TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Het mysterie van de houten bommen

Titel: Het mysterie van de houten bommen
Auteur: Pierre-Antoine Courouble
Vertaler: Jean Dewaerheid
Uitgever: Les Presses du Midi
Uitgebracht: 2009
Pagina's: 252
ISBN: 9782812701092
Bijzonderheden: Het boek is te bestellen op de volgende website: www.dewaerheid.be
Omschrijving:

Dit boek bevat een zeer gedegen onderzoek naar het gebruik van houten bommen die zouden zijn afgeworpen tijdens de Tweede Wereldoorlog boven doelen die als afleiding van werkelijke vliegvelden of industrieën waren aangelegd en gebouwd: “wood for wood”. De auteur heeft welgeteld 187 beweringen, overleveringen, getuigenissen en aanhalingen uit documenten verzameld die als bewijs zouden dienen voor het gebruik, door zowel de geallieerden als de as-mogendheden, van “fopbommen” om de vijand te laten weten dat de aanleg en bouw van nepvliegvelden en/of gebouwen doorzien was, nadat deze na maanden van inspanningen gereed gekomen waren. Deze constructies waren erop gericht luchtaanvallen af te leiden van de werkelijk strategische doelen en om inspanningen en materiaal van de vijand te verspillen.

De auteur stelt zich zeer kritisch de vraag of het opperbevel wel een dergelijke inzet van mensen en materiaal zou willen blootstellen aan het risico verloren te gaan, enkel om aan te tonen dat het bedrog doorzien of verraden was. Hij komt tot een voorzichtige conclusie over het wel of niet bestaan van de houten bommen, maar welke dat is laten we hier onbesproken om het leesplezier niet te bederven. Tijdens zijn diepgravend onderzoek wordt de auteur geconfronteerd met enige opmerkelijke feiten die hij zeker niet onder stoelen of banken steekt: er bestaan bewijzen voor het gebruik van oefenbommen die vaak middels een rookspoor de weg aangaven van afgeworpen projectielen op een oefenterrein en van cilindervormige containers die pamfletten bevatten en van vreemde voorwerpen die gefotografeerd zijn terwijl ze onder een vliegtuigvleugel waren opgehangen. Deze objecten, die door de vinders geregeld aangezien werden voor houten bommen, voedden de geruchten over het bestaan van deze nepbommen.

Voor het overige verwijst hij naar de tradities bij de luchtmachten die al in de Eerste Wereldoorlog voorwerpen (en soms stoffelijke resten) of boodschappen “thuis bezorgden” op het vijandelijke vliegveld. Dat dit in de Tweede Wereldoorlog als stunt, zonder medeweten van de commandant, ook zou kunnen hebben plaatsgevonden wordt degelijk onderzocht maar niet bewezen. Het is opvallend dat er geen piloten gevonden konden worden die aan dergelijke missies hebben deelgenomen. Wel zijn er in Frankrijk landbouwers gesproken die onderdelen van houten bommen konden tonen. Maar dat zouden ook delen van voorraad- of wapencontainerdroppings kunnen geweest zijn of zelfs van afgeworpen vleugeltanks. Hoewel dergelijke droppings dan weer niet boven de nepvliegvelden zullen hebben plaatsgevonden.

Aanvallen op nepvliegvelden met échte bommen hebben in elk geval plaatsgevonden. Eén van de statistieken uit het boek, letterlijk: “Om de Duitse luchtaanvallen van de echte doelwitten naar valse vliegvelden af te leiden, zullen de Engelsen in gans Groot-Brittannië ruim 630 decoy sites aanleggen, waarvan 230 nepvliegvelden en 400 azen van steden, […] of andere industriële complexen.” Na de oorlog zouden de Engelsen bovendien bekend hebben gemaakt 443 aanvallen op vijandelijke schijnvliegvelden, die ze aanzagen voor echte vliegvelden, te hebben uitgevoerd tegenover 434 op operationele luchtmachtbases. Over verspilling gesproken…

Het boek is een vertaling uit het Frans naar het Vlaams hetgeen duidelijk uit het woordgebruik af te leiden is. Zo worden ‘decoys’ herhaaldelijk als ‘azen’ (= lokeenden) vertaald en dat blijft door het hele boek heen verwarrend werken omdat in de geschiedenis van de militaire luchtvaart met azen doorgaans personen worden bedoeld die een hoog aantal scores op hun naam hebben gebracht. Categorisch wordt “het verzet” “de weerstand” genoemd. Voor de Nederlandse lezer is dit verwarrend. Verder is het aantal drukfouten tamelijk storend.

Het gebruik van houten bommen is een aspect van de luchtoorlog dat zeker niet overbelicht is geworden door de diverse deskundigen, ondanks dat het een intrigerend onderwerp is voor een onderzoek. Het was een dermate wijd verspreid gerucht dat er zeker een morele steun door werd opgedaan onder de bezette bevolking a) omdat het verzet zich gehoord wist over de diverse misleidende locaties en b) de Engelsen ermee bevestigden dat hun gevoel voor humor nog steeds bestond en hen zeker aan de overwinning zou helpen. Een interessante aanvulling voor de boekenplank van een verzamelaar van geschiedenissen over de luchtmachten in de Tweede Wereldoorlog.

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
Fred Bolle
Geplaatst op:
01-09-2010
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen