TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Heden

    Grot van de Priester

    Het was in 1993, twee jaar na de val van de Sovjet-Unie, dat Chris Nicola als één van de eerste Amerikanen onderzoek verrichtte in de ondergrondse wereld van Oekraïne. In het westen van het voormalige Oostblokland bevinden zich zeven grote gipsgrotten waarin zich indrukwekkende kristallen gevormd hebben. De ervaren speleoloog bezocht drie van deze grotten, waarvan Ozerna (circa 450 kilometer ten zuidwesten van Kiev) als laatste. In de volksmond staat de grot bekend als Popowa Yama, oftewel Grot van de Priester. De ingang van het ondergrondse gangenstelsel, dat met een lengte van meer dan 124 kilometer het op veertien na grootste ter wereld is, bevond zich voorheen namelijk op het land van een lokale priester.

    Boven de grond is er niets te zien van het gigantische ondergrondse labyrint. De ingang bevindt zich in een met onkruid begroeid zinkgat, te midden van uitgestrekte tarwevelden waarmee dit deel van Oekraïne bezaaid is. Na afgedaald te zijn door een schacht die toegang geeft tot het ondergrondse gangenstelsel werd Nicola door lokale gidsen meegenomen naar een deel van de grot dat "Khatki" (klein huisje) genoemd wordt. Deze ruimte was slechts 370 meter verwijderd van het basiskamp van de speleologen, maar de weg ernaar toe was haast een doolhof. Om de weg gemakkelijk terug te kunnen vinden, plakten de grotonderzoekers om de 3 tot 5 meter roze stukjes plakband op de wand. Tot verbazing van de Amerikaan waren op deze moeilijk toegankelijke plaats onmiskenbare sporen van langdurige menselijke bewoning aanwezig.

    Op de bodem trof hij oude schoenen en knopen aan. Een molensteen en deels intacte gemetselde muren bewezen hem dat het hier niet ging om achtergelaten spullen van collega-speleologen, die dit deel van de grot in 1963 in kaart brachten. Zijn gidsen vertelden hem dat hier tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden ondergedoken zaten. Meer wisten ze niet. Benieuwd naar wat zich hier tijdens de oorlog precies had afgespeeld, sprak Nicola verschillende bewoners in nabijgelegen plaatsen, maar duidelijkheid kon niemand hem geven. Er waren geruchten dat na de verdrijving van de Duitsers met modder bedekte mensen uit de grot gekropen waren. Er waren echter ook mensen die beweerden dat de Joden in de grot verdwenen waren en nooit meer werden teruggezien.

    Op zoek naar overlevenden

    Het verhaal van de Joodse onderduikers hield Nicola na zijn terugkeer in New York in zijn greep. Hij zou de daarop volgende jaren de grot verschillende malen bezoeken, maar het duurde nog tot 1997 voordat hij meer te weten kwam. Een lokale speleoloog vertelde hem toen dat hij in 1991 een Joodse familie uit Canada had begeleid bij een poging de grot te bezoeken. Zij zouden in 1943 en 1944 samen met andere families in de grot gewoond hebben. Hun onderduikersgemeenschap telde in totaal 38 personen, inclusief een tweejarig jongetje en een 75-jarige grootmoeder. Ze hadden ongeveer een jaar in de Grot van de Priester geleefd. Nicola werd nog verbaasder dan hij al was. Nooit eerder had hij gehoord dat mensen zolang zonder onderbreking onder de grond geleefd hadden.

    In een poging om in contact te komen met overlevenden of nabestaanden plaatste Nicola een oproep op zijn website. Vier jaar gingen voorbij zonder reactie, totdat hij in 2002 een e-mail ontving van iemand die schreef dat zijn schoonvader, Sol Wexler, één van de overlevenden was. Een ontmoeting met deze overlevende was snel geregeld, want hij woonde eveneens in New York. Hij was de enige van zijn gezin die de oorlog overleefde, maar vertelde dat er andere overlevenden waren in Florida en Canada. Het ging om kinderen en kleinkinderen van zijn moeders zus, Esther Stermer. Na hen allemaal ontmoet en gesproken te hebben, werd het Nicola duidelijk hoe het hen gelukt was om zo lang onder de grond te overleven.

    Definitielijst

    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Afbeeldingen

    Het zinkgat waarin de ingang van de Grot van de Priester zich bevindt. Bron: András Hegedűs / Panoramia.
    De Amerikaanse speleoloog Chris Nicola. Na zijn eerste bezoek aan de Grot van de Priester liet het verhaal van de onderduikers hem niet los. Bron: Magnolia Pictures.

    Eerste onderduikplaats in Verteba

    Familie Stermer

    De familie Stermer woonde in Korolivka/Korolowka, een klein plattelandsplaatsje in West-Oekraïne, dat zich bevond binnen het opmarsgebied van de Wehrmacht richting de Zwarte Zee en Stalingrad. Het familiehoofd was de lokale handelaar Zeida. Samen met zijn vrouw, Esther, had hij zes kinderen: drie jongens (Nissel, Shulim en Shlomo) en drie meisjes (Henia, Chana en Etka). Hoewel hun woonplaats al kort na de Duitse inval op 22 juni 1941 in Duitse handen viel, duurde het nog tot de herfst van 1942 voordat de hier wonende Joden eveneens het slachtoffer zouden worden van uitroeiing.

    Esther Stermer wilde voorkomen dat haar gezin uitgeleverd zou worden aan de Duitsers, die ze wantrouwde net zoals ze eerder ook de Oekraïense en Sovjetautoriteiten gewantrouwd had. Ze had haar oudste zoon, Nissel, daarom de opdracht gegeven een schuilplaats te vinden. Die vond hij in een toeristengrot, Verteba, vlakbij het een paar kilometer ten westen van Korolivka gelegen plaatsje Bilche-Zolote. Met de winter voor de boeg zou de grot, met een gangenstelsel van acht kilometer, tot het voorjaar verlaten zijn. Op 12 oktober slaagden de Stermers en achttien andere Joden erin onopgemerkt hun verblijfplaats voor de komende winter te bereiken.

    In Verteba

    In de grot vonden de onderduikers, met alleen kaarsen als lichtbron, een ruimte waar nog niet veel mensen waren geweest. Hier richtten ze hun woonverblijf in. Ze bouwden een stenen muurtje dat voor de ingang geschoven kon worden om onwelkome bezoekers buiten te houden. Ideaal was hun nieuwe onderkomen niet, want een waterbron ontbrak en de grot was slecht geventileerd zodat telkens wanneer er gekookt werd de bewoners haast stikten in de rook. Maar het was er in elk geval veiliger dan boven de grond.

    Om te overleven waren de grotbewoners afhankelijk van de voedselbevoorrading door Zeida, Nissel en Fishel Dodyk, de echtgenoot van Henia. De mannen konden zich bovengronds vrij bewegen, omdat ze toestemming hadden om voor de nazi-autoriteiten gebruikte metalen te verzamelen. Ze hoefden daarom ook niet continu in de grot te verblijven. Voedsel bemachtigden ze op de zwarte markt. Het was zwaar werk. Ze moesten zich midden in de nacht verplaatsen door sneeuw, kou en ijzige wind en vervolgens via een gladde richel in de grot afdalen. Daarna moesten ze nog door een laag modder op de bodem van de grot kruipen om het onderduikersverblijf te bereiken.

    De drie mannen brachten behalve voorraden ook nieuws van buiten. Ze waren erachter gekomen dat de Duitsers van plan waren om in het komende voorjaar voortvluchtige Joden op te sporen. Het risico dat de onderduikers in de grot opgemerkt zouden worden was groot. Daarom besloten ze in februari 1943 om zich verder weg van de ingang te vestigen in dezelfde grot. Om in geval van ontdekking snel te kunnen vluchten, groeven Nissel, Shulim en Shlomo een nooduitgang naar boven via een kleine breuk in de rotswand. Shulim maakte de nooduitgang afsluitbaar en hing een ketting op om mee naar boven te klimmen.

    De Duitsers zijn er!

    Na zich circa 150 dagen veilig gewaand te hebben in de grot ging het mis. De Duitsers hadden de verblijfplaats ontdekt en stormden de grot binnen. Op dat moment sliepen de onderduikers. "De Duitsers zijn er!", zo waarschuwde één van hen die wakker geworden was van het rumoer. De Joden waren ongewapend en konden zich niet verdedigen. Shlomo bevond zich dicht bij de ingang en had geen kans om de nooduitgang te bereiken. Hij werd ingerekend. In het licht van de zaklampen van de Duitsers zag hij dat ook anderen opgepakt waren, waaronder zijn zus Henia en haar dochtertje Pepkale. Enkele onderduikers die dichterbij de nooduitgang sliepen wisten wel weg te komen. Wat er daarna precies gebeurde is moeilijk te bevatten en kan enkel opgetekend worden uit de mond van de overlevenden.

    Shlomo vertelde Nicola dat zijn moeder, Esther, gedurende de inval de confrontatie aanging met de Duitse commandant. Ze stond oog-in-oog met hem en protesteerde hevig. "Jullie hebben ons dus gevonden. Wat denk je nu?", zo zou ze op barse toon tegen hem gezegd hebben. "Kijk naar hoe we hier leven, als ratten. […] Laat ons met rust." Dankzij haar dappere handelen kregen andere grotbewoners de kans om weg te vluchten in de donkere gangen van de grot. Daardoor konden de Duitsers niet meer dan acht onderduikers oppakken. Op de terugweg naar de ingang zouden nog drie van hen, waaronder Esther en Shlomo, erin slagen om uit handen van de Duitsers te ontsnappen.

    Opnieuw op de vlucht

    In de grot waren na de Duitse inval 23 onderduikers achtergebleven. Ze bevonden zich verspreid in het aardedonker van het ondergrondse gangenstelsel, sommigen buiten gehoorafstand van de anderen en zonder lucifers, kaarsen of water. Het kostte veel angstige uren voordat ze elkaar terugvonden. Voor Shulim was de inval teveel geweest. Toen zijn moeder, Esther, hem terugvond zat hij trillend op de grond. Het zou twee weken duren voordat de jongeman weer voldoende hersteld was. "Ik was in complete shock.", zo beaamde Shulim tegenover Nicola. "Het is een wonder dat ik überhaupt heb overleefd."

    De overgebleven Joden ontsnapten uit de grot via de nooduitgang. Eenmaal bovengronds konden ze zich verbergen in het hoge gras, terwijl ze verderop de Duitsers met hun honden hoorden die zochten naar een andere uitgang. De daarop volgende weken in april 1943 leefden ze als voortvluchtigen in hun eigen omgeving. Vier van de door de Duitsers opgepakte Joden, waaronder Henia en haar dochter Pepkale en Sol Wexler, was het gelukt zich te herenigen met de rest nadat ze uit het lokale politiebureau hadden weten te ontsnappen (Sols moeder en zijn broer zouden nooit meer teruggezien worden). De groep verbleef afwisselend in de dichtgetimmerde ruïne van hun door de nazi’s in de brand gestoken huis en een schuilplaats op een zolder in Bilche-Zolote.

    Definitielijst

    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.

    Afbeeldingen

    Een vuurpeloton van een Einsatzgruppe executeert Joden in Moldavië, 14 september 1941. De familie Stermer wist in aan dit lot te ontsnappen dankzij hun ondergrondse verstopplaatsen. Bron: Imperial War Museums.
    Joden in Oekraïne worden door Duitse soldaten gedwongen hun eigen graven te delven, 4 juli 1941. Bron: Bundesarchiv, Bild 183-A0706-0018-029 / CC-BY-SA 3.0.
    De ingang van Verteba, de eerste grot waar de Joodse onderduikers onderdak vonden. Bron: Wikimedia Commons.

    Grot van de Priester

    Een buitenkans

    Zonder vaste en veilige verblijfplaats waren de overlevingskansen van de onderduikers klein. Niet alleen moesten ze vrezen voor de Duitsers, maar ook voor de Oekraïense politie, die samenwerkte met de bezetter. Een niet-Joodse vriend van de Stermers, de houtvester Munko Lubudzin die in het bos buiten Korolivka woonde, wees hen op een grot op een paar kilometer buiten het dorp, die bekend stond als Grot van de Priester. Bezoekers kwamen niet in de moeilijk toegankelijke gipsgrot. Lokale boeren gebruikten de schacht die toegang bood tot het kilometers lange gangenstelsel voor het dumpen van kadavers. Enkele mannen van de groep, waaronder Nissel en Shlomo, gingen op inspectie uit. Diep in de grot vonden ze ruimtes waarin je kon staan en een ondergronds meertje dat kon dienen als waterbron. "Het was een buitenkans dat we deze plek vonden", zo vertelde Pepkale aan Nicola.

    Vijf dagen later, op 5 mei 1943, vluchtten ook de andere leden van het gezin Stermer de grot in, samen met vier andere familieleden en nog 26 andere Joden. Verschillende van hen zouden bijna een jaar lang geen daglicht meer zien. In de grot vonden ze vier met elkaar verbonden ruimtes waarin ze hun woonvertrekken inrichtten. Voor hun kookvuur vonden ze een goed geventileerde ruimte. Met slechts voorraden voor twee weken moesten de mannen opnieuw de grot uit ter bevoorrading van de onderduikersgemeenschap. Niemand had echter toestemming meer om zich vrijelijk te bewegen, zoals in Verteba voor sommigen nog wel het geval was. Het was dus riskant om de grot te verlaten, zowel voor de mannen zelf als vanwege het risico van ontdekking van de verstopplaats. "Elke keer als iemand de schuilplaats verliet, was dat een confrontatie met directe en zekere dood", zo schreef Esther in haar memoires.

    Voorraden haalden de mannen onder andere bij hun vriend Munko, die op zes kilometer van de grot woonde. Bij hem ruilden ze hun kostbaarheden in voor bijvoorbeeld bakolie, zeep, lucifers en zeep. In de zomer stalen ze aardappelen en tarwe van het land. Hout voor het kookvuur kapten ze in het op 300 meter van de grot gelegen bos. Voordat het licht werd keerden ze terug naar de grot, die ze pas konden betreden na het noemen van een wachtwoord. Eén van de achterblijvers in de grot haalde daarna een kei weg die de ingang versperde.

    Ondergrondse samenleving

    Meer dan 20 meter onder de grond ontstond er een samenleving waarin elke onderduiker zijn eigen rol had. Behalve met voorraden verzamelen, hielden de mannen zich bezig met het bewoonbaar maken van de grot. Ze groeven greppels zodat er minder gebukt hoefde te worden, egaliseerden de bodem met stenen en bouwden stenen muren tegen de tocht. Het lukte Nissel een molensteen (voor het malen van graan) van 70 kilo, die hij had gestolen uit een boerenschuur, op zijn rug mee te tillen in de grot. Wanneer dat mogelijk was deden de mannen hun werk zoveel mogelijk in het donker om kaarsen en kerosine voor lantaarns te besparen. Door op blote voeten te lopen wisten ze aan de hand van de textuur van de vloer de weg in het donker te vinden.

    De vrouwen hielden zich bezig met koken, wassen en reparatie van kleding. Maar er werd niet alleen maar gewerkt in de grot. Zo werden bijvoorbeeld ook Joodse feestdagen gevierd. Fishel Dodyk, de echtgenoot van Henia Stermer, leidde de religieuze diensten met behulp van een gebedenboek en op Jom Kippoer werd er gevast. De meeste tijd besteedden de grotbewoners echter aan slapen. Net zoals het geval is bij dieren in winterslaap paste hun biologische klok zich gaandeweg aan het ontbreken van daglicht aan. Gemiddeld sliepen ze 18 tot 22 uur waardoor ze energie spaarden. Eindelijk voelden ze zich enigszins veilig.

    Afbeeldingen

    Duitse soldaten en hun Oekraïense helpers controleren de identiteitsbewijzen van Oekraïense burgers. De onderduikers hadden net zoveel te vrezen van de bezetter als van collaborateurs. Bron: Yad Vashem.
    Chris Nicola bekijkt in de Grot van de Priester een kandelaar die toebehoord heeft aan de Joodse onderduikers. Bron: Chris Nicola.

    Tegenslag en overleving

    Tegenslag

    De veiligheid was echter relatief. Hun verstopplaats werd algauw ontdekt, vermoedelijk omdat de mannen bovengronds gespot waren en gevolgd door de Duitsers of hun collaborateurs. Vanwege de slechte toegankelijkheid van de grot betekende dat echter geen direct gevaar. Duitsers en Oekraïense politiemannen durfden de afdaling in de grot niet aan. Zouden ze het wel gedaan hebben dan werden ze beneden in de grot opgewacht door met bijlen en sikkels bewapende onderduikers, die de ingang voortdurend bewaakten. Desondanks werden de Joden niet met rust gelaten. In juli 1943 werd de ingang van de grot door lokale bewoners dichtgegooid met grond en stenen. Het is goed denkbaar dat antisemitisme de reden voor hun handelen was of dat ze hiertoe aangezet waren door de Duitsers.

    Met de geblokkeerde ingang dreigden de grotbewoners van de honger om te komen. Het kostte de mannen vier dagen om een paar meter verderop een nieuwe doorgang naar buiten te graven. Ook zochten ze een geschikte plek voor een nooduitgang. Hun route door de grot markeerden ze met gekleurd touw om de weg gemakkelijk terug te kunnen vinden. Ze vonden een op het oog geschikte locatie, maar na meerdere pogingen gaven ze hun graafwerkzaamheden op, omdat de tunnel telkens instortte. Dat was een grote tegenslag voor alle onderduikers. Met de herfst en winter voor de boeg was het van belang om voorraden te verzamelen. Het risico om gesnapt te worden was groter dan ooit, want de Duitsers hadden hun patrouilles opgevoerd. Bovendien waren de mannen verzwakt. Nissel en Shulim slaagden er desondanks in om onder meer onopgemerkt aardappelen te stelen.

    Op 10 november ging het opnieuw bijna mis. Terwijl Nissel en Shulim bezig waren met het naar binnen brengen van voorraden raakte een voorraadzak klem in de schacht. De broers bevonden zich op dat moment onder de zak en zaten dus opgesloten. Plotseling hoorden ze geweerschoten en vlogen er kogels naar binnen. De zak beschermde de Joden tegen het geweervuur. Net zo onverwachts als het schieten begonnen was, stopte het ook weer. De aanval bleek te zijn uitgevoerd door de Oekraïense politie. Lokale bewoners, die zich om de ingang van de grot verzameld hadden, zouden de politiemannen gewaarschuwd hebben dat de Joden meerdere geheime uitgangen hadden en dat het onmogelijk was om ze in het ondergrondse labyrint te vinden. Tevergeefs zochten de politiemensen de volgende dagen naar andere uitgangen. Opnieuw waren de onderduikers op wonderbaarlijke wijze ontsnapt.

    Ondergang van Hitlers Rijk

    Toen in december 1943 de eerste sneeuwbuien vielen, verschansten alle onderduikers zich in de grot. Ze hadden inmiddels meer dan 200 dagen onder de grond geleefd. Hun beperkte dieet van granen en aardappelen had hen erg verzwakt. Niemand dacht echter aan opgegeven. Ze hielden zich staande door elkaars aanwezigheid en het hartstochtelijke verlangen om de ondergang van Hitlers Rijk mee te maken. De eerste voortekenen dat hun wens vervuld zou worden, bereikten hen bij de overgang van de winter naar het voorjaar van 1944. Via Munko vernamen ze dat er echo’s van geweervuur te horen waren en dat er in het donker een oranje gloed van explosies zichtbaar was boven de heuvels in het oosten.

    Nadat het front zich enkele keren boven hun hoofd heen en weer had verplaatst, kwam begin april eindelijk het signaal dat het veilig was. De houtvester Munko had een fles naar beneden gegooid in de grot met daarin een briefje met de eenvoudige boodschap: "de Duitsers zijn al weg". De grotbewoners wachtten nog ruim een week voordat ze op 12 april 1944 de grot verlieten. Voor sommigen van hen was het voor het eerst sinds 344 dagen dat ze daglicht zagen. Pepkale vertelde Nicola dat toen ze uit de grot kwam, ze vergeten was wat de zon was. Shulim voelde vooral blijdschap toen hij de grot definitief kon verlaten. "Het was ongelofelijk dat we in daglicht naar buiten konden", zo verklaarde hij.

    Loyaliteit

    Van de meer dan 14.000 Joden die voorheen in de omgeving van Korolivka leefden, hadden er slechts 300 overleefd. Vooral het feit dat alle leden van het gezin Stermer nog in leven waren is uitzonderlijk in de geschiedenis van de Holocaust. Zelf noemen ze hun loyaliteit aan elkaar als één van de belangrijkste redenen voor hun overleven. "We wisten dat we een grotere kans hadden om te overleven als we bij elkaar bleven", aldus Pepkale. "We wisten dat onze familie altijd loyaal aan elkaar was. […] Zelfs in de slechtste omstandigheden kon je altijd om je heen kijken en je zus, je moeder en de rest van je familie zien. Het hielp ons herinneren waarvoor we vochten."

    Waarschijnlijk niet alle bewoners van de Grot van de Priester hadden hetzelfde geluk als de Stermers en hun familieleden. In een naoorlogse verklaring aan een maatschappelijk werker in een Displaced Persons Camp in Duitsland verklaarde Sol Wexler dat vier grotbewoners van de honger stierven en dat er negen buiten de grot vermoord werden. De lichamen van de vermoorde Joden waren in de sneeuw voor de ingang achtergelaten. Volgens het rapport van de maatschappelijk werker noemde Sol het aantal van 19 overlevenden. Door Chris Nicola wordt momenteel nader onderzoek verricht naar deze vermeende sterftegevallen.

    Definitielijst

    antisemitisme
    Antisemitisme is een benaming voor een vijandige houding ten opzichte van joden op grond van bepaalde vooroordelen. Er kan sprake zijn van religieus, racistisch en politiek anti-semitisme waarbij de tweede variant toepasbaar is op het antisemitisme binnen het Derde Rijk.
    Holocaust
    Aanduiding voor de vernietiging van het Europese Jodendom door de nazi's. Holokauston is de Griekse benaming voor een geheel verbrande offergave.

    Afbeeldingen

    Het Rode Leger bij de bevrijding van Oekraïne. De onderduikers in de Grot van de Priester konden eindelijk hun schuilplaats verlaten.

    Na de oorlog

    No Place on Earth

    In de naoorlogse Oekraïne was er voor de familie Stermer geen plaats. Antisemitisch geweld zou hier het leven gekost hebben van zowel Zeida Stermer als Fishel Dodyk, de echtgenoot van Henia. In juni 1945 verliet de familie Korolivka voorgoed. Ze kwamen terecht in een Displaced Persons Camp in het Duitse Fernwald. In 1949 emigreerden de Stermers naar de Verenigde Staten en Canada. Tientallen jaren spraken ze niet met anderen over hun leven in de grot. Het hield hen echter wel bezig. Zo vertelde Pepkale dat ze na de oorlog nooit meer zonder eten de deur uitgegaan is, uit angst voor de honger die ze had geleden in de grot.

    In 2007 waren nog veertien van de bewoners van de "Grot van de Priester" in leven. Nicola nam in oktober 2010 enkele overlevenden mee terug naar de grotten waaraan ze hun leven dankten. Shulim was op dat moment 92. Het was voor hem en zijn broer niet mogelijk om af te dalen in de Grot van de Priester, hoewel Shlomo daartoe wel een dappere poging deed. Het lukte de bejaarde broers wel om Verteba te bezoeken, de eerste grot waar ze ondergedoken zaten. Ontroerende beelden hiervan zijn te zien in het docudrama "No Place on Earth" van Janet Tobias uit 2012.

    Zes miljoen verhalen

    De geschiedenis van de "Grot van de Priester" blijft Chris Nicola bezighouden. Geregeld bezoekt hij de grot, vaak vergezeld van nakomelingen van de overlevenden. Als leider van het Priest’s Grotto Heritage Project zet hij zich daarnaast in om het verhaal levend te houden en genocide in de toekomst te voorkomen. Voor hem is de belangrijkste les van deze geschiedenis "dat de Holocaust niet één verhaal is over hoe zes miljoen mensen omkwamen; het betreft zes miljoen individuele verhalen."

    Meer informatie?

    Een uitgebreidere beschrijving van deze geschiedenis is te vinden in het boek ‘Meer dan alleen Auschwitz’ van dezelfde schrijver.

    Definitielijst

    Holocaust
    Aanduiding voor de vernietiging van het Europese Jodendom door de nazi's. Holokauston is de Griekse benaming voor een geheel verbrande offergave.

    Afbeeldingen

    De zoon en kleinzoons van Nissel Stermer bij de molensteen in de Grot van de Priester. Het was hun (groot)vader die deze zware molensteen de grot in bracht. Bron: Chris Nicola.
    Filmposter van het docudrama "No Place on Earth" (2012) over de overlevingsstrijd van de familie Stermer. Bron: Magnolia Pictures.

    Informatie

    Artikel door:
    Kevin Prenger
    Geplaatst op:
    06-11-2015
    Laatst gewijzigd:
    14-04-2021
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde bezienswaardigheden

    Gerelateerde boeken

    The Secret of Priest's Grotto
    Meer dan alleen Auschwitz

    Bronnen