TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Oorspronkelijke tekst

Eidesstattliche Erklärung, Dokument NO-4314


Ich, Ernst Emil Heinrich BIEBERSTEIN, schwoere, sage aus und erklaere:

        1. Ich wurde am 15. Februar 1899 in HILCHENBACH Kreis Siegen/ Westfalen geboren. Mein Name war frueher SCHZYMANOWSKI. Ich besuchte die Volksschule in MUELHEIM an der Ruhr und in NEUMUENSTER/ Holstein und das Humanistische Gymnasium, wo ich im Jahre 1917 mein Abiturium machte. Vom Jahre 1917 bis Maerz 1919 diente ich beim Militaer als Schuetze. Ab Maerz 1919 bis 1921 studierte ich evangelische Theologie. Meine erste theologische Pruefung habe ich im April 1921 gemacht, danach ein halbes Jahr Predigerseminar und ein halbes Jahr Lehrfikariat. Die erste Anstellung als Pfarrer erhielt ich am 28. Dezember 1924 in KATING/Schleswig-Holstein und ab November 1933 bis August 1935 war ich Kirchenprobst (Suberintendant) in Bad SEGEBERG, Holstein. Im August 1935 wurde ich als theologische Fachkraft in das Reichsministerium fuer die kirchlichen Angelegenheiten nach BERLIN berufen und war bis zu meiner Einziehung am 10. Maerz 1940 in dieser Stellung taetig. Als Angehoeriger des Heeres habe ich am Westfeldzug (Holland, Frankreich) als Unteroffizier teilgenommen. Am 22. Oktober 1940 wurde ich vom Reichsbevollmaechtigten fuer die innere Verwaltung u.k. gestellt und dem Chef der Sicherheitspolizei und SD zugewiesen. Mit Wirkung vom 1. Juni 1941 bis Juni 1942 war ich Leiter der Stapostelle OPPELN. Im Juni 1942 wurde ich nach Russland als Fuehrer des Einsatzkommandos 6 der Einsatzgruppe C nach KIEW kommandiert, jedoch verzoegerte sich meine Abreise nach Russland bis September 1942. Ab Juni 1943 bis 1944 uebte ich keine Funktion aus. Vom Februar 1944 bis 29. April 1945 war ich in der Wirtschaftsabteilung des obersten Kommissars beim Reichstatthalter Von in TRIËST in KLAGENFURT beschaeftigt. Ich kehrte dann nach NEUMUENSTER zurueck und kam dort am 1. Juli 1945 in Haft.

       2. Ich war seit 1926 Mitglied der NSDAP, meine Parteinummer ist 40718. Seit 13.9.1936 war ich Mitglied der SS, meine SS Mitgliedsnummer ist 272692. von 1934 bis 1935 war ich Kreisschulungsleiter in Bad SEGEBERG.

       3. Waehrend meiner Dienstzeit als Chef des Einsatzkommandos 6 in der Zeit vom September 1942 bis Juni 1943 sind in dem mir zugeteilten Raum cirka 2000 bis 3000 Hinrichtungen vom Einsatzkommando 6 vorgenommen worden. Ich selbst beaufsichtigte eine Exekution in Rostow, die mit Hilfe eines Gaswagens vorgenommen wurde. Die zum Tode bestimmten Personen wurden, nachdem ihnen Geld- und Wertsachen und zum Teil auch Kleidung abgenommen worden waren, in den Gaswagen eingeladen. Der Gaswagen fasste ungefaehr 50 - 60 Leute. Das Fahrzeug fuhr dann zu einem Ort ausserhalb der Stadt, wo Mitglieder des Kommandos bereits ein Massengrab geschaufelt hatten. Ich selbst habe das Ausladen der Leichen gesehen, ihre Gesichter waren nicht verzerrt. Der Tod dieser Leute war ohne Krampferscheinungen eingetreten. Waehrend der Entladung war kein Arzt, der den eingetretenen Tod feststellen haette koennen, anwesend. Der Gaswagen wurde von dem Fahrer SACKENREUTER aus NUERNBERG gefahren. Derselbe war ueber den Gebrauch des Gaswagens genauestens unterrichtet und hatte Spezialkurse hierfuer mitgemacht.

       4. Waehrend meiner Dienstzeit als Chef des Einsatzkommandos 6 hatte ich 2 VerbindungVerwaltungsfuehrer, zunaechst Obersturmfuehrer NIEGBUR und Untersturmfuehrer HOMANN. Der letztere teilte mir eines Tages mit, dass das Einsatzkommando einen Ueberschuss von 100.000 Mark hatte. Dieser Betrag stammte von den zur Exekution bestimmten Personen, die Geld und Wertsachen abliefern mussten.

       5. Da mein Einsatzkommando verschiedene Staedte bearbeitete und von Zeit zu Zeit nur eine geringe Anzahl von Menschen auf einmal hinzurichten hatte, wurde nicht immer der Gaswagen gebraucht. Ich habe auch Exekutionen, die mit der Feuerwaffe durchgefuehrt worden sind, beigewohnt. Die zur Exekution bestimmten Personen mussten am Rande der Grube niederknien und Mitglieder meines Kommandos haben den Hinzurichtenden einen Genickschuss mit einer Maschinenpistole. Die getoeteten Personen fielen danach meistens in die Grube. Ich hatte keinen besonderen Spezialisten fuer Genickschuss. Auch bei dieser Art von Exekutionen war kein Arzt anwesend.

       6. Waehrend meiner Dienstzeit als Leiter der Stapoleitstelle OPPELN, ist mir bekannt, dass durch Geheime-Reichssache angeordnet war, dass Leute von uns abzustellen seien, um in Kriegsgefangenenlagern nach bolschewistischen Triebkraeften zu suchen. Diese Leute, die von diesen Kommandos aussortiert worden waren, wurden in das Konzentrationslager Auschwitz gebracht. Ich weiss nicht, was mit diesen Leuten in Auschwitz passiert ist.

Ich habe obige Aussage, bestehend aus drei (3) Seiten in deutscher Sprache gelesen und erklaere, dass dies die volle Wahrheit nach meinem besten Wissen und Glauben ist. Ich hatte Gelegenheit, Aenderungen und Berichtigungen in obiger Erklae- rung zu machen. Diese Aussage habe ich freiwillig gemacht, ohne jedwedes Versprechen auf Belohnung und ich war keinerlei Zwang oder Drohung ausgesetzt.

Nuernberg, den 2. Juli 1947
[Unterschift] Ernst Biberstein

Before me, Rolf Wartenberg, D-090064, an U.S. Civilian appeared Ernst Emil Heinrich BIEBERSTEIN, to me known, who in my presence signed the foregoing statement (EIDESSTATTLICHE ERKLAERUNG) consisting of three pages in the German language and swore the same was true on the 2nd day of July 1947 in Nuremberg, Germany.

[Unterschrift]
Rolf Wartenberg

Afbeeldingen

Ernst Emil Heinrich Biberstein Bron: www.ns-archiv.de.

Vertaling

Beëdigde verklaring, Document No-4314


Ik, Ernst Emil Heinrich Biberstein, zweer en verklaar onder ede:

       1. Ik werd op 15 februari 1899 in Hilchenbach, Kreis Siegen in Westfalen geboren. Mijn naam luidde vroeger SCHZYMANOWSKI. Ik bezocht de volksschool in Mühlheim aan de Roer en in Neumünster, Holstein en het Humanistisch Gymnasium waar ik in 1917 eindexamen deed. Van 1917 tot maart 1919 diende ik als soldaat in het leger. Vanaf maart 1919 tot 1921 studeerde ik evangelische theologie. Mijn eerste theologische examen deed ik in april 1921, studeerde daarna een half jaar aan het priesterseminarie en een jaar aan het vicariaat. Ik kreeg mijn eerste aanstelling als priester op 28 december 1924 in KATING, Schleswig/Holstein en vanaf november 1933 tot augustus 1935 was ik hoofd van het kerkbestuur in Bad SEGEBERG in Holstein. In augustus 1935 werd ik als theologisch medewerker aan het Rijksministerie voor Kerkelijke aangelegenheden in BERLIJN benoemd en was tot mijn indiensttreding op 10 mei 1940 in deze functie actief. Als lid van het leger heb ik aan de 'Westfeldzug' (Holland, Frankrijk) deelgenomen als onderofficier. Op 22 oktober 1940 werd ik door de Rijksgevolmachtigde voor het Binnenlands Bestuur vrijgesteld van militaire dienst en aan de Chef van de Veiligheidspolitie en SD toegewezen. Vanaf 1 juni 1941 tot juni 1942 was ik leider van het Staatspolitiebureau (Stapostelle) in OPPELN. In juni 1942 werd ik als commandant van Einsatzkommando 6 - Einsatzgruppe C naar KIEV in Rusland overgeplaatst maar mijn vertrek naar Rusland werd tot september 1942 uitgesteld. Vanaf juni 1943 tot 1944 oefende ik geen enkele functie uit. Van februari 1944 tot 29 april 1945 was ik werkzaam aan de wetenschappelijke afdeling van de Hoofdcommissaris in TRIËST. Ik keerde toen naar NEUMÜNSTER terug en kwam daar op 1 juli 1945 in gevangenschap.

       2. Ik was sinds 1926 lid van de NSDAP, mijn partijnummer is 40718. Sinds 13.9.1936 was ik lid van de SS, mijn SS lidnummer is 272692. Van 1934 tot 1935 was ik Hoofd opleidingen (Kreisschulungsleiter) in Bad SEGEBERG.

       3. Gedurende mijn diensttijd als Chef van Einsatzkommando 6 in de periode september 1942 tot juni 1943 zijn in het mij toegewezen gebied ongeveer 2000 tot 3000 executies door het Einsatzkommando 6 voltrokken. Ikzelf hield toezicht op een executie bij Rostow die met behulp van een gaswagen werd voltrokken. De voor executie aangewezen personen werden, nadat hen geld, waardeartikelen en gedeeltelijk ook kleding was afgenomen, in de gaswagens geladen. De gaswagen kon ongeveer 50 tot 60 mensen houden. Het voertuig reed dan naar een plaats buiten de stad waar leden van het Kommando al een massagraf hadden gedolven. Ik heb zelf het uitladen van de lijken gezien, hun gezichten waren niet verwrongen. De dood van deze mensen was zonder verschijnselen van kramp ingetreden. Gedurende het uitladen was er geen arts aanwezig, die het intreden van de dood had kunnen vaststellen. De gaswagen werd door chauffeur SACKENREUTER uit NEURENBERG bestuurd en hij had daarvoor een speciale opleiding gevolgd.

       4. Gedurende mijn diensttijd als Chef van Einsatzkommando 6 had ik twee Verwaltungsführer onder me, eerst Obersturmführer NIEGBUR en daarna Untersturmführer HOMANN. De laatste deelde me op een dag mee dat het Einsatzkommando een overschot van 100.000 Mark had. Dit bedrag was afkomstig van voor executie aangewezen personen, die hun geld en waardeartikelen hadden moeten afgeven.

       5. Omdat mijn Einsatzkommando in verschillende steden werkte en er van tijd tot tijd slechts een klein aantal mensen per keer moest worden geëxecuteerd, werd de gaswagen niet altijd gebruikt. Ik heb ook executies bijgewoond die met een vuurwapen werden voltrokken. De voor executie aangewezen personen moesten aan de rand van de groeve neerknielen en leden van mijn Kommando hebben hen met een machinepistool een nekschot gegeven. De gedode personen vielen dan meestal in de groeve. Ik had geen echte specialisten voor het nekschot. Ook bij deze vorm van executie was geen arts aanwezig.

       6. Gedurende mijn diensttijd als leider van Staatspolitiebureau (Stapostelle) in OPPELN is het mij bekend dat volgens Geheime Staatssache (Geheime Staatsaangelegenheid) bevolen was dat door ons mensen in krijgsgevangenkampen moesten worden geplaatst om naar bolsjewistische elementen te zoeken. De mensen, die door deze Kommandos werden uitgezocht, werden naar het concentratiekamp Auschwitz overgebracht. Ik weet niet wat er met deze mensen in Auschwitz is gebeurd.

Ik heb bovenstaande verklaring in de Duitse taal, bestaande uit 3 pagina's gelezen en verklaar dat dit naar beste eer en geweten de volle waarheid is. Ik heb de gelegenheid gehad, in bovenstaande verklaring veranderingen en opmerkingen aan te brengen. Deze verklaring heb ik vrijwillig afgelegd, zonder enige afspraak omtrent een beloning en ik ben aan geen enkele dwang of dreiging blootgesteld.

Neurenberg, 2 juli 1947
Was getekend
Ernst Biberstein

Voor mij, Rolf Wartenberg, D-090064, Amerikaans staatsburger, verscheen Ernst Emil Heinrich BIBERSTEIN, aan mij bekend die in mijn tegenwoordigheid bovenstaande verklaring (EIDESSTATTLICHE ERKLAERUNG) in de Duitse taal, bestaande uit 3 pagina's heeft ondertekend en heeft gezworen dat dit de waarheid was.

Gedaan op de 2de dag van juli 1947 in Neurenberg, Duitsland.

Was getekend
Rolf Wartenberg

Informatie

Vertaald door:
Arnold Palthe
Geplaatst op:
04-05-2006
Laatst gewijzigd:
26-12-2018
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Gerelateerde personen