opmars naar en verovering van Berlijn, waarbij het leger zware verliezen leed. Na de oorlog werd het 1e Wit-Russische Front hernoemd tot Groep Sovjetbezettingsstrijdkrachten in Duitsland en bleef het 1e Gardetankleger in Duitsland gestationeerd. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Geen | ||
2e Gardetankleger (2 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Aleksei I. Radziyevsky (lt.gen.) | 20-11-1944 - 07-01-1945 | |
Semyon I. Bogdanov (kol.gen. der tanktroepen) | 07-01-1945 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
1e Wit-Russische Front | 20-11-1944 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
9e Tankkorps | 20-11-1944 - dec 1944 | |
9e Gardetankkorps | 20-11-1944 - einde oorlog | |
1e Gemechaniseerde Korps | 20-11-1944 - einde oorlog | |
12e Gardetankkorps | Jan 1945 - einde oorlog | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 2e Gardetankleger ontstond op 20 november 1944 door het 2e Tankleger tot de gardestatus te verheffen. Het leger trok door Polen en begin 1945 nam het deel aan de gevechten om Warschau en Poznań. In februari 1945 boog het leger af naar het noordwesten om de Duitse troepenmacht in Pommeren te elimineren, die een bedreiging vormde op de rechterflank van de opmars richting Berlijn. Hiervoor werd het leger tijdelijk aan het 2e Wit-Russische Front toegewezen. Vanaf april 1945 was het leger betrokken bij de opmars naar en verovering van Berlijn, waarbij het leger zware verliezen leed. Na de oorlog werd het 1e Wit-Russische Front hernoemd tot Groep Sovjetbezettingsstrijdkrachten in Duitsland en bleef het 2e Gardetankleger in Duitsland gestationeerd. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Geen | ||
3e Gardetankleger (3 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Pavel S. Rybalko (lt.gen., vanaf 30-12-1943 kol.gen.) | 14-05-1943 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
Stavka-reserve | 14-05-1943 - 13-07-1943 | |
Bryansk-Front | 13-07-1943 - 26-07-1943 | |
Centrale Front | 26-07-1943 - 13-08-1943 | |
Stavka-reserve | 13-08-1943 - 06-09-1943 | |
Voronezh-Front | 06-09-1943 - okt 1943 | |
1e Oekraïense Front | Okt 1943 - 29-08-1944 | |
Stavka-reserve | 29-08-1944 - 19-10-1944 | |
1e Oekraïense Front | 10-10-1944 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
12e Tankkorps (vanaf 26-07-1943 6e Gardetankkorps) | 14-05-1943 - einde oorlog | |
15e Tankkorps (vanaf 26-07-1943 7e Gardetankkorps) | 14-05-1943 - einde oorlog | |
7e Gemechaniseerde Gardekorps | Jul 1943 - aug 1943 | |
9e Gemechaniseerde Korps | Sep 1943 - einde oorlog | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 3e Gardetankleger werd nieuw geformeerd op 14 mei 1943. In de zomer van 1943 nam het leger deel aan operatie Kutuzov bij Oryol en de gevechten bij Kursk. Via Sumy en Kiev trok het leger door Noord-Oekraïne. Eind 1943 en begin 1944 vocht het leger bij Zhitomir en Berdichev en in de lente bij Chernovtsy in het zuidwesten van Oekraïne. In de zomer van 1944 nam het leger deel aan de Lvov-Sandomierz-operatie in het westen van Oekraïne en Oost-Polen. Hierna volgde inzet in Silesië. Vanaf hier rukte het leger in noordwestelijke richting op richting Berlijn. Vanaf april 1945 was het leger betrokken bij de opmars naar en verovering van Berlijn. In de slotfase van de oorlog nam het leger deel aan het offensief richting Praag. Na de oorlog werd het 1e Oekraïense Front hernoemd tot Centrale Strijdkrachtengroep en was het 3e Gardetankleger als onderdeel van deze legermacht in Oostenrijk en Hongarije gestationeerd. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Geen | ||
4e Gardetankleger (4 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Dmitry D. Lelyushenko (kol.gen.) | 17-03-1945 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
1e Wit-Russische Front | 17-03-1945 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
10e Gardetankkorps | 17-03-1945 - einde oorlog | |
5e Gemechaniseerde Gardekorps | 17-03-1945 - einde oorlog | |
6e Gemechaniseerde Gardekorps | 17-03-1945 - einde oorlog | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 4e Gardetankleger ontstond op 17 maart 1945 door het 4e Tankleger (II) tot de gardestatus te verheffen. Vanaf april 1945 was het leger betrokken bij de opmars naar en verovering van Berlijn. In de slotfase van de oorlog nam het leger deel aan het offensief richting Praag. Na de oorlog werd het 1e Oekraïense Front hernoemd tot Centrale Strijdkrachtengroep en was het 4e Gardetankleger als onderdeel van deze legermacht in Oostenrijk en Hongarije gestationeerd. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Orde van de Rode Banier | ||
5e Gardetankleger (5 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Pavel A. Rotmistrov (lt.gen. der tanktroepen, vanaf 20-10-1943 kol.gen. der tanktroepen, vanaf 21-02-1944 maarschalk der pantsertroepen) | 25-02-1943 - 08-08-1944 | |
Mikhail D. Solomatin (lt.gen. der tanktroepen) | 08-08-1944 - 18-08-1944 | |
Vasily T. Volsky (lt.gen. der tanktroepen, vanaf 26-10-1944 kol.gen. der tanktroepen) | 18-08-1944 - 16-03-1945 | |
Maksim D. Sinenko (gen.maj. der tanktroepen) | 16-03-1945 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
Stavka-reserve | 25-02-1943 - 09-07-1943 | |
Voronezh-Front | 09-07-1943 - 09-08-1943 | |
Steppefront | 09-08-1943 - sep 1943 | |
Stavka-reserve | Sep 1943 - okt 1943 | |
2e Oekraïense Front | Okt 1943 - 27-05-1944 | |
Stavka-reserve | 27-05-1944 - 23-06-1944 | |
3e Baltische Front | 23-06-1944 - 03-08-1944 | |
1e Baltische Front | 03-08-1944 - dec 1944 | |
2e Wit-Russische Front | Dec 1944 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
29e Tankkorps | 25-02-1943 - einde oorlog | |
5e Gemechaniseerde Gardekorps | 25-02-1943 - mei 1944 | |
18e Tankkorps | Jul 1943 - mei 1944 | |
3e Gardetankkorps | Mei 1944 - dec 1944 | |
10e Tankkorps | Dec 1944 - feb 1945 | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 5e Gardetankleger werd nieuw geformeerd op 25 februari 1943. In de zomer van 1943 speelde het leger een sleutelrol tijdens de slag bij Prokhorovka, onderdeel van de slag bij Kursk en de grootste tankslag uit de geschiedenis. Begin 1944 was het leger betrokken bij de gevechten bij Korsun, Shevchenkovo en Cherkassy. In juni 1944 vormde het leger de belangrijkste pantserspeerpunt tijdens operatie Bagration. Hierna vocht het leger mee tijdens de bevrijding van Minsk en later Vilnius. Het leger leed hier zware verliezen. Eind 1944 hielp het 5e Gardetankleger bij het omsingelen van een Duitse strijdmacht in Memel (Klaipėda). Het leger vocht hierna in Oost-Pruisen, rukte op richting Elbing en sneed hierbij een grote Duitse troepenmacht af van Heeresgruppe Mitte, waardoor de Heiligenbeiler Kessel werd gevormd. Van begin april 1945 tot het einde van de oorlog was het leger actief in het mondingsgebied van de Weichsel. Na de oorlog was het leger gestationeerd in Wit-Rusland. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Orde van de Rode Banier | ||
6e Gardetankleger (6 gvardeiskaya tankovaya armia) | ||
Bevelhebbers: | ||
Andrei G. Kravchenko (lt.gen. der tanktroepen, vanaf 13-09-1944 kol.gen. der tanktroepen) | 12-09-1944 - einde oorlog | |
Onderdeel van: | ||
2e Oekraïense Front | 12-09-1944 - 16-03-1945 | |
3e Oekraïense Front | 16-03-1945 - 13-04-1945 | |
2e Oekraïense Front | 13-04-1945 - mei 1945 | |
Transbaikalfront | jul 1945 - einde oorlog | |
Belangrijkste ondergeschikte eenheden: | ||
5e Gardetankkorps | 12-09-1944 - einde oorlog | |
9e Gemechaniseerde Gardekorps | 12-09-1944 - einde oorlog | |
4e Gemechaniseerde Gardekorps | Dec 1944 - jan 1945 | |
2e Gemechaniseerde Gardekorps | Apr 1945 - mei 1945 | |
7e Gemechaniseerde Korps | Aug 1945 - einde oorlog | |
Beknopte operationele geschiedenis: | ||
Het 4e Gardetankleger ontstond op 12 september 1944 door het 6e Tankleger tot de gardestatus te verheffen. In oktober vocht het leger bij Debrecen in Hongarije en vanaf medio december nam het deel aan het offensief richting Boedapest. In maart 1945 werd het leger aan het 3e Oekraïense Front toegewezen voor de aanval op Wenen. Vanaf eind maart was het leger betrokken bij de operaties in de regio Bratislava-Brno. In mei nam het leger deel aan de aanval op Praag. In juni werd het leger via het spoor overgeplaatst naar het Verre Oosten, om daar vanaf augustus deel te nemen aan de operaties bij Khingan en Mukden en de opmars over de vlaktes van Centraal-Mantsjoerije. Het leger droeg in augustus in belangrijke mate bij aan de snelle capitulatie van het Japanse Kwantung-Leger. Na de Japanse overgave bleef het 6e Gardetankleger gestationeerd in de Transbaikal. | ||
Aan formatie verleende onderscheidingen: | ||
Geen |