Geboortedatum:

28 mei 1910 (Herbaijum)

Overlijdensdatum:

23 december 1942 (Wolfenbüttel (Duitsland))

Nationaliteit:

Nederlandse

Woonde in Wederloh, Kreis Beckum (Duitsland), Nr. 105. Zoon van Meije Terpstra (molenaar) en Gooitske Heslinga. Gehuwd met Erna Wippig. Boerenknecht/melkknecht. Rooms Katholiek. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog vertrok Terpstra in verband met de in Nederland heersende werkloosheidscrisis naar Duitsland om bij een boer te werken. Hij raakte er bevriend met een aantal beroepsgenoten. Op de avond van 20 april 1941 ging hij met Hendrik Olthof (29 november 1912 Stedum), Antoon Klein Nengerman (7 juli 1914 Vorden) en Jan Dokter (21 juli 1913 Putten) naar een café in Lippstadt. Daar dronken ze enkele glazen bier. Kort voor middernacht fietste de groep naar de dorpen Wadersloch en Liesborn. Onderweg vlogen Engelse bommenwerpers over, die door Duits afweergeschut werden beschoten. Ze passeerden een grote veldschuur met een hooiberg. Op een afstand van ongeveer vijftienhonderd meter bevond zich een munitiefabriek en een opslagplaats van het Duitse leger. Olthof kreeg het idee om de veldschuur in brand te steken, zodat de Engelse vliegtuigbemanningen het als een richtpunt zouden zien om vervolgens hun bommenlast op de munitiefabriek en de opslagplaats te laten vallen. Ze gingen naar de veldschuur en maakten de deur open, waarna het stro op drie plekken in brand werd gestoken. De veldschuur en de opgeslagen goederen gingen in vlammen op. De Engelse bommenwerpers hebben die nacht de omgeving van Lippstadt niet aangevallen. Afgesproken werd verder te zwijgen over het voorval van 20 april 1941. In 1942 kwam Olthof in de gevangenis terecht wegens illegaal jagen en stropen op wild. In de gevangenis sprak hij met de mede-gedetineerde Marten Kloetstra over de brandstichting. Dit gesprek lekte uit en Olthof werd er over aan de tand gevoeld. Meteen bekende hij dat brand was gesticht. Doordat hij de namen van de medeverdachten noemde, moesten ook Dokter, Klein Nengerman en Terpstra voor de rechtbank verschijnen. Naar aanleiding van deze brandstichting en het verlies aan hooi en werktuigen ten bedrage van 18.000 Reichsmarken werden ze alle vier ter dood veroordeeld. Om 20.06 uur op 23 december1942 viel voor Riemer Terpstra de guillotine. Ongeveer een uur voor de executie kreeg hij de gelegenheid afscheidsbrieven te schrijven naar zijn familie en voor een onderhoud met een dominee.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!