TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Het geloof van mijn vader

Titel:Het geloof van mijn vader - God en de oorlog in drie generaties
Schrijver:Zweden, Corien van
Uitgever:De Bezige Bij
Uitgebracht:2024
Pagina's:272
ISBN:9789403150413
Omschrijving:

‘Kees heeft niet in de gaten dat de oorlog voorbij is’: het was een grapje van zijn collega’s toen hij het zoveelste oorlogsboek dat op de redactie van Trouw bezorgd werd, vanzelfsprekend naar zich toe trok om te recenseren. Een veelzeggend grapje, want de oorlog die Kees als jongen meemaakte, lijkt hem inderdaad voorgoed veranderd te hebben. Dat blijkt ook uit de dikke ordners met dagboeken, die Kees op zijn sterfbed aan zijn dochter Corien nalaat. Na het lezen daarvan dringt tot haar door wat ze onbewust eigenlijk altijd geweten heeft: haar vader is nooit van de oorlog losgekomen, de oorlog was er altijd. Hoe kan het dat een zelfde gebeurtenis in de oorlog ervoor zorgt dat het geloof van de een versterkt wordt terwijl een ander door diezelfde gebeurtenis zijn geloof verliest? Corien van Zweden analyseert in ‘Het geloof van mijn vader’ nauwkeurig en diepgaand hoe verschillend de oorlog doorwerkte op het geloof van haar opa, haar vader en haarzelf.

Kees van Zweden is bij het uitbreken van de oorlog een jonge scholier uit Den Helder. Zijn vader Jaap houdt zich als ernstvuurwerker bezig met militair vuurwerk en weet daardoor alles van ontstekingsmechanismen en ontploffingstijden. Den Helder wordt vanwege de aanwezigheid van de marinehaven zwaar getroffen door bommen van beide zijden: ruim 160 bombardementen vinden er gedurende de vijf oorlogsjaren plaats. De eerste twee hebben blijvend impact op de jonge Kees.

Als eerste is er het vergissingsbombardement van 14 mei. De Duitse vliegeniers hebben niet te horen gekregen dat na het bombardement op Rotterdam de capitulatie is aangekondigd, en dus laten zij hun last nog op Den Helder vallen. Beneden in het gangetje in hun arbeiderswoning aan de Bothastraat maakt het gezin Van Zweden de bommenregen mee. Vader Jaap staat in de huiskamer voor het raam en roept ook Kees daarnaartoe. Deze durft niet te kijken, maar vader Jaap dwingt hem en legt hem ondertussen uit hoe zwaar de bom is en wanneer deze zal ontploffen – dat weet hij immers dankzij zijn werk. Het gevaar in het gezicht kijken, heet dat. Jaap is rustig en kennelijk straalt hij dat ook uit.

Nog maar vijf weken later is het weer raak: om nog steeds onduidelijke redenen zwijgt vier uur lang het Duitse afweergeschut en laten Britse bommenwerpers hun brisantbommen en brandbommen op Den Helder vallen. Het is een eindeloze nacht, waarbij het gezin Van Zweden, net als vele andere stadsgenoten, de straat op vlucht. Kees raakt zijn familie kwijt, komt elders terecht en kan zich van het vervolg van deze nacht verder niets meer herinneren. Hoeveel bombardementen Kees gedurende de oorlog nog meemaakt, weet hij niet: het zijn er talloze. Hij raakt ervan overtuigd dat hij de vliegtuigen in de nachtelijke stilte in Engeland kan horen opstijgen – wat feitelijk niet kan.

Zoals veel arbeiders op de werf raakt ook Jaap van Zweden betrokken bij de illegaliteit. Geen groot werk, maar wrang is het toch dat hij uiteindelijk bij een routinecontrole gepakt wordt omdat hij wat aantekeningen over de geallieerde nieuwsuitzending niet op tijd heeft weten te verbergen. Als Jaap thuis wordt opgehaald, blijft hij de rust zelve: hij eet eerst zijn maal op, leest psalm 121 en draagt in het dankgebed iedereen op aan de zorg van God. Het maakt op zijn kinderen een onuitwisbare indruk.

Corien onderzoekt voor het eerst waar Jaap precies gevangen heeft gezeten – want ook al was de oorlog er altijd, dat betekent niet dat haar vader feitelijk uitzocht wat Jaap had meegemaakt. Hij kende vooral begrippen: ‘Vught’, ‘honger’. De paar maanden gevangenschap en honger verzwakten Jaap dusdanig dat hij na de oorlog al vrij snel werd afgekeurd en voortijdig overleed. Jaap verloor bij alle tegenslag in en na de oorlog nooit zijn geloof. Dat was zelfs verstevigd tijdens de oorlog.

In een periode van grote honger in zijn cel kon Jaap nog maar één woord bidden: ‘brood.’ Korter was een gebed zelden. Precies die dag kreeg Jaap voor het eerst in zijn cel een broodkorst toegeworpen. Voor hem waren dat niet zomaar calorieën, maar vooral mentaal voedsel, een teken dat God hem niet verlaten had. Zoon Kees hoorde dit verhaal talloze malen na Jaaps terugkeer. Eerst was hij verwonderd, maar later kwamen juist door dit verhaal de twijfels. Welke God gaf nu alleen die dag, alleen die gevangene, alleen zo’n klein stukje brood?

Het lukt Kees steeds minder om dat geloof vast te houden, hoezeer hij er ook de kracht van bij zijn vader had gezien. Dat Corien zelf hier ook diepgaand door is beïnvloed, realiseert ze zich tijdens het schrijven steeds meer. Haar onderzoek naar gebeurtenissen tijdens de oorlog en de diepgravende analyse hoe deze de levensloop en het geloof van haar vader hebben beïnvloed zijn een waardevolle aanvulling op de stapel oorlogsboeken die krantenredacties ook tachtig jaar na de oorlog nog te verdelen hebben.

Beoordeling: Uitstekend

Informatie

Artikel door:
Betsy Biemond-Boer
Geplaatst op:
21-04-2024
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen