TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Hobson, Clive Donald

Overlijdensdatum:
29 april 1945
Begraven op:
Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Rangoon
Vak: 3. Rij: C. Graf: 14.
Dienstnummer:
202379
Nationaliteit:
Britse (1801-heden, Koninkrijk)

Biografie

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Acting Brigadier (Waarnemend Brigade Generaal)
Toegekend op:
20 december 1945
Aanbeveling:
Onderwerp: Diensten van wijlen Brigadier Clive Hobson; Britse militaire missie in China. (Birma)
Aan: HBM Consul generaal, Kunming, China.
1.Het is wenselijk om het onderstaande met betrekking tot de diensten van bovengenoemde officier op te nemen in de officiële stukken. Ik sta in voor de juistheid van die punten waarbij wordt vermeld dat persoonlijke kennis de bron van de informatie is.
2. In maart en april 1942 was ondergetekende de Oudste Amerikaanse Verbindingsofficier bij Generaal Stillwell's missie in Lashio. In die periode trad Colonel, later Brigadier Clive Hobson, op in die hoedanigheid met betrekking tot de Britse missie. Het is een historisch feit dat in die tijd geheel Birma in chaos verkeerde en weinigen zich bewust waren van het bestaande gevaar en de vereiste ongewone inspanninngen van de zijde van alle Geallieerden om de dagelijkse opmars van de Japanners te verhinderen. De Chinese bondgenoten trokken Birma binnen en waren op de hoogte van enkele scherp omlijnde verantwoordelijkheden waarvoor de Birmese regering toestemming had gegeven ze over te dragen. Er waren vele andere punten die noodzakelijkerwijs niet duidelijk omschreven waren in de overerenkomst met betrekking tot de inzet van Chinese troepen in Birma. Dat vereiste vermoeiende en sympathieke aandacht om tot een werkbare oplossing te komen.
3. In zijn dagelijkse contacten met de Chinezen en de Amerikanen genoot Brigadier Hobson het grote voordeel dat hij jaren in China had gewoond als hoge functionaris bij de British-American Tobacco Company en bovendien had hij een aanzienlijke ervaring met het werken met zowel Chinezen als Amerikanen. Ik stel zonder meer dat Brigadier Hobson beter was dan welke andere Britse of Geallieerde officier ook — waarmee ik in deze ongelukkige dagen contact had — in het samenbrengen van deze groepen, het regelen van transport en de bevoorrading daarna van Chinese troepen. Sommige details hieronder vermeld zijn een indicatie voor het werk dat hij deed.
4. Op of omstreeks 21 april 1942 was een grote Japanse colonne door Loilen getrokken op weg naar Lashio terwijl er slechts twee bataljons Chinese troepen in Lashio lagen ter verdediging tegen deze opmars. De Chinzen hadden zo veel vertrouwen in Brigadier Hobson dat zij hem het bevel over een van deze bataljons gaven en hem vroegen op te trekken om het oprukken van de vijand te stoppen. De groep was echter klein en was alleen maar in staat de vijandelijke opmars op te houden. Twee dagen later, toen de meeste Chinese en Geallieerde troepen Lashio al hadden verlaten, bleef Brigadier Hobson achter en was een van de laatsten die vertrok.
5. In plaats van zelf te vertrekken, zoals veruit de meeste Britse, Indiase en Geallieerde officieren deden die zich terugtrokken naar India voor de oprukkende Japanners uit, vertelde Brigadier Hobson mij zelf dat hij, zich volledig bewust van het daaraan verbonden gevaar en zijn verplichtingen jegens de Chinese troepen, besloot om bij hen te blijven. Ondergetekende zag hem het laatst omstreeks 1 mei in Wanting, China. In die tijd ondervonder Chinese troepen grote moeite bij hun terugtocht naar het noorden vanwege een ernstig tekort aan benzine en Brigadier Hobson, wetend dat er voorraden brandstof in Bhamo lagen, ging er met een konvooi heen om die te zoeken. Bij deze missie werd hij vergezeld door Captain Alex MacKay van de Britse militaire missie in China. Nadat hij in Bhamo brandstof had geladen en op de terugweg was naar de Chinese troepen, werd hij onderschept en door Japanse troepen gevangen genomen bij Nankham in Birma waarbij Captain MacKay werd gedood.
6. De informatie die volgt is grotendeels van horen zeggen, de bronnen zijn diverse officiële en inofficiële rapporten.
Na enige tijd in diverse gevangenkampen in Birma te hebben verbleven, belandde Brigadier Hobson uiteindelijk in het krijgsgevangenenkamp in Rangoon. Hij werd blijkbaar door zijn Geallieerde kameraden gekozen tot bevelvoerend officier van de Geallieerde gevangenen. Het is bekend dat hij vanwege zijn felle protesten bij de Japanse autoriteiten vanwege slechte behandeling van zijn ondergeschikten, in handen van de Japanners ernstig heeft geleden. Bij een gelegenheid zat hij in eeenzame opsluiting en bij minstens een gelegenheid werd zijn arm door een Japanse bewaker gebroken.
7. Brigadier Hobson werd gedood toen Geallieerde toestellen bij Pegu de colonne gevangenen beschoten die uit de gevangenis in Rangoon ontsnapten.
Ondergetekende heeft 3,5 jaar gediend in Birma, India en China, voornamelijk in actieve dienst, samen met Geallieerde officieren tijdens deze laatste oorlog. Ik ken niemand in bovengenoemd gebied die van meer waarde voor zijn land is geweest of meer erkenning verdient voor zijn diensten dan Brigadier Hobson..
Getekend: H.L. Boatner, Brigadier-General, USA. Plaatsvervangend commandant.

Oorspronkelijk aanbevolen voor een DSO maar teruggewaardeerd naar een MiD.
Mentioned in Dispatches

Bronnen

Foto