TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Thijssen, Jan

    Geboortedatum:
    29 december 1908 (Bussum, Nederland)
    Overlijdensdatum:
    8 maart 1945 (Woeste Hoeve-Apeldoorn, Nederland)
    Begraven op:
    Nederlands Ereveld Loenen
    Vak: A. Graf: 859.
    Nationaliteit:
    Nederlandse (1815-heden, Koninkrijk)

    Biografie

    Jan Thijssen werkte voor de oorlog als elektrotechnisch medewerker bij de PTT, waar hij zich bezig hield met het opsporen van illegale zenders.
    Toen de Duitsers ons land waren binnengevallen kwam hij al snel op het idee om een landelijk radiografisch netwerk op te zetten ten behoeve van de illegaliteit. In 1942 kwam hij in contact met de Ordedienst (O.D.), een van de belangrijkste landelijke ondergrondse organisaties die geleid werd door beroepsofficieren en militair van karakter was. Hij ontvouwde zijn plan aan de chef-staf van de O.D. Jonkheer P.J. Six die ermee instemde. Dankzij Thijssens inzet kwam het landelijke verbindingsnet nog grotendeel in 1942 gereed. Veel steun ondervond hij daarbij van de bij de N.V. Philips in Eindhoven werkzame chemicus J. Hoekstra, die er met hulp van een familielid in slaagde – clandestien – de hand te leggen op voor het radionet belangrijke onderdelen uit de Philipsfabrieken.

    Thijssen raakte vervolgens teleurgesteld toen hem duidelijk werd dat de O.D. zijn radionet uitsluitend wilde gebruiken voor eigen doeleinden. Ook ergerde hij zich aan de veel te passieve houding van de O.D. Hij was een voorstander van een nieuwe overkoepelende organisatie die zich volledig moest toeleggen op actief verzet zoals sabotage en in nauw contact moest staan met de geallieerden. Eind april 1943 richtte hij samen met zes andere illegale werkers, waaronder de communist D. van der Meer uit Amersfoort de "Raad van Verzet in het Koninkrijk der Nederlanden" (R.V.V.) op.
    Van der Meer trok zich een maand later terug en werd opgevolgd door G. Wagenaar, een van de landelijke voormannen van de Militaire Commissie (M.C.), de verzetsorganisatie van de Communistische Partij van Nederland (C.P.N.).
    Bij de April-Mei stakingen in 1943, die spontaan uitbraken naar aanleiding van de bekendmaking van de Duitse generaal Christiansen dat alle voormalige soldaten van het Nederlandse leger onmiddellijk weer in krijgsgevangenschap moesten gaan, riep Thijssen op tot een boycot van de maatregel en het plegen van sabotage. Hij stelde Londen via zijn eigen zender als eerste op de hoogte van de stakingen en van zijn voorgenomen acties.

    De R.V.V. voerde gedurende 1943 en 1944 liquidaties uit, deed overvallen op distributiekantoren en bevolkingsregisters en verrichtte sabotagedaden.
    Het doel van de R.V.V. om een overkoepelende functie te krijgen binnen het actieve verzet kwam echter niet tot stand. Dit kwam onder andere doordat het door de illegale C.P.N. uitgegeven verzetsblad "De Waarheid" zich steeds meer met de R.V.V. ging identificeren waardoor de organisatie, overigens ten onrechte, een communistisch stempel kreeg. Ook de O.D. en de R.V.V. konden niet met elkaar opschieten waardoor de chef-staf van de O.D. Jonkheer P.J. Six in december 1943 Jan Thijssen aan de kant zette als hoofd radiodienst van de O.D. Ook bestond er veel rivaliteit tussen de R.V.V. en de Landelijke Knokploegen (L.K.P.).

    Vanaf april 1944 onderhield de R.V.V. een zendverbinding met het in Londen gevestigde Bureau Inlichtingen (B.I.) wat mede tot stand was gekomen door Thijssen's vriend en medewerker A.W.M. Ausems die in Engeland een opleiding tot geheim agent had gekregen. In juli 1944 was er op kasteel Deurne een bijeenkomst van de landelijke leiders van de R.V.V. Bij deze bijeenkomst stelde Thijssen voor om een Operatie Centrum op te richten die hij zelf zou leiden. Ook moesten de bestaande R.V.V.-groepen op korte termijn omgesmeed worden tot kleine sabotagegroepen, die hoofdzakelijk moesten optreden tegen het Duitse Leger.

    De geallieerde opmars in West Europa gaat mede door het lokale verzet sneller dan gepland. Eind augustus werden ook de L.K.P. en de R.V.V. voor het eerst met wapendroppings bevoorraad en gaf het geallieerde opperbevel het startsein voor grootschalige sabotageacties van het Nederlandse spoorwegnet. Er was echter ook verdeeldheid tussen de R.V.V. van Jan Thijssen en de L.K.P. van Frank van Bijnen, die op 25 augustus 1944 binnen de L.K.P. tot Landelijk Sabotage Commandant was benoemd. Problemen konden niet uitblijven en op 12 september gaf de kersverse bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) Prins Bernhard opdracht aan de L.K.P., de R.V.V. en de O.D. om voortaan overleg (het zogeheten Delta-overleg) te voeren om zo een eind te maken aan de contraproductieve rivaliteit tussen de verschillende organisaties. Kolonel Henri Koot ging daarbij in op het verzoek het commando van de B.S. op zich te nemen. Daarbij bedong hij wel zijn hoofdkwartier in Amsterdam te mogen vestigen. Echter Jan Thijssen en Frank van Bijnen waren toen dag en nacht betrokken bij de ondergrondse operaties rond de slag om Arnhem die op dat moment gaande was. Zij waren daardoor niet aanwezig bij het Delta-overleg in Amsterdam. De O.D. trok daardoor steeds meer macht naar zich toe. Iets wat Thijssen niet duldde. Hij wilde o.a. de gedropte wapen zelf. Ook kwam hij in conflict met Frank van Bijnen en dreigde er een crisis te ontstaan bij de B.S. De weken lang slepende ruzie komt tot een uitbarsting als op 1 november ‘Commandant Delta’ Koot Jan Thijssen uit zijn functie zet. Enkele dagen daarna werd Thijssen op 8 november 1944 door de Duitsers gearresteerd op de autoweg van Rotterdam naar Den Haag toen hij in een Rode Kruis auto meereed. Thijssen werd overgebracht naar de gevangenis in Zwolle. Op 8 maart werd Jan Thijssen gefusilleerd. Hij was één van de 116 gevangenen (merendeel verzetslieden) die uit diverse gevangenissen kwamen en werden gefusilleerd bij de Woeste Hoeve als represaille voor de aanslag op SS-Obergruppenfuhrer und General der Waffen-SS und der Polizei, Hans Rauter. De gevangenen werden in vijf groepen van twintig en één van zestien bij Woeste Hoeve op de plaats van de aanslag geëxecuteerd. De Duitse Oberwachtmeister der Ordnungspolizei Helmut Seijffards die weigerde deel uit te maken van het vuurpeloton, werd ook ter plekke geëxecuteerd. Van alle mensen die naar de executieplaats werden geleid, was Jan Thijssen de enige die trachtte te ontsnappen, een opmerkelijk staaltje van opstandigheid en verzet tot het bittere einde. In zijn Zwolse cel schreef hij een aantal leuzen op de muur "Ons slaat geen stormwind neder", "Het hart kent zijn eigen droefheid alleen" en "Spijt, smart en schrik door dun en dik. De dood steeds in ’t zicht na vreselijk gericht. Gestreden onversaagd tot de vrijheidzonne daagt!".

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Res. 1e luitenant der artillerie
    Eenheid:
    Raad van Verzet in het Koninkrijk der Nederlanden” (R.V.V.), Nederlands Verzet
    Toegekend op:
    14 december 1949
    Voodracht:
    "Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden door tijdens de bezetting van Nederland op te treden als één van de leidende figuren in de illegale radiodienst en als één van de eersten, die, oorspronkelijk nog met eigen installaties, voor één van de grootste verzetsgroepen de radiografische verbinding met de Nederlandse Regering te London opnam.
    Voorts zich onderscheiden door het doen uitgroeien van de radioverbindingen ook in het verzet zelf. Bij een en ander steeds vele risico's lopende, dit nochthans op uiterst hardnekkige wijze te blijven voortzetten, dikwijls strijdend tegen schier onoverkomelijke moeilijkheden, todat hij in November 1944 door de vijand werd gevangen genomen en in Maart 1945 werd gefusilleerd.
    Door dit optreden belangrijke diensten te bewijzen aan de Geallieerde oorlogvoering en de Nederlandse Regering. "

    Postuum onderscheiden.
    Koninklijk Besluit No. 24, 14 december 1949.
    Bronzen Leeuw (BL)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Eenheid:
    Raad van Verzet in het Koninkrijk der Nederlanden” (R.V.V.), Nederlands Verzet
    Toegekend op:
    8 april 1953
    Voordracht (generiek):
    "...vanwege hun uitstekende diensten in verzetsactiviteiten die verband hielden met de georganiseerde burgerlijke en krijgsmacht verzetsbeweging in Holland tijdens de bezetting van dat land door de Duitsers van 7 december 1941 met inbegrip van diverse daden van verdienstelijk optreden die leidden tot de bevrijding in mei 1945...."

    Met zilveren palm. Postuum onderscheiden.
    Uitgereikt te 's Gravenhage op 7 april 1953 aan de weduwe van Gerrit Pruys.
    Presidential Medal of Freedom

    Bronnen

    Foto's