TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Tickler, Edward Wells

Dienstnummer:
1383853 (NCO)/142447 (Officer)
Nationaliteit:
Britse (1801-heden, Koninkrijk)

Biografie

Bevorderingen:
? Sergeant
20 maart 1943: Pilot Officer on Probation (emergency)
20 september 1943: Flying Officer (war sub)
20 maart 1945: Flight Lieutenant (war sub)

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Sergeant
Eenheid:
No. 49 Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
2 april 1943
Aanbeveling:
Sergeant Tickler werd met zijn bemanning in de nacht van 27 februari 1943 uitgestuurd om mijnen te leggen voor de Friese eilanden. Het beginpunt van waaruit ze moesten aanvliegen was het eiland Juist, het was bekend dat het werd verdedigd. De bemanning werd tijdens de briefing aangeraden indien mogelijk niet over het eiland te vliegen maar dat was blijkbaar onvermijdelijk omdat onder de weersomstandigheden van toen het zicht slecht was. Er was geen maan. Het vliegtuig startte om 18:59. Op het eerste deel van de vlucht waren er geen vervelende incidenten maar om 20:05, vliegend op 1.500 voet werden ze door een flakschip onder vuur genomen. De schutters in het vliegtuig beantwoorden het vuur en brachten het geschut tot zwijgen maar het vliegtuig werd geraakt in de staartkoepel hoewel daar geen ernstige schade door werd veroorzaakt. Ze vlogen toen verder en vanwege het slechte zicht en de duisternis moesten ze tot 700 voet dalen om hun aanvliegpunt te zoeken.
De bemanning vond het eiland, draaide er onmiddellijk vandaan en zette koers voor hun run. Om 20:42, net toen ze op 700 voet op koers lagen werden ze aangevallen door zeven of acht stukken licht flakgeschut en zoeklichten. Het geschut lag op zee en opende het vuur op het vliegtuig dat gevangen was in het zoeklicht en afstak tegen de donkere achtergrond. Het vliegtuig werd diverse malen in de staartkoepel geraakt, in de cockpit van de navigator, in die van de piloot en in de bakboordvleugel. De boordmecano, flight engineer Sergeant Downing, kreeg ernstig hoofdletsel, verloor het bewustzijn en overleed later. De piloot, Sergeant Tickler, raakte gewond aan de linkerschouder en linkerkant van zijn lichaam en was een paar minuten lang zo verdoofd dat hij bijna de controle over het toestel verloor. Het vliegtuig kwam in een duik maar de bommenrichter, Sergeant Lowans en de staartschutter, Sergeant Silvester, schreeuwden allebei: “We komen in zee.” De navigator, Sergeant Matthews kwam snel achter zijn tafel vandaan, trok de stuurknuppel naar achteren en bracht het toestel weer op 700 voet.
De piloot zei niets over zijn eigen verwondingen maar gaf aan dat ze hun werk moesten doen, de run maken en hun mijnen afwerpen. De navigator gaf hem de koers op en ondanks zijn eigen verwondingen en de schade aan het toestel werd een goede run gemaakt en de mijnen op de juiste plaats afgeworpen. Pas daarna informeerde Sgt Tickler de rest van zijn bemanning dat hij gewond was. De navigator had een kleine wond aan zijn hand en een granaatscherf had een scheur in bovenkant van zijn helm gemaakt zonder letsel te veroorzaken. Nadat de mijnen waren afgeworpen gaf de navigator de juiste koers op om terug te keren naar de basis maar omdat de linkerarm van de piloot volkomen onbruikbaar was kon hij de koers niet op zijn kompas instellen en dus deed de bommenrichter, Sgt Lowans dat voor hem, hield hem op koers en hielp hem het vliegtuig te besturen. Hij deed het werk van de boordmecano, gaf de gezagvoerder thee en moedigde hem aan. De navigator verleende op dat moment eerste hulp aan de boordmecano en verdeelde zijn tijd tussen het navigeren en deze taak.
Na een tijdje kwam de radiotelegrafist, Sgt Webb naar voren, verleende eerste hulp aan de piloot en ook aan de flight engineer, ging toen naar zijn plaats terug en probeerde contact te krijgen met de basis en een S.O.S. uit te zenden. Hij kreeg geen antwoord van het grondstation en dus hield hij enige tijd de sleutel ingedrukt als noodsignaal zodat het grondstation een peiling op het toestel kon doen in gevaal ze in zee moesten landen. Ze vlogen door, op koers naar de basis en helemaal zonder enige radiohulpmiddelen waaronder de TR 1335, slaagden erin te navigeren en onder uiterst moeilijke omstandigheden werd het toestel naar dit land teruggevlogen.
Gedurende deze tijd hielp de bommenrichter, Sgt Lowans de piloot het vliegtuig te besturen en ze vlogen ongeveer twee uur lang zo. De gezagvoerder gaf de navigator voortdurend instructies om op de juiste momenten van brandstoftank te wisselen, de juiste brandstofpompen in te schakelen en in het algemeen af en toe de motoren na te kijken. De bemanning, die wist in wat voor een situatie ze zich bevond, werkte uitstekend samen om de piloot bij de les te houden en hem zoveel mogelijk te stimuleren.
Net voordat ze de Engelse kust passeerden ging de bommenrichter naar beneden in de neus om uit te kijken en de staartschutter, Sgt Silvester kwam naar voren om de piloot te helpen en als flight engineer te fungeren. Hij deed dat omdat hij vond dat hij er meer dan wie ook, behalve de gezagvoerder, van afwist omdat hij eerder de flight engineer aan het werk had gezien tijdens lokale vluchten. Nadat ze de kustlijn waren gepasseerd seinde de radiotelegrafist “Darky” en er werden fakkels voor ze aangestoken. De staartschutter, optredend als flight engineer, liet het landingsgestel zakken en slaagde er met grote moeite in de vleugelkleppen uit te krijgen. Nadat hij het onderstel had laten zakken merkte hij dat ze snelheid verloren maar het openzetten van het gas maakte weinig verschil. Hij herinnerde zich toen de hendel van de spoedverstelling van de propellers en zette die in de juiste stand waardoor de snelheid weer toenam.
Ondertussen was Sgt Davies, de rugschutter, vanuit zijn positie een grote steun als uitkijk en vertelde de piloot wanneer hij moest draaien om te landen. Op een moment draaide hij te snel in, Sgt Davies corrigeerde hem en zei hem een ruimer circuit te vliegen. Ze naderden de fakkels eindelijk op de juiste manier en met een uiterste inspanning raapte Sgt Tickler voldoende kracht en oordeel bijeen om een perfecte landing te maken over de fakkels maar de inspanning was hem teveel en na de landing zakte hij in elkaar over de stuurknuppel. Het vliegtuig reed helaas door, zwenkte naar links en raakte een voorwerp op het vliegveld hoewel het toestel zelf niet ernstig beschadigd raakte.
Sgt Tickler, de piloot, toonde moed en plichtsbesef van het hoogste niveau omdat hij, nadat zijn vliegtuig was beschadigd, zijn flight engineer dodelijk gewond, hijzelf gewond aan zijn linkerschouder, zijn linkerzij en zijn rug en zijn likerarm volkomen onbruikbaar, zijn opdracht bleef uitvoeren en zijn vliegtuig bestuurde op de juiste snelheid en hoogte om de mijnen op de juiste plaat af te werpen. Daarna vloog hij met grote vaardigheid en uithoudingsvermogen zijn toestel twee uur lang om vliegtuig en bemanning veilig thuis te brengen.
De navigator, Sgt Matthews voorkwam met zijn snelle actie dat het vliegtuig in zee stortte en voerde daarna met grote vaardigheid en plichtsbesef de operatie uit zoals bevolen en navigeerde onder de meest moeilijke omstandigheden naar dit land terug. Sgt Silvester, de staartschutter was verantwoordelijk voor de hulp aan de piloot tijdens de landing en door zijn snelle actie hield hij het toerental op peil en voorkwam dat het toestel overtrokken raakte. Sgt Lowans, de bommenrichter, maakte het voor Sgt Tickler ongetwijfeld mogelijk het vol te houden totdat ze waren geland door hem zijn wil op te leggen, hem aan te moedigen en hem te helpen bij het besturen van het vliegtuig. Sgt Davies, de rugschutter, toonde een zeer goed inzicht bij het helpen van de piloot tijdens het aanvliegen voor de landing en hij was de enige schutter die op zijn post kon blijven in het geval van een aanval door vijandelijke vliegtuigen. Sgt Webb, de radiotelegrafist hielp bij het verlenen van eerste hulp en deed wat hij kon om via de radio hulp te krijgen; hij bleef kalm tijdens momenten van gevaar en moedigde de piloot en andere leden van de bemanning aan.
Met hun gezamenlijke inspanningen om met een beschadigd vliegtuig en een ernstig gewonde gezagvoerder naar dit land terug te vliegen nadat ze hun missie hadden voltooid, toonde de bemanning vastberadenheid en onderlinge samenwerking van het hoogste niveau. Het optreden van de gezagvoerder is bijzonder prijzenswaardig. Hij was ernstig gewond geraakt maar pas nadat hij zijn missie had voltooid vertelde hij de rest van de bemanning over zijn verwondingen. Elke man leverde op zijn beurt onbetaalbare asisistentie, zonder die zou het toestel zeker zijn neergestort. Als een van hen zijn plicht had verzaakt is het zeer wel mogelijk dat vliegtuig en bemanning verloren zouden zijn gegaan en ik aarzel niet, hen allen ten sterkste aan te bevelen voor een onmiddellijke toekenning van de Distinguished Flying Medal.

DFM's werden toegekend aan Flight Sergeants Matthews en Lowans en Sergeant Silvester.
Conspicuous Gallantry Medal (CGM)

Bronnen

Foto