TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Aribert Heim (1914 - 1992)

    Inleiding

    Op Alois Brunner na was Aribert Heim in het begin van de 21ste eeuw de meest gezochte nazi-oorlogsmisdadiger. Als kamparts in concentratiekamp Mauthausen verrichtte hij gruwelijke experimenten op menselijke proefpersonen. In oktober 2005 waren er geruchten dat hij was getraceerd in Spanje, maar nadien ontbrak ieder spoor van hem. In 2012 werd Heim door de Duitse autoriteiten officieel doodverklaard. Hij zou al in 1992 in Egypte zijn overleden.

    Opleiding tot SS-arts

    Aribert Heim werd geboren op 28 juni 1914 in Radkersburg als de zoon van een inspecteur van de gendarmerie. Het gezin Heim verhuisde later naar Graz. Aribert Heim werd in 1935 lid van de illegale Oostenrijkse NSDAP en de Sturmabteilung (SA). Hij studeerde medicijnen aan de universiteit van Graz. Na de Anschluss werd de universiteit "geariseerd": hoogleraren, assistenten en medewerkers die niet openlijk voor de nazi-partij kozen, werden ontslagen en de naam werd veranderd in Adolf-Hitler-Universität. De medische faculteit werd uitgebreid met een medische SS-academie, onder leiding van SS-Obersturmbannführer Hans Käther. Naast colleges over medische onderwerpen stonden op deze SS-academie ook lessen over militaire discipline en de nationaalsocialistische ideologie op het lesrooster. De basis voor Heims nazi-carrière werd dus tijdens zijn studie gelegd.

    In 1940 promoveerde Heim tot doctor in de medicijnen. In het voorjaar van datzelfde jaar had hij zich vrijwillig bij de Waffen-SS aangesloten. Heim werd benoemd tot kamparts in Sachsenhausen. In juni 1941 werd hij overgeplaatst naar Buchenwald en vervolgens naar Oranienburg. Op 1 oktober van datzelfde jaar werd hij alweer overgeplaatst, nu naar Mauthausen. In Mauthausen noemden de gevangenen hem "Dokter Dood". In de twee maanden dat hij werkzaam was in Mauthausen voerde hij namelijk experimenten uit op menselijke proefpersonen die qua gruwelijkheid weinig onderdeden voor die van Josef Mengele in Auschwitz. Veel van zijn ‘patiënten’ overleefden hun verblijf in de ziekenbarak niet.

    Gruwelijke experimenten in Mauthausen

    In het boek "Geen wraak maar gerechtigheid" van nazi-jager Simon Wiesenthal wordt een aantal voorbeelden aangehaald van de afschuwelijke experimenten die Heim uitvoerde in Mauthausen. Wiesenthal hoorde deze verhalen tijdens de periode dat hij zelf in dit concentratiekamp gevangen zat. Het is natuurlijk goed mogelijk dat deze verhalen een eigen leven zijn gaan leiden en dus niet helemaal overeenkomen met de werkelijkheid. Alhoewel het onmogelijk is om de historische juistheid van deze verhalen te garanderen, geven ze wel de indruk weer die gevangenen van ‘Dokter Dood’ gehad moeten hebben. We mogen aannemen dat de angst voor Heim gegrond was en dat hij ook zijn bijnaam niet zomaar had gekregen. Het is onwaarschijnlijk dat deze verhalen zomaar uit de duim gezogen zijn en wanneer bepaalde feiten niet volledig naar waarheid weergegeven zijn, zal er ongetwijfeld een kern van waarheid inzitten.

    Het eerste verhaal dat Wiesenthal beschrijft in zijn boek gaat over de ervaringen van een gevangene die als operatiehulp werkte voor Heim. Toen er een transport van gevangenen uit Nederland aangekomen was, koos Heim twee jongemannen uit. Hij verzocht hen vriendelijk om zich ter beschikking te stellen voor een kleine, onschuldige ingreep. Hen werd beloofd dat ze na deze ingreep in vrijheid zouden worden gesteld. Beide jongemannen werden echter door Heim verdoofd en vervolgens met een operatiemes opengesneden en ontleed. Heim kon zo de inwendige organen bestuderen en zag "voor de eerste keer bij een levende hoe zijn maag werkt". Nadat beide slachtoffers ontleed waren, werd hun hoofd afgesneden en werden de overgebleven menselijke resten in het crematorium verbrand. De overgebleven schedels werden uitgekookt en bewaard als aandenken. Eén schedel ‘sierde’ het bureau van Heim zelf en de andere heeft hij mogelijk aan een collega geschonken.

    Wiesenthal beschrijft ook hoe een twaalfjarige Joodse jongen door Heim met een gifinjectie in het hart vermoord werd. Toen hij op de operatietafel gelegd werd, besefte de jongen dat hij gedood zou worden. In een gebed nam hij afscheid van zijn ouders. Nadat Heim het gebed aandachtig beluisterde, vertelde hij vriendelijk, "alsof hij een kind van een noodzakelijke amandeloperatie moest overtuigen", aldus Wiesenthal, waarom de jongen moest sterven. Heims uitleg was dat alle Joden moesten sterven omdat ze de schuld droegen van alle onheil in de wereld en vooral van de oorlog.

    Eén van de proefpersonen van Heim was de indertijd 21-jarige Marcelino Bilbao. In tegenstelling tot vele van Heims andere proefpersonen overleefde Bilbao zijn verblijf in Mauthausen. "Zes weken lang diende hij mij kleine hoeveelheden benzeen toe", vertelt Bilbao. "Tijdens al die behandelingen sprak hij geen woord, ik weet nog hoe lang hij was, bijna twee meter. Mijn urine was rood, bloed kwam uit mijn neus en oren, mijn lichaam raakte verlamd. Omdat Heim eind november Mauthausen verliet, heb ik het overleefd. Alleen daarom."

    Aan de hand van door Heim bijgehouden overlijdensregisters concludeerde Wiesenthal na de oorlog dat 540 mensen waren omgekomen gedurende zijn ‘werkzaamheden’. Meerdere Joodse proefpersonen waren net als in bovenstaande voorbeelden onder narcose ontleed en vervolgens omgebracht door een gifinjectie in het hart. De injecties in het hart met verschillende giftige stoffen, waaronder fenol en benzeen, waren bedoeld om te onderzoeken welk gif het snelst en goedkoopst was om mensen te doden.

    Van kamparts tot legerarts

    Na de korte periode dat Heim werkzaam was als kamparts, werd hij overgeplaatst naar het SS-ziekenhuis in Wenen. Terwijl Heim gedurende de periode dat hij werkzaam was in de concentratiekampen mensen vermoordde, diende hij nu, zoals een arts hoort te doen, weer mensen te genezen. Van 1942 tot 1945 deed hij dienst als arts in de 6. SS-Gebirgsjäger-Division "Nord" en vervolgens werkte hij in het hospitaal in Oulu in Finland. Als legerarts had hij een onberispelijke staat van dienst en dankzij zijn kundigheid en inzet keerden vele soldaten levend uit de oorlog terug. Zijn goede reputatie als legerarts konden de afschuwelijke misdaden die hij pleegde in Mauthausen echter niet verbloemen. Misschien in het besef dat hij beschouwd zou worden als een oorlogsmisdadiger, dook Heim, toen het einde van de oorlog naderde, onder in Noorwegen.

    Na de oorlog

    Op 15 maart 1945 werd Heim door Amerikanen opgepakt als "SS-captain and medical officer" van de 6. SS-Gebirgsjäger-Division "Nord". Hij werd geïnterneerd in een krijgsgevangenenkamp in Ludwigsburg en verrichte van 1947 tot 1949 dwangarbeid in de zoutmijn van Jagstfeld bij Heilbronn. In 1949 werd hij in vrijheid gesteld. Blijkbaar zonder moeite werd hij daarop arts-assistent in het burgerziekenhuis in Friedberg in Hessen. In juli 1949 trad hij in het huwelijk met een collega-arts. Het echtpaar verhuisde naar Baden-Baden waar Heim in 1954 een gynaecologische praktijk opende. Zijn zaak floreerde en in 1958 kocht hij, volgens Wiesenthal, in Berlijn in de wijk Tiergarten 24 huurwoningen, die hem maandelijks ongeveer 6000 mark opleverden.

    Aan dit onbezorgde leven van Heim kwam in 1962 een einde toen, op grond van de talrijke tegen hem uitgebrachte beschuldigingen, een arrestatiebevel werd uitgevaardigd. De politie trof hem op 14 september echter niet meer thuis aan. Heim was één dag voordat het arrestatiebevel was uitgevaardigd door een onbekende bron getipt en vervolgens gevlucht. Sindsdien is hij voortvluchtig. Hoe hij wist te ontvluchten en waarheen is niet helemaal bekend en hierover doen meerdere geruchten de ronde. Simon Wiesenthal kwam Heim voor het eerst op spoor in de jaren 70. Hij ontdekte dat Heim, vertegenwoordigd door de Heidelbergse belastingconsulent Paul Barth en de Frankfurter advocaat Fritz Steinacker - tevens de advocaat van Josef Mengele -, al jarenlang leefde van de inkomsten uit de huurhuizen in Berlijn. De maandelijkse huurinkomsten werden door Heims getrouwde zus, Hilde Barth, aan hem overgemaakt. Pogingen van de politie om van haar of de andere zus inlichtingen te krijgen over de verblijfplaats van hun broer waren tevergeefs. Inspanningen van Wiesenthal om via de fiscus Heim op te sporen, werden handig omzeild door Fritz Steinacker, Heims advocaat. Wiesenthal diende in 1979 bij de advocatenkamer in Frankfurt en het parket een klacht in tegen de advocaat, omdat hij hem verweet dat hij een poging tot strafvervolging tegenwerkte. De aanklacht tegen Steinacker werd echter geseponeerd.

    Op 13 juni 1979 begon voor de denazificatierechtbank in Berlijn een proces tegen Heim. Wiesenthal had dit proces acht jaar eerder aangespannen. Nadat een aantal getuigenverklaringen was voorgelezen en meerdere getuigen in de rechtbank persoonlijk werden verhoord, kwam de voorzitter van de rechtbank tot de conclusie dat Heim schuldig was aan de hem tenlastegelegde misdaden. Geconcludeerd werd tevens dat Heim uit moordlust gehandeld had. Heim werd veroordeeld met een boete van 510.000 mark. De boete werd gewaarborgd door een hypotheek op de woningen die door Heim verhuurd werden. Volgens Wiesenthal was Heim sindsdien "van zijn geldbron afgesneden", maar zijn verblijfplaats was nog steeds onbekend.

    Volgens het Duitse weekblad Der Spiegel keerde Heim in 1963 kort terug naar Berlijn en was hij vervolgens van 1963 tot 1967 werkzaam als politiearts in Egypte. In 1967 scheidde hij van zijn vrouw die in Zuid-Duitsland nog steeds als arts werkzaam was. Vervolgens vluchtte hij vermoedelijk naar de Paraguayaanse hoofdstad Asunción. In het buurland Uruguay werkte hij volgens Der Spiegel waarschijnlijk van 1979 tot 1983 als psychiater. Twee jaar daarna scheen hij te zijn uitgeweken naar Spanje.

    Net zoals het geval is bij andere gevluchte nazi-oorlogsmisdadigers vermoedt men dat Heim na de oorlog bij zijn vlucht geholpen is door Odessa, een mysterieuze hulporganisatie voor voortvluchtige nazi’s, waarvan het bestaan nooit helemaal bewezen is. In juli 2002 lanceerde het Simon Wiesenthal Centrum Operation Last Chance, de laatste kans om voortvluchtige nazi-oorlogsmisdadigers, waaronder Heim, op te sporen en te laten berechten. In oktober 2005 werd Heim mogelijk getraceerd in Spanje.

    De op één na meest gezochte nazi

    Dat Heim getraceerd zou zijn in Spanje en dat hij hier de afgelopen twintig jaar geleefd zou hebben, werd in oktober 2005 onthuld door de Spaanse krant El Mundo. Volgens deze krant was de Duitse politie de inmiddels 91-jarige oorlogsmisdadiger op het spoor gekomen door geldoverschrijvingen aan hem te volgen. Ondanks dat diverse media de indruk gaven dat de politie en het Simon Wiesenthal Centrum het voor onmogelijk hielden dat Heim opnieuw zou ontsnappen, werd hij niet gevonden. Het Simon Wiesenthal Centrum twijfelt er echter niet aan dat "El Banderillo", de bijnaam die Heim kreeg van de Spanjaarden, vernoemd naar de stierenvechter wiens taak het is om speren te steken in een stervende stier, nog in leven is. "We hebben concrete aanwijzingen dat Heim nog steeds in leven is. Hij heeft een fortuin van bijna 1 miljoen euro op een Berlijnse bank en wanneer hij sterft, wordt dit overgemaakt aan zijn erfgenamen. Het feit dat hier nog geen aanspraak op is gemaakt door zijn erfgenamen, bewijst dat hij nog in leven is", aldus Stefan Klemm van het Simon Wiesenthal Centrum.

    Aribert Heim, de op Alois Brunner na meest gezochte nazi-oorlogsmisdadiger, is echter tot op de dag van vandaag onvindbaar. In juli 2007 berichtte het Oostenrijkse persbureau APA dat er in Oostenrijk een prijs van 50.000 euro is gezet op zijn hoofd en dat van Brunner. Heim is slechts één van de vele nazi-misdadigers die na de oorlog, door nalatigheid van overheden en door hulp van organisaties zoals Odessa, de kans kregen op een nieuw leven.

    Vermoord?

    In zijn in 2007 gepubliceerde boek, "Ni oubli ni pardon" (Vergeten noch vergeven), beweert de Israëliër Danny Baz dat Heim eind 1982 vermoord is door een groep nazi-jagers waartoe Baz zelf ook behoorde. De moord zou plaatsgevonden hebben op Santa Catalina, een eiland voor de kust van Californië. Volgens Baz zweeg het team vervolgens over de misdaad. De familie deed volgens hem hetzelfde zodat Heims pensioen en andere inkomsten niet werden stopgezet. Het Simon Wiesenthalcentrum noemt het echter "pure fantasie" dat de nazi-dokter in 1982 vermoord zou zijn. "Er is ruim bewijs dat helder aantoont dat dokter Heim in leven was nadat hij zogenoemd geëxecuteerd was [...]", zo verklaart Dr. Efraim Zuroff, de directeur van het Simon Wiesenthalcentrum. "In feite zijn er zelfs aanwijzigingen dat hij nog altijd in leven is en daarom gaat de zoektocht naar zijn verblijfplaats door." Informatie die leidt tot de arrestatie en vervolging van Heim wordt beloond met in totaal 310.000 euro; 130.000 euro door zowel het Simon Wiesenthal Center als de Duitse overheid en 50.000 euro door de Oostenrijkse overheid.

    De jacht gaat door

    In juli 2008 werd door de pers bekend gemaakt dat het Simon Wiesenthal Centrum in Zuid-Amerika op zoek is naar Heim. Ze hebben sterke aanwijzingen dat hij zich in Zuid-Chili of Argentinië bevindt. Het feit dat bezittingen op zijn naam, waaronder een erfenis van 1,2 miljoen, nog niet door zijn kinderen als erfenis zijn geclaimd, vormt volgens hen een belangrijke aanwijzing dat hij nog in leven is. Bij hun zoektocht worden ze tegengewerkt door een Duitse rechter, zo beweert de directeur van het centrum. Zo mogen de telefoongespreken van de ex-vrouw van Heim niet afgeluisterd worden. De aantijging wordt door de rechtbank in Baden-Baden met klem ontkend. De rechter zou er enkel voor zorgen dat de opsporingsmethoden legaal zijn, ongeacht de ernst van de misdaden.

    Overlijden

    Op 4 februari 2009 maakten de Duitse publieke omroep ZDF en de Amerikaanse krant The New York Times bekend dat, volgens hun onderzoek, Aribert Heim al in 1992 overleed aan darmkanker. Ze baseren zich op ruim honderd documenten, waaronder een kopie van zijn paspoort, rekeningafschriften, persoonlijke brieven en medische papieren. Hij zou ondergedoken zijn geweest in Caïro waar hij zich bekeerde tot de islam. Hij ging er door het leven als Tarek Farid Hussein. De uitkomst van het onderzoek wordt bevestigd door de zoon van Heim. Het Simon Wiesenthal Center is echter nog niet overtuigd. "[...] er is geen graf, er is geen lijk en er is geen dna-spoor", aldus woordvoerder Efraim Zuroff. Volgens de ZDF is Heim echter begraven op een begraafplaats voor armen die na een paar jaar wordt geruimd; de kans is dus niet groot dat er nog stoffelijke resten van Heim gevonden kunnen worden. De Duitse autoriteiten sturen op korte termijn desondanks rechercheurs naar Egypte om op zoek te gaan stoffelijke resten.

    Op 21 september 2012 werd bekend gemaakt dat de Duitse rechtbank van Baden-Baden Aribert Heim officieel heeft doodverklaard. De rechtbank in Baden-Baden acht het bewezen dat Heim in 1992 in Egypte is overleden.

    Definitielijst

    Anschluss
    Duitse term voor aansluiting waarmee de annexatie van Oostenrijk door Nazi-Duitsland in 1938 (12 maart) wordt bedoeld. Hiermee ging Oostenrijk deel uitmaken van het Groot-Duitse Rijk.
    ideologie
    Het geheel van beginselen en ideeën van een bepaald stelsel.
    Mauthausen
    Plaats in Oostenrijk waar de nazi’s van 1938 tot 1945 een concentratiekamp gevestigd hadden.
    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    Sturmabteilung
    Semi-militaire afdeling van de NSDAP. Opgericht in 1922 ter beveiliging van bijeenkomsten en leiders van de NSDAP. Hun toenemende macht werd gebroken tijdens de "Nacht van de Lange messen" (29-30 juni 1934).

    Afbeeldingen

    Aribert Heim in 1950. Bron: www.polizei-bw.de.
    Heim in 1959. Bron: www.polizei-bw.de.

    Informatie

    Artikel door:
    Kevin Prenger
    Geplaatst op:
    31-01-2006
    Laatst gewijzigd:
    15-03-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    Geen wraak maar gerechtigheid
    The Camp Men