TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Hard zijn

Titel:Hard zijn
Schrijver:Reinewald, C.
Uitgever:Voetnoot
Uitgebracht:2019
Pagina's:324
ISBN:9789491738579
Omschrijving:

Chris Reinewald (1955) woont en werkt in Amsterdam. Sinds 1978 schrijft hij voor kranten en tijdschriften over kunst, fotografie en industriële en grafische vormgeving. Hij is gastdocent designhistory en werkt ook als illustrator en fotograaf. Zijn roman "Hard zijn" is gebaseerd op historische feiten en verdeeld in 51 korte hoofdstukken. Geïntrigeerd door zijn eigen incomplete familiegeschiedenis is Reinewald op onderzoek gegaan en reconstrueerde hij in fictievorm wat er gebeurd is en wat er gebeurd zou kunnen zijn. Het verhaal speelt zich af in een tijdsbestek van 1940 tot 1979 en gaat over de lotgevallen van het Amsterdamse NSB-gezin Waldeneck.

Het gezin woont in de Amsterdamse wijk De Pijp. Moeder Leen is huisvrouw, vader Frits postbode en een fanatieke NSB’er en blokhoofd, zoon Frits junior werkt bij de gemeente en is de jongste NSB’er op de buurtvergaderingen. In hun huis worden bijeenkomsten georganiseerd voor NSB’ers. Leen vindt het gezellig mensen over de vloer te hebben maar heeft eigenlijk weinig op met de politiek. Frits en zijn zoon daarentegen, liggen vaak overhoop over van alles, Leen is dan degene die de gemoederen sust. Als gehard NSB’er houdt Frits de buurt goed in de gaten. Hij moet voor de bezetter een lijst maken van alle Joden in de buurt, want door zijn werk als postbode weet hij waar zij wonen.

Zoon Fritsje wil graag een bestuursfunctie bekleden en wordt aangenomen op het Departement voor Bijzondere Economische Zaken op de Keizersgracht. Enkele maanden later krijgt hij een oproep voor tewerkstelling. Omdat hij met zijn functie niet in aanmerking komt voor een vrijstelling, moet hij als ongeschoolde arbeider gaan werken in de metaalhandel in Amsterdam-Noord. Vader Frits laat het hier niet bij zitten, gaat verhaal halen op het verantwoordelijk bureau en slaat daar een autoritaire toon aan. Daarna schrijft hij een als beledigend ervaren brief naar de secretaris van de NSB, kameraad Huygen. Die stuurt een antwoord waarin staat dat vader Frits een verontschuldiging moet sturen naar Meinout Rost van Tonningen, het hoofd van het Departement.

Vader Frits maakt zich niet geliefd door zijn gedrag als NSB’er. Er ontstaan problemen op zijn werk omdat hij zijn NSB-uniform draagt in plaats van zijn postbode-uniform. Hij beschuldigt zijn collega’s ervan dat ze tegen hem samenspannen en dreigt hen te rapporteren bij de Duitse politieke instanties. Daarom stopt hij bij de post en gaat hij een opleiding volgen tot Landwachter, de paramilitaire organisatie die door de bezetter werd ingezet voor politietaken. Voor Fritsje regelt hij ook een plek op de opleiding. Leen moet naar een opvangcentrum met andere NSB-vrouwen, waar het veiliger is en waar zij en de andere vrouwen op het land of in de huishouding kunnen helpen. Dit omdat de geallieerden eraan komen en de NSB’ers vreesden na de bevrijding als landverraders opgepakt te worden. Ze komt terecht in Duitsland. Daar vraagt ze zich af wanneer zij haar ‘Fritsen’ weer zal zien.

Aan het einde van de oorlog wordt Leen gevangen genomen door een Duitse commandant, waarna ze moet werken in de oorlogsindustrie. Na de bevrijding keert ze per trein terug naar Nederland. Haar man Frits wordt aangehouden door een Canadese soldaat en overgedragen aan de Binnenlandse Strijdkrachten. Na zijn arrestatie wacht hij in een gevangenenkamp in de buurt van Zwolle op zijn proces. Hun eveneens door de BS gearresteerde zoon wordt geïnterneerd op Texel in een werkkamp om zijn straf uit te zitten. Het leven na de oorlog zal niet makkelijk worden voor de familie Waldeneck, hun ‘foute’ verleden blijft hen altijd achtervolgen.

In "Hard zijn" worden de ervaringen van een NSB-gezin, tijdens en na de oorlog, alsook de denkwijze van de beschreven NSB’ers, goed omschreven. De gevolgen van de keuzes die gemaakt zijn, spelen een belangrijke rol. Na de oorlog moet men zwijgen over het ‘foute’ verleden om zo goed en zo kwaad mogelijk mee te kunnen draaien in de maatschappij. De schrijver heeft diverse bronnen geraadpleegd voor dit weliswaar fictieve, maar historisch goed onderbouwde boek. Het is objectief en de auteur schrijft zonder te oordelen. Aan het einde van het verhaal vertelt hij zijn beweegredenen voor het schrijven van zijn boek en geeft hij zijn bronnen weer. De roman heeft een duidelijke verhaallijn en is geschikt voor (jong)volwassenen met affiniteit met het onderwerp collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Ilona Lüderitz-Rademacher
Geplaatst op:
15-11-2019
Laatst gewijzigd:
30-01-2020
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen