TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Debuf, Victor

Geboortedatum:
14 november 1923 (Oostende, Belgie)
Nationaliteit:
Belgische (1830-heden, Constitutionele Monarchie)

Biografie

Vic Debuf werd op 14 november 1923 geboren in Ostende en melde zich op 17 april 1942 vrijwillig voor dienst bij de Belgische strijdkrachten in Engeland. 5th (Belgian) SAS ontstond uit B Company, 2nd Battalion Belgian Fusiliers dat, na op 8 mei 1942 in Engeland gevormd te zijn, een parachutisten training volgde op Ringway. Na kwalificatie in oktober 1942 werd de compagnie voor tactische training toegevoegd aan het Britse 3rd Parachute Battalion. In januari 1943 werd het omgedoopt tot de Belgische Onafhankelijke Parachutistencompagnie en in augustus 1943 fungeerde het als No. 4 Company van het Britse 6th Parachute Battalion. Voortgezette training maakte dat de hele compagnie naar het Commando Training Center in Fort William ging voordat het zich in januari 1944 als 5 SAS bij de SAS Brigade voegde en operationele sprongen maakte in noordwest Europa. Op 10 september 1944, tijdens de SAS operatie Caliban in de provincie Belgisch Limburg maakte Debuf's sectie van 6 man deel uit van 2 groepen onder commando van Sergeant Melsens die een hinderlaag legden op de weg van Helchteren naar Bree. Nadat hij zijn mannen in een hinderlaag had gelgd in een "zandbak" op een met gras begroeide heuvel stond Melsens op de weg zijn opstelling te controleren toen de aankomst van een batterij 88mm kanonnen hem de dichtsbijzijnde sloot in dwong.
"Bevelen werden geschreeuwd. De kanonnen werden aan de kant van de weg opgesteld, munitie werd gelost en de lege munitiewagens opzij gezet," aldus een ooggetuigenverslag. Trooper Debuf lag in dekking achter zijn lichte mitrailleur en dacht, steeds nerveuzer, na over de laatste woorden van de sergeant: Boven alles, schiet niet onnodig." Geen sergeant meer. En Cpl Sas is buiten stembereik. In de zandbak heeft de korporaal bovendien zijn eigen problemen: een onvoldoende schootsveld. En dit is niet het moment om veldwerk te doen, zelfs niet het meest elementaire. De schutters duwen nog een munitiewagen naar de heuvel. De mitrailleurschutter kan niet lang meer stand houden, de vijand heeft hem bijna in de gaten. Hij staat op, de lichte mitrailleur op zijn heup, hij vuurt op Duitsers die hij kan zien en roept naar zijn kameraden: "Ren naar het bos en dek me". Er ligt al een aantal dode schutters in het gras. Gebruikmakend van de verrassing en de verwarring rennen de paras naar het bos en beginnen te schieten met hun automatische karabijnen, zo de terugtocht dekkend van de mitrailleurschutter die zich bij hen voegt. De Duitsers hergroeperen, proberen zelfs een omtrekkende beweging. De mitrailleurschutter maait ze weer neer terwijl de andere paras zich terugtrekken en vuren terwijl de mitrailleurschutter zich verder terugtrekt. Op deze manier worden de paras over 2 kilometer door de vijand achtervolgd die het tenslotte opgeeft. In het bivak verzorgen de paras de korporaal die 3 kogels in zijn arm heeft en wachten vergeefs op de terugkeer van Sgt Melsens wiens lichaam de volgende dag zal worden gevonden – met lege patroontassen – hij had tot het einde toe doorgevochten. De vijandelijke batterij telde 52 doden, nam ongeveer 50 gewonden aan boord en verdween weer richting Duitsland, weg van de strijd.
Na Caliban voerde de Belgische compagnie acties met jeeps uit tijdens het Ardennen offensief en toen, in april 1945, na het inlijven van veel vrijwilligers uit België, werd het het Belgische SAS Regiment en opereerde met 3 squadrons binnen het Canadese 2nd Corps in noord Nederland en Duitsland. Op 19 april 1945 werd Debuf, die zijn DCM uit handen van Veldmaarschalk Montgomery had ontvangen, benoemd tot Korporaal van de Reserve en was aanwezig bij een plechtigheid, gehouden in september 1945 op de Abbaye de la Carnbre bij Brussel, als lid van de erewacht die de Belgische SAS Regimentsvlag ontving van Brigadier Calvert ter gelegenheid van het feit dat het Belgische SAS Regiment uit de SAS Brigade trad en verder ging onder direct bevel van het Belgische Ministerie van Defensie. Het Belgische regiment, afgeslankt tot bataljonssterkte maar nog steeds met het Britse SAS insigne diende op dat moment als inlichtingen eenheid in Denemarken en Duitsland.
Op 17 oktober 1950 meldde Debuf zich weer voor dienst in Korea bij het Corps Volunteers Coree en arriveerde in Pusan op 31 januari 1951. Tijdens de slag om de Imjinrivier – 22 april tot 27 mei 1951 - was het Battalion Belge, zoals het Corps bekend stond, toegevoegd aan de 2nd British Brigade die een front van 10 kilometer bezet hield tussen de US 3rd Division en de 1st ROK Division. Debuf, tot sergeant bevorderd 3 dagen voor het begin van het Chinese lenteoffensief, raakte tijdens gevechten op 23 april gewond "toen hij opstond om het vuur van zijn sectie te leiden die door een Chinese aanval gedeeltelijk onder de voet werd gelopen". Hij ging voor opname terug naar België maar bleef bij zijn bataljon. Hij ging op 20 oktober 1952 terug naar Korea, werd op 1 december 1942 bevorderd tot Company Sergeant en op 23 maart 1953 tot Sergant-major in het Battalion Belge dat toen was toegevoegd aan de 9rd US Infantry Division. Hij keerde op 11 november 1953 naar België terug, ging eerst naar het Para Commando Training Center en werd uiteindelijk op 1 januari 1957 uit het Belgische leger ontslagen.
Toen hij zich in Londen vestigde ging Debuf over de schreef. Op 25 augustus 1959 meldde de Times: "Man met uitstekend oorlogsverleden gevangen gezet. Een voormalig licentiehouder die door Veldmaarschalk Montgomery zou zijn onderscheiden en twee persoonlijke Amerikaanse Presidential Citations zou hebben ontvangen, werd gisteren in Hendon tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Mr. T.N. Graham, voorzitter van het College van Magistraten, zei tegen Victor Debuf, omschreven als een leverancier zonder vaste verblijfplaats: "Namens u is terecht beweerd dat u een uitstekend oorlogsverleden hebt. Dat maakt deze overtredingen nog erger. U had alle aanleiding om op het rechte pad te blijven." Debuf verklaarde zich schuldig aan het verduisteren van bedragen van 4 guineas, 2 pond en 4 pond, eigenom van de Benskins brouwerij toen hij manager was van de Royal Oaks op de Finchley Road in Golders Green. Hij gaf ook toe 65 pond te hebben gestolen van zijn voormalige werkgever en vroeg de rechters rekening te houden met de diefstal van 226 pond.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Trooper (Soldaat)
Eenheid:
5th SAS Regiment, Special Air Service (SAS), Combined Operations Headquarters, War Office, British Government
Toegekend op:
10 februari 1945
Aanbeveling:
Trooper Debuf toonde uitstekende moed, intelligente initiatieven en tegenwoordigehid van geest. Bij daglicht optrekkend over open terrein, werd zijn ploeg van 6 man door een naderende Duitse colonne, gedwongen dekking te zoeken in sloten. Trooper Debuf kreeg opdracht met zijn lichte mitrailleur de flank te dekken. Een batterij 88mm kanonnen stopte voor hen, zich niet bewust van hun aanwezigheid en begon te vuren waardoor alleen Debuf met zijn lichte mitrailleur een schootsveld had. Hij was niet in staat contact te maken met zijn sectiecommandant omdat de vijand zo dichtbij was en handelde op eigen initiatief. Hij sprong op en vuurde zijn Bren als een brandslang, hij besproeie de Duitse stelling van korte afstand en riep tegelijkertijd naar de rest van de sectie om vuurposities in te nemen en een fel gevecht uit te lokken waarbij de vijand 52 doden verloor en een onbekend aantal gewonden. De batterij werd vervolgens gedwongen zich te verplaatsen.
Distinguished Conduct Medal (DCM)
Wegens de door hem getoonde moed tijdens de Belgische campagne, in het bijzonder tijdens de luchtlanding bij Caliban in september 1944.

Met bronze palm
Periode:
Koreaanse Oorlog (1950-1953)
Toegekend op:
7 mei 1952
Onderscheidde zich door zijn moed, ongeacht het gevaar, als uitmuntend sectieleider in dienst van de Verenigde Naties in korea op de 1ste dag van het Chinese lenteoffensief op 23 april 1951 (slag om de Imjin rivier). Raakte gewond toen hij opstond om het vuur van zijn sectie te leiden die gedeeltelijk door een Chinese aanval werd overrompeld.

Met zilveren palm
Militair Ereteken wegens buitengewone dienst of wegens een daad van moed of toewijding, 2e klasse
Periode:
Koreaanse Oorlog (1950-1953)
Toegekend op:
7 juli 1953
Aanbeveling:
Als sectielieder handhaafde Sergeant Debuf een hoog moreel en een agressieve vechtlust onder zijn mannen. Toen hij in april 1951 gewond raakte werd hij naar België gestuurd voor behandeling in een hospitaal. Na zijn ontslag meldde hij zich weer als vrijwilliger voor Korea en keerde als pelotonscommandant naar zijn eenheid terug. Zijn dapperheid in de stijd was een voortdurende bron van inspiratie voor de mannen onder zijn commando en met zijn loyaliteit, initiatief en plichtsbesef verdiende hij hun respect en bewondering. De waardevolle diensten geleverd door Sgt Debuf gedurende deze periode strekken hem en de Belgische strijdkrachten tot grote eer.
Bronze Star  Medal (BSM)

Bronnen

Foto