TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

The Bridge on the River Kwai

Titel: The Bridge on the river Kwai
Acteurs: William Holden, Alec Guinness, Jack Hawkins, Sessue Hayakawa, James Donald, Ann Sears e.a.
Regisseur: David Lean
Uitgebracht: 1957
Verkrijgbaarheid: DVD, 5.1 Engels; Nederlandstalige ondertiteling.
Bijzonderheden:

- Columbia Tristar Home Video bracht deze DVD uit in hun Columbia Classics Collection. Bijgesloten zijn vele leuke extra's.
- Alec Guinness speelt voortreffelijk, maar was slechts de derde in rij die de rol aangeboden kreeg.
- De film is gebaseerd op het boek van de Fransman Boulle. Voor het schrijven van het script was hij de enige die vermelding kreeg in de aftiteling omdat de scriptwriters Wilson en Foreman door het FBI verdacht werden van communistische sympathieën. Ze zouden slechts postuum -bij de restauratie van de film- hun terechte plaats in de aftiteling opnemen.
- Boule zou het meest bekend worden met zijn scenario voor “Planet of the Apes”.
- Deze film won zeven Academy Awards: Best Picture, Best Director, Best Actor (Alec Guinness), Best Adapted Screenplay (Pierre Boulle, Michael Wilson, Carl Foreman), Best Cinematography (Jack Hildyard), Best Editing (Peter Taylor), Best Score (Malcolm Arnold), een nominatie voor Best Supporting Actor (Sessue Hayakawa) én nog vele, vele internationale prijzen.
- De geliefde mars uit deze film (die ook de basis vormde voor de themamuziek van de film) is de “Colonel Bogey March” uit 1914. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog had een slinkse Britse soldaat eigen woorden op de melodie gezet, wat de melodie alleen maar populairder maakte. De woorden worden echter -omwille van het fatsoen- niet in de film gebruikt... maar ik kan deze u niet onthouden:

Hitler has only got one ball,
Göring has two but very small,
Himmler has something sim'lar,
But poor old Goebbels has no balls at all

Omschrijving:

In “Bridge on the River Kwai” moeten Britse krijgsgevangenen onder toezicht van harde en soms gewetenloze Japanse officieren in sneltempo een brug over de rivier Kwai bouwen. Het leven van de gevangenen speelt voor de Japanse commandant geen rol: de brug moet op tijd af. Spanningen blijven dan ook niet uit en al snel zullen Kolonel Nicholson en Kolonel Saito, elk elkaars tegenhanger doch gelijkend in hun koppigheid, genadeloos botsen.

Laat ik maar niet rond de pot draaien, deze film behoort gewoon tot het neusje van de zalm voor hen die een interesse hebben in oorlogfilms.

Hoewel het verhaal slechts losjes gebaseerd is op het bouwen van de échte brug over de rivier “Kwai” staat deze film synoniem voor het lijden van alle krijgsgevangenen in Azië. Dit oorlogsepos weet ondanks de historische onvolkomenheden een correcte blik op het ruimere verleden te bieden én overstijgt het louter factuele door des te dieper in te graven op het menselijke aspect van oorlog en moraliteit.

Maar goed, laten we eerst de criticasters tevreden stellen en dieper ingaan op de historische fouten in deze film. Jammer genoeg zijn die van zulke aard dat elk andere film met zulke fouten bij mij totaal afgeschreven zou zijn. Een WO2 film dient zich zoveel mogelijk aan de werkelijke loop van de geschiedenis te houden. Doch is de opzet van deze film niet zozeer het verhaal van de brug, maar het verhaal van “de soldaat”.

Allereerst is er géén rivier Kwai. Er zijn namelijk de kleine en de grote Kwai die samenvloeien in de Meh Klong. De infame Birma spoorlijn loopt langs de Meh Klong, steekt dan de Kweh Hjai (grote Kwai) over om vervolgens de Kweh Noi (kleine Kwai) te volgen. De brug in kwestie staat er trouwens nog steeds, en bestaat uit beton en staal (en geen hout zoals in de film).

De Japanse commandant Saito was in werkelijkheid een redelijk man, die zich eerder met het algemene overzicht van het kamp en het bouwen van de brug bezig hield i.p.v. zoals in de film de directe controle over het project over te nemen. Hij was niet te beroerd de krijgsgevangenen goed te behandelen in ruil voor hun arbeid.

Ook de held van het verhaal, kolonel Nicholson - in werkelijkheid de Britse kolonel Toosey- was een héél ander man dan in de film. Hij was een beheerst man die onderhandelde tot hij het beste voor zijn mannen gekregen had. Het laatste waar hij interesse in had was het meebouwen aan de brug... Toch is Toosey tot zijn dood zwijgzaam gebleven, maar heeft hij een bandopname nagelaten waarin hij de werkelijke historie van de brug over de Kweh Hjai nalaat aan de wereld.

Tussen deze twee officieren groeide zo’n respect dat Toosey op het proces tegen Saito (subliem gespeeld door Sessue Hayakawa,vooral bekend uit de stomme film, vandaar zijn geweldige mimiek) in de verdediging ging voor Saito en hem waarschijnlijk zo het leven redde. Hiervoor zou Saito hem levenslang dankbaar blijven. Toen Toosey stierf kwam Saito zelfs eenmaal op bedevaart naar diens graf.

Jammer is tenslotte ook dat de Nederlandse bijdrage aan het bouwen van deze brug en spoorlijn in de filmwereld over het hoofd gezien is. Er waren meer nationaliteit aan het werk aan de spoorlijn dan de film doet vermoeden.

Kortom, genoeg fouten om deze film nooit te gaan zien, juist? Fout!

Deze film mag dan losjes omgaan met de harde feiten rond de “Kwai” rivier, het schetst een accuraat beeld van de algemene omstandigheden van de krijgsgevangenen rond de Birma spoorlijn en de Japanse mentaliteit in 1942-43. Meer nog, hij werpt vragen op omtrent moraal, eigenwaarde, hiërarchie en respect. Diezelfde vragen zijn tot op de dag van vandaag actueel en dit verklaart ook deels de blijvende populariteit van deze film.

De diepzinnige aspecten van de film worden ons trouwens niet belerend gebracht, maar worden ons beetje bij beetje aangevoerd. Van de besloten conversaties tussen Nicholson en Saito: “I do not think you quite realize my position. I must carry out my orders...” tot kleine , maar veel betekenende uitspraken zoals “ all i need is love” en het befaamde: “What have I done”...

Over dit verhaal is duidelijk lang nagedacht, de afwisselende wendingen, de uitgekiende conversaties, het knappe camerawerk en de adembenemende landschappen… deze film moest gewoon een klassieker worden!

Hoe dicht “Bridge on the River Kwai” bij de realiteit staat, blijkt ook uit de vele verhalen van de gevangenen zelf, zoals deze biografie van J. N. Duckworth die werkte aan de brug over de “Kwai”:

Then came cholera. This turns a full-grown man into an emaciated skeleton - overnight twenty, thirty, forty and even fifty deaths were the order of the day. The medical kit we had brought could not come with us. We were told it would come on. It never did. We improvised bamboo holders for saline transfusions, and used boiled river water and common salt to put in to the veins of the victims. Cholera raged. The Japanese still laughed and asked ‘How many dead men?’. We still had to work, and work harder. Presently there came dysentery and beriberi - that dreaded disease bred of malnutrition and starvation. Tropical ulcers, diphtheria, mumps and smallpox all added to the misery and squalor of the camp on the hillside where water flowed unceasingly through the huts at the bottom. A rising feeling of resentment against the Japanese, the weather and general living conditions, coupled with the knowledge that the officers could do little or nothing about it, made life in the camp full of dreams that each day would bring something worse. The lowest daily death rate came down to seventeen only as late as September 1943, when the weather improved and things began to get a little better. Yet we had to work - there was no way out of it. Escape through the jungle, as many gallant parties attempted, would only end in starvation and disease; if the party survived and were eventually captured, the torture which followed was worse than death itself.

Deze emoties komen nog meer tot hun recht door de ijzersterke cast (vooral Guinness brengt door zijn knappe prestatie eer aan de geschiedenis en de krijgsgevangenen van toen) en bekwame regisseur: “Lawrence of Arabia”, “In wich we serve”, “Doctor Zhivago”,... zijn allemaal van Lean’s hand.

Laten we het tenslotte eens over de kwaliteit van deze DVD hebben, hij is nu in de “Columbia Classics-reeks” verkrijgbaar in een uitzonderlijk mooie box met daarin het originele souvenirboekje uit ’57 en minireproducties van de originele filmaffiches. Verder krijgen we twee DVD’s: ééntje met de film, een tweede tjokvol extra’s: een bioscooptrailer, drie mini documentaires, een fotogalerij, screensavers (dvd-rom) en filmografieën van cast en crew. Een mooie aanwinst dus voor een scherpe prijs.

Wat helaas een zeldzame keer wat minder scherp is, zijn de beelden. Zelfs na restauratie blijft wat betreft de kleur en beeldscherpte soms dvd-kwaliteit toch nét achterwege. Toch stoort dit over het algemeen niet, integendeel het draagt zelfs bij tot de charme van de film.

Samengevat is deze film een cinegrafisch relikwie, een pleitbezorger voor menswaardige behandeling, bron van (zelf)reflectie en tegelijk fervent aanklager van oorlog. Een film die boordevol actie, uitgekiende dialogen en sub-plotten zit én ook nog eens stemt tot nadenken... Het klinkt cliché maar: zo maken ze ze toch niet meer...

Beoordeling: (Topper, verplicht filmvoer )

Informatie

Artikel door:
Bastiaan Rozen
Geplaatst op:
13-06-2005
Laatst gewijzigd:
22-01-2012

Afbeeldingen

De Columbia Classics Collection met allerlei leuke extra's.