TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

De zwarte schapen van de familie

Titel:De zwarte schapen van de familie - Het fascistische echtpaar Pierson-Franssen tussen Mussolini, Mussert en Colijn
Schrijver:Langeveld, Herman
Uitgever:Uitgeverij Verloren
Uitgebracht:2023
Pagina's:160
Taal:Nederlands
ISBN:9789464550863
Omschrijving:

Het vooroorlogse fascisme in Nederland telde een flink aantal kleurrijke en excentrieke figuren. De historicus N.K.C.A. In 't Veld voerde in zijn briljante inleiding bij de bronnenuitgave De SS in Nederland onder meer een fascistische miljonair ten tonele (Alfred Haighton) die liefst driemaal trouwde met een vrouw met één been, en een zelfverklaarde leider van een Nederlandse nazi-partijtje NSNAP, die door het leven ging met een voor antisemieten wel heel onhandige naam: Alfred de Joode. Op een bepaald moment bestonden er van deze NSNAP overigens drie partijtjes tegelijkertijd, die vooral druk waren met het bestrijden van elkaar. Anton Mussert – de enige fascist die echt een poot aan de grond zou krijgen in politiek Nederland – was daarnaast juist een kleurloze, weinig aansprekende voorman.

De historicus Herman Langeveld voert in zijn nieuwe boek ook zo'n opmerkelijk fascistisch duo ten tonele: Jan Lodewijk Pierson jr. en zijn echtgenote Lucie Pierson-Franssen. Langeveld kwam dit echtpaar op het spoor tijdens archiefonderzoek voor zijn Colijn-biografie, die in 1998 en 2004 in twee monumentale delen verscheen. Het echtpaar bleek niet alleen jarenlang te corresponderen met premier Hendrikus Colijn, maar gedurende de jaren dertig ook contacten hebben gehad met een scala aan fascistische figuren en diverse vooraanstaande NSB-ers onder wie ook Anton Mussert. Pierson en Franssen onderhielden zelfs een persoonlijke relatie met Benito Mussolini. De Duce van het fascistische Italië werd door het echtpaar Pierson-Franssen vanaf 1928 regelmatig bezocht.

Jan Lodewijk jr. (1893-1979) was zoon van een steenrijke bankier en telg uit de voorname, cultuurminnende, liberaal-protestantse familie Pierson, die ook de nodige theologen en wetenschappers telde. Zijn grootvader, de predikant en latere hoogleraar Allard Pierson, zou naamgever worden van het Allard Piersonmuseum in Amsterdam. Zelf ging Jan Lodewijk jr. zich verdiepen in de Japanse taal en cultuur. Hij zou enige tijd in Japan wonen, een Chinees-Japans woordenboek publiceren en als buitengewoon hoogleraar verbonden zijn aan de universiteit van Utrecht.

Dat Jan Lodewijk verzeild raakte in fascistisch vaarwater, had veel te maken met zijn huwelijk (in 1923) met de vijftien jaar oudere en al eerder getrouwde Lucie Marie Franssen (1878-1959). Langeveld schetst haar als een dominante, eigenzinnige en avontuurlijke vrouw, die al op haar twintigste naar het buitenland vertrok (eerst Engeland, daarna Frankrijk) om daar als journaliste te werken. Na haar terugkeer in Nederland kreeg ze onder het pseudoniem Ellen Forest een eigen rubriek in het liberale Haagse dagblad Het Vaderland. Later schreef ze ook voor andere bladen en publiceerde ze enkele boeken.

In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog raakte Lucie Franssen, zeker niet als enige, politiek geïnspireerd door de reactionaire, antidemocratische opvattingen van de Leidse filosoof prof. G.J.P.J. Bolland. Bolland kan worden beschouwd als een belangrijke wegbereider van het Nederlandse fascisme dat vanaf de laten jaren twintig ook organisatorisch vorm kreeg in allerlei (weinig succesvolle) partijtjes. Langeveld laat zien dat Franssen – eerder en feller dan veel andere Nederlandse fascisten – blijk gaf van antisemitische denkbeelden. Dit weerhield haar er overigens niet van om een Nederlandse vertaling te verzorgen van een biografie van Mussolini, geschreven door de Italiaans-joodse schrijfster Margherita Sarfatti (die tevens een minnares was van de Duce).

Langeveld geeft een mooie schets van de vele contacten die het echtpaar Pierson-Franssen onderhield met uiteenlopende figuren in fascistisch Nederland, onder wie ook Anton Mussert, die op 3 april 1932 – dus al enkele maanden na de oprichting van zijn NSB op 15 december '31 – in Laren bij het echtpaar op bezoek kwam. Mussert maakte op hen een goede indruk, maar dat leidde er niet toe dat het echtpaar zich bij de Beweging aansloot. Dat hebben zij uiteindelijk nooit gedaan. Langeveld vermoedt dat de Piersons Mussert en andere potentiële leiders van het Nederlandse fascisme altijd hebben gespiegeld aan hun grote voorbeeld Benito Mussolini. Deze vergelijking zou in hun optiek dan wel altijd in het nadeel van de Nederlandse fascisten zijn uitgevallen.

Degene die in Nederland gold als 'sterke man', was Hendrikus Colijn, tussen 1933-1939 minister-president. Herman Langeveld laat zien dat het echtpaar-Pierson tot aan de Duitse inval in mei 1940 ook met hem in vriendschappelijk contact heeft gestaan. Dat is toch wel opmerkelijk gezien de uitgesproken fascistische opvattingen van de Piersons en hun activiteiten in fascistische kringen. Langeveld betoogt dat zij hun antisemitische denkbeelden en bewondering voor nazi-Duitsland voor Colijn verborgen hielden. De premier was van hun fascistische denkbeelden echter op de hoogte. Langeveld schrijft dat Colijn kennelijk een principieel onderscheid maakte tussen het fascisme – dat voor hem acceptabel was – en het nationaal-socialisme, waartegen Colijn zich – mede vanwege het antisemitische element daarin – principieel keerde.

Dit interessante en vlot geschreven boek is een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de boeiende en rommelige wereld van het Nederlandse fascisme in het interbellum, vol kleurrijke figuren die (gelukkig) weinig politiek succes wisten te boeken.

Beoordeling: Uitstekend

Informatie

Artikel door:
Jan-Jaap van den Berg
Geplaatst op:
14-12-2023
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen