TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Florentinus Anthonius "Floor" van Cleemputte werd geboren in Terneuzen op 28 september 1907 als buitenechtelijk kind. Zijn moeder was C.A. van Hecke en zijn stiefvader heette P.H. van Cleemputte. In 1925 heerste grote werkloosheid en Floor kon alleen een baantje krijgen als timmerman en wagenmaker, maar dat leverde slechts 12 cent per uur op. Floor voelde zich ongewenst en wilde weg uit het gezin Van Cleemputte. Hij was vastbesloten zich te bewijzen.

    Aan de overkant van de Westerschelde lonkte de marinehaven van Vlissingen. Floor besloot bij de marine te gaan onder het motto: “er uit halen wat er in zit”. Hij wist dat hij geen toestemming zou krijgen van zijn ouders om deze stap te ondernemen en ging stiekem naar de keuring. Hij had één gulden gestolen uit de portemonnee van zijn moeder om de veerboot naar Vlissingen te kunnen betalen. Op een dag nam hij vrij van zijn werk, ging naar de overkant van de Westerschelde en meldde zich aan. Hij had zelf het aanmeldingsformulier getekend terwijl één van zijn ouders dit had moeten doen.

    Floor werd in principe goedgekeurd maar een vereiste was dat zijn amandelen preventief verwijderd moesten worden. Zonder medeweten van zijn ouders en werkgever heeft hij een afspraak gemaakt bij de dokter en deze heeft zijn amandelen geknipt. De dag na de ingreep ging Floor gewoon werken maar het stof in de werkplaats maakte hem ziek. Hij is toen twee dagen ziek thuis gebleven met, terechte, keelklachten. Daarna is hij weer gewoon gaan werken.

    Zijn ouders en werkgever wisten nog steeds van niets totdat de rekening van de dokter op de deurmat viel. Deze bedroeg maar liefst 55 gulden en volgens Floor: “brak de pleuris uit in huize Cleemputte”. Hij kon niets anders doen dan alles opbiechten, maar vertelde er wel bij dat hij binnenkort opgeroepen zou worden voor de opleiding tot lichtmatroos bij de Koninklijke Marine. De 55 gulden heeft hij later, met rente, terugbetaald aan zijn moeder.

    Deze, toch wat ongewone, wijze om militair te worden bij de marine is tekenend voor de vastberadenheid van F.A. van Cleemputte. Deze vastbeslotenheid heeft er mede voor gezorgd dat hij binnen de organisatie op kon klimmen van lichtmatroos tot luitenant-ter-zee der 2e klasse Oudste Categorie met een ongelofelijke hoeveelheid vakkennis op het gebied van (scheeps)artillerie.

    Als beroepsmilitair, in dienst sinds eind jaren `20, was het onvermijdelijk dat Floor van Cleemputte meegezogen werd in de Tweede Wereldoorlog. Aan boord van verschillende van Hare Majesteits schepen heeft hij zijn bijdrage aan de geallieerde overwinning geleverd. Niet als belangrijke bevelhebber of oorlogsheld, maar gewoon als één van die vele marinemannen die jarenlang hun leven geriskeerd hebben om de weinige, maar juist daardoor o zo kostbare, Nederlandse oorlogsschepen in te kunnen zetten tegen de vijand.

    Na de Tweede Wereldoorlog kwam de Zeeuwse beroepsmilitair ook nog eens terecht in één van de naslepen van dit conflict: de oorlog in Korea. Aan boord van Hr. Ms. Evertsen werd hij onder de vlag van de Verenigde Naties nogmaals betrokken in een gewapend treffen. Ook in deze periode heeft F.A. van Cleemputte zijn plichten als militair bij de Koninklijke Marine op voortreffelijke wijze vervuld.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.

    Afbeeldingen

    F.A. van Cleemputte in Soerabaja 1935 Bron: Collectie van Cleemputte.

    Opleiding

    Op 17 juni 1926 begon Floor van Cleemputte zijn opleiding als lichtmatroos te Gorinchem. Hij kreeg marinenummer 9770 en tekende voorlopig voor zes jaar. Zoals alle nieuwe marinemensen bestond het eerste gedeelte van de opleiding uit een algemene militaire vorming. In deze periode leerden de rekruten marcheren, schieten, rangen en standen en vele andere algemene militaire bekwaamheden. Discipline en werken in teamverband stonden hierbij hoog in het vaandel. Hiertoe werden de jongelingen getraind door het organiseren van marsen en roeiwedstrijden die afgewisseld werden met periodes in de schoolbanken en oefeningen op de schietbaan.

    In Gorinchem werden oude schepen gebruikt als opleidingsfaciliteiten. Het uit 1868 stammende ramtorenschip Hr. Ms. Schorpioen werd als logementschip ingezet. De in 1909 tot mijnenlegger omgebouwde stoomkanonneerboot Hr. Ms. Balder uit 1878 werd als varend opleidingsobject gebruikt.

    Op 28 februari 1927 was de eerste opleiding afgerond en werd Floor bevorderd tot matroos 3. De opleiding werd vervolgd in Vlissingen waar Hr. Ms. Noord Brabant als logementschip fungeerde. Dit uit 1899 stammende en 95 meter lange pantserdekschip van de Provinciën-klasse werd in 1925 ontwapend en omgebouwd als logementschip voor de matrozenopleiding.

    Op 17 mei 1940 werd de Noord Brabant door de eigen bemanning in brand gestoken en het wrak is later voor sloop verkocht.

    Floor had inmiddels gekozen voor de vakopleiding tot kanonnier en was hier ook voor aangenomen. De wapentechniek en de verdiensten van 40 cent per uur spraken hem zeer aan. De eerste echte varende plaatsing voor F.A. van Cleemputte werd een feit toen hij op 2 november 1927 op het pantserschip Hr. Ms. Hertog Hendrik werd gestationeerd. Dit schip was in 1904 in dienst gesteld en had een waterverplaatsing van 5084 ton en een lengte van 97 meter. De Hertog Hendrik was bewapend met 2 24cm, 4 15cm, 8 7,5cm en 4 3,7cm kanonnen zodat er meer dan voldoende gelegenheid was om ingewijd te worden in het door Floor gekozen dienstvak.

    Het pantserschip vertrok in november 1927 naar Nederlands West-Indië waar bezoeken werden gebracht aan de Nederlandse Antillen en Suriname. Op 19 november passeerde Floor voor de eerste maal in zijn leven, maar zeker niet de laatste, de kreeftskeerkring. Het bezoek aan het Caraibische gebied duurde tot 21 maart 1928 toen de Hertog Hendrik terugkeerde in Nederland.

    Hr. Ms. Hertog Hendrik viel op 14 mei 1940 in Duitse handen en werd in Antwerpen omgebouwd tot drijvende luchtdoelbatterij Ariadne. In mei 1945 werd het schip teruggevonden in Wilhelmshaven en is teruggesleept naar Nederland waar het werd omgebouwd tot logementschip. In 1968 is het oude schip voor de laatste maal uit dienst gesteld en in 1972 verkocht voor de sloop.

    Later in dat jaar heeft Floor nog een tijdje op de kanonneerboot Hr. Ms. Gruno gediend tot zijn opleiding tot matroos 2 op 30 april voltooid was. Dit 542 ton grote schip van de Brinio-klasse was bestemd voor de kustverdediging.

    Op 14 mei 1940 is het in 1915 in dienst gestelde schip uitgeweken naar Engeland waar het deel nam aan de verdediging van de Thamesmonding. In 1945 keerde de kanonneerboot terug in Nederland en is tenslotte in 1950 verkocht voor de sloop.

    Afbeeldingen

    Roeien tijdens de opleiding in Gorinchem 1926. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Opleidingsschepen in Gorinchem 1926. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Matrozenopleiding aan boord van Hr. Ms. Noord-Brabant in Vlissingen 1927. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Kanonneerboot Hr. Ms. Gruno in 1928. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Aan boord van Hr. Ms. Hertog Hendrik in Paramaribo februari 1928 (F.A. van Cleemputte staand links). Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. Evertsen (EV)

    Op 29 januari 1929 vertrok F.A. van Cleemputte, aan boord van het mailschip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) ms Pieter Cornelisz Hooft, naar Nederlands Oost-Indië. De reis duurde ruim een maand en meteen na aankomst in het Verre Oosten werd hij, op 2 maart, aan boord van de nieuwe torpedobootjager Hr. Ms. Evertsen geplaatst. Deze 1316 ton grote Nederlandse jager was pas in april 1928 in dienst gesteld. De Evertsen behoorde tot de torpedobootjagers van de Admiralen-klasse die verder bestond uit zeven zusterschepen. Ten tijde dat Floor aan boord van de Evertsen geplaatst werd, waren er nog vier jagers van deze klasse in aanbouw. Hr. Ms. Evertsen behoorde samen met Hr. Ms. De Ruyter tot Groep 1 torpedobootjagers en oefende regelmatig in Indische wateren. Het naamsein van de Evertsen was EV en dat van De Ruyter DR. De bemanningen van de beide torpedobootjagers noemden de schepen gekscherend Eeuwige Vuilak en Dure Rommel.

    Aan boord van de Evertsen kreeg Floor ruimschoots de gelegenheid om zich verder te bekwamen in het vak van kanonnier. De vier kanonnen van 12cm en het enkele kanon van 7,5cm waren dankbare studieobjecten. Ook leerde de marineman uit Terneuzen veel over de, aan boord aanwezige mitrailleurs van 40mm en 12,7mm. Op 31 juli 1929 werd F.A. van Cleemputte bevorderd tot matroos 1.

    In het najaar van 1930 maakte Groep 1 torpedobootjagers, samen met de kruiser Hr. Ms. Java de bekende vlagvertoonreis naar Nieuw Zeeland en Australië. Tijdens deze reis, op 3 oktober, meerde het kleine Nederlandse eskader af in Sydney, Australië, slechts enkele honderden meters van de in aanbouw zijnde Sydney Harbour Bridge.

    Hr. Ms. Evertsen is op 28 februari 1940 verloren gegaan in een gevecht met Japanse torpedobootjagers. In zinkende toestand is het schip op het kustrif van het eilandje Seboekoe Besar, net onder Sumatra in Straat Soenda, gezet. Hierna deed zich een zware explosie voor in het achterschip waarna het gehele schip uitbrandde. Twee van de bemanningsleden zijn hierbij omgekomen. De overige 141 opvarenden werden krijgsgevangen gemaakt. Na de oorlog zijn de platen van de valreep van het wrak verwijderd en geplaatst op de nieuwe Evertsen.

    Halverwege 1931 zat de eerste termijn in de Oost voor Floor er op en hij keerde op 22 juli van dat jaar terug naar Nederland aan boord van het passagierschip ms. Johan van Oldenbarnevelt van de SMN. Op 19 augustus arriveerde het schip in Nederland en nog diezelfde dag werd F.A. van Cleemputte geplaatst op de walfaciliteiten van Willemsoord in Den Helder. Hier voltooide hij de opleiding tot korporaal konstabel en hij werd op 1 mei 1932 tot deze rang gepromoveerd.

    Definitielijst

    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Afbeeldingen

    F.A. van Cleemputte aan boord van Hr. Ms. Evertsen (links). Bron: Collectie van Cleemputte.
    Hr. Ms. Evertsen bij 25 mijls vaart gezien vanaf de brugvleugel. Bron: Collectie van Cleemputte.
    F.A. van Cleemputte op de brug van Hr. Ms. Evertsen. Bron: Collectie van Cleemputte.
    12cm geschut van Hr. Ms. Evertsen in actie tijdens een nachtelijke oefening. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Opleiding van inlandse kanonniers aan boord van Hr. Ms. Evertsen in 1931. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. K XVII

    F.A. van Cleemputte bleek zeer goed te kunnen leren en was zeer bedreven in vakken als wiskunde en natuurkunde. Hierdoor maakte hij zich betrekkelijk snel de theoretische kennis meester, die nodig was om onderofficier te kunnen worden. Om ook praktische kennis op te doen heeft de korporaal konstabel uit Terneuzen enige stages voltooid aan boord van verschillende Nederlandse onderzeeboten zoals Hr. Ms. O 9, Hr. Ms. O 12 en Hr. Ms. O 13. In 1932 heeft Floor voor onbepaalde tijd bijgetekend.

    Eind 1933 werd de marineman uit Zeeuws Vlaanderen overgeplaatst naar Hr. Ms. K XVII. Op 19 december 1933 werd deze onderzeeboot in dienst gesteld en startte de opwerkperiode die duurde tot halverwege 1934. In de zomer van dat jaar maakte de K XVII deel uit van een Nederlands eskader dat een vlagvertoonreis maakte in de Oostzee. Samen met Hr. Ms. Evertsen, Hr. Ms. Z 5, Hr. Ms. Hertog Hendrik en zusterschip Hr. Ms. K XVIII werden bezoeken gebracht aan Gdynia, Koningsbergen, het huidige Kaliningrad, Riga en Kopenhagen.

    Op 7 januari 1935 vertrokken Hr. Ms. K XVII en K XVI naar Nederlands Oost-Indië. De reis ging via Lissabon, Napels, Alexandrië, Aden en Colombo. In maart passeerde F.A. van Cleemputte voor het eerst de evenaar aan boord van een marineschip. Naar goede traditie van de marine werden alle bemanningsleden aan boord, die nog nooit de evenaar gepasseerd waren, ontvangen door Neptunus en door hem ingewijd tijdens een speciale ceremonie. Op 26 maart kwamen de beide Nederlandse onderzeeboten aan in Padang, Sumatra en op 4 april werd de voorlopige eindbestemming bereikt: Soerabaja, Java. Na aankomst in Nederlands Oost-Indië werd Floor geplaatst op de walfaciliteiten van de Onderzeedienst Oost op het Marine-etablissement te Soerabaja.

    Op 1 mei 1935 werd F.A. van Cleemputte bevorderd tot sergeant konstabel. Dit was een rechtstreeks gevolg van zijn ijverige studeren. De Zeeuwse marineman studeerde een aantal exacte vakken op Lyceumniveau en kon ook op andere vlakken, zoals aardrijkskunde en geschiedenis, goed meekomen.

    Tot februari 1937 bracht Floor zijn tijd bij de Onderzeedienst Oost door met zijn werk als artillerie-instructeur, studeren, varen als bemanningslid op verschillende onderzeeboten en wachtlopen. Op de tiende van die maand vertrok hij terug naar Nederland aan boord van het passagiersschip ms. Indrapoera van de Rotterdamsche Lloyd (RL). Een maand later arriveerde hij in Nederland en werd overgeplaatst naar de walfaciliteiten van de marinebasis Willemsoord in Den Helder.

    Hr. Ms. K XVII ging in december 1941 verloren toen de onderzeeboot tijdens een patrouille in de Zuid Chinese Zee op een Japanse mijn liep. Alle 36 opvarenden verloren hierbij het leven.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.

    Afbeeldingen

    F.A. van Cleemputte aan boord van Hr. Ms. K.XVII in Lissabon 1935. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Neptunus aan boord van Hr. Ms. K.XVII maart 1935. Bron: Collectie van Cleemputte.
    F.A. van Cleemputte aan boord van Hr. Ms. K.XVII. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Onderzeedienst Soerabaja april 1936 (F.A. van Cleemputte links). Bron: Collectie van Cleemputte.
    Zondagse wacht op de onderzeedienst te Soerabaja april 1936 (F.A. van Cleemputte midden). Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. Gelderland

    Lang bleef Floor niet in Nederland want al op 28 oktober 1937 vertrok hij aan boord van het pantserschip Hr. Ms. Gelderland, waar hij sinds juli van dat jaar op geplaatst was, naar Nederlands West-Indië. Dit in 1900 in dienst gestelde schip kende grote bekendheid doordat het in 1900 de President der Zuid-Afrikaanse Republiek, Paul Kruger, naar Nederland had gebracht tijdens de Boerenoorlog, in opdracht van Koningin Wilhelmina.

    Hr. Ms. Gelderland was een pantserschip van de Holland-klasse en had een waterverplaatsing van ruim 4000 ton. Het 95 meter lange schip werd eind jaren `30 voornamelijk gebruikt als artillerie instructieschip. Het oude schip beschikte over 2 15cm, 6 12cm, 4 7,5cm en 8 3,7cm kanonnen. De oude torpedolanceerbuizen en torpedokanonnen waren inmiddels verwijderd.

    De Gelderland kwam op 24 november 1937 aan in Willemstad, Curaçao. Van hier uit deed zij dienst als stationsschip in de West. Sergeant konstabel Van Cleemputte had een grote rol in het onderhoud van de kanonnen en tevens fungeerde hij weer als artillerie-instructeur. Op 12 februari 1938 vertrok de Gelderland naar Nederland waar het pantserschip op 3 maart arriveerde. Floor bleef nog een aantal maanden werkzaam aan boord van het oude schip. Hij was inmiddels getrouwd en in 1938 werd zijn enige zoon, Peter, in het Marine Hospitaal in Den Helder geboren. Peter heeft zijn vader tijdens zijn jeugd maar weinig gezien.

    Op 14 mei 1940 lag de Gelderland opgelegd en ontwapend op de Rijkswerf in Den Helder. De Duitse bezetters namen het in beslag en lieten het in Nederland verbouwen tot de drijvende luchtdoelbatterij Niobe. In maart 1944 werd het omgebouwde pantserschip in dienst gesteld in de Finse Golf waar zij ruim vier maanden later door Sovjetvliegtuigen tot zinken werd gebracht. In 1947 is het wrak door Finnen gelicht en gesloopt.

    Vanaf 1 oktober 1938 werd Floor weer op Willemsoord in Den Helder geplaatst. Hier volgde hij aan boord van het opleidingsschip Hr. Ms. Van Speyk de opleiding voor konstabel monteur. De Van Speijk was een oud fregat dat in 1887 in dienst genomen was en reeds in 1904 werd ontwapend en omgebouwd tot logement- en opleidingsschip. Deze opleiding werd onderbroken van 19 april tot 6 november 1939 toen de sergeant konstabel een stageperiode doorbracht aan boord van Hr. Ms. pantserschip Jacob van Heemskerck. Dit, uit 1908 stammende, zusterschip van de Hertog Hendrik was vanaf 17 april in dienst gesteld als Hr. Ms. Batterijschip IJmuiden omdat de naam Jacob van Heemskerck overging naar de in aanbouw zijnde flottieljeleider.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.

    Afbeeldingen

    Vertrek van Hr. Ms. Gelderland naar de West op 28 oktober 1937, op de achtergrond Hr. Ms. Java. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Aankomst van Hr. Ms. Gelderland Curacao op 24 oktober 1937. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Aankomst van Hr. Ms. Gelderland Curacao op 24 oktober 1937. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Aan boord van Hr. Ms. Gelderland december 1937 (F.A. van Cleemputte zittend rechts). Bron: Collectie van Cleemputte.
    Hr. Ms. Gelderland verlicht op prinsjesdag 31 januari 1938 te Curacao. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. Jacob van Heemskerck

    Tien dagen voordat de Duitsers Nederland binnenvielen, op 10 mei 1940, Werd F.A. van Cleemputte overgeplaatst naar Marinekazerne Amsterdam als kernbemanningslid van de in aanbouw zijnde flottieljeleider Jacob van Heemskerck. Dit schip, ook vaak lichte kruiser genoemd, werd op dat moment afgebouwd bij de Nederlandse Scheepsbouw Mij. te Amsterdam. De belangrijkste taak voor de sergeant konstabel uit Terneuzen zou worden het monitoren en begeleiden van de montage van het vuurleidingssysteem van de 15cm kanonnen.

    Er werd in die dagen rekening gehouden met een eventuele Duitse inval. Daarom was de afbouw van de Jacob van Heemskerck versneld. Een groot aantal inspecties werd niet uitgevoerd, om tijd te winnen en de machines hadden een week lang proefgedraaid terwijl het schip aan de afbouwkade lag. Op 10 mei, `s avonds om half zeven, werd de flottieljeleider in alle haast in dienst gesteld door eerste officier LTZ 1 Jhr. A. van Foreest die tevens als waarnemend commandant fungeerde. Van de bijna honderd manschappen machinekamerpersoneel waren er nog maar 23 aan boord. Ook van het overige personeel was maar een klein gedeelte aanwezig. Omdat de vuurleiding nog ontbrak konden de kanonnen niet afgevuurd worden. Bovendien was er nog geen gyrokompas aan boord, enkel een klein kompas uit één van de motorsloepen. Toch werd besloten met het schip naar Engeland te varen om het uit handen van de Duitsers te houden.

    Om half negen `s avonds werd de Van Heemskerck door sleepboten richting IJmuiden getrokken terwijl de machines langzaam meedraaiden. Personeel dat niet opgeleid was om in de machinekamer of op de brug hun functie uit te oefenen, zoals Floor, hielp toch mee op de plaatsen waar dit het hardst nodig was. Tegen middernacht was de onderbemande flottieljeleider door de grote sluizen bij IJmuiden gesleept en hier besloot de waarnemende commandant de oversteek te wagen zonder sleepboten omdat dit toch een stuk sneller zou gaan. Omdat er maar één ketelruim bezet was kon het nieuwe schip niet sneller dan 15 mijl per uur varen, maar op zaterdagmorgen 11 mei bereikte het de Downs, de wateren tussen Dover en de Goodwin Sands, de zandbank in het nauw van Calais.

    De volgende dag ging de onafgebouwde lichte kruiser door naar Portsmouth waar nog andere Nederlandse oorlogsschepen zich hadden verzameld. Op 14 mei kwam commandant, kapitein-luitenant-ter-zee Jhr. van Holthe, aan boord die opgehouden was door andere taken. Zijn eerste zorg werd nu om de bemanning op volle oorlogssterkte te krijgen. De meeste bemanningsleden die aan boord van de Van Heemskerck kwamen, waren afkomstig van andere Nederlandse oorlogsschepen. De bemanningen van de andere schepen werden langzamerhand aangevuld met marinepersoneel dat, op allerlei wijzen, kans had gezien Engeland te bereiken. De prioriteit werd echter gelegd bij de nieuwe flottieljeleider omdat voor dit schip een speciale opdracht voorzien was.

    Door de snelle Duitse successen en het onzekere lot van Groot-Brittannië had Koningin Wilhelmina besloten dat Prinses Juliana en haar twee dochtertjes, Beatrix en Irene, naar Canada moesten uitwijken. Hr. Ms. Sumatra en Hr. Ms. Jacob van Heemskerck werden voor deze taak aangewezen. Alleen deze beide lichte kruisers waren snel genoeg om de oversteek in een betrekkelijk korte tijd te maken. De Van Heemskerck vertrok op 25 mei naar Falmouth om voorbereid te worden op de reis. Er werd haastig een degaussingskabel aangebracht (om magnetische mijnen te misleiden) en er werden voorraden aan boord gebracht. Op 2 juni vertrok het schip, nog steeds zonder werkend gyrokompas en werkende kanonnen, naar Milford Haven, Wales, waar de Sumatra reeds lag. Prinses Juliana en haar dochtertjes scheepten in op de Java-klasse kruiser en nog diezelfde avond verliet het kleine eskader de haven. Op 11 juni kwamen de beide Nederlandse kruisers aan in Halifax, Nova Scotia, en de volgende dag vertrok het koninklijke gezelschap naar Ottawa. De Sumatra ging verder richting de West en de Van Heemskerck keerde terug naar Falmouth.

    De ontbrekende vuurleiding voor de flottieljeleider was in Engeland niet voorhanden en de Nederlandse marineleiding in Londen besliste snel dat het schip omgebouwd zou worden tot luchtverdedigingkruiser. Dit betekende een ingrijpende verandering in de artillerie-uitrusting van het schip. De drie dubbeltorens van 15cm werden vervangen door vijf dubbeltorens van 10,2cm van het High Angle – Low Angle type dat zowel tegen zeedoelen als luchtdoelen kon worden ingezet. Naast de 10,2cm kanonnen kreeg de Van Heemskerck een vierloops 40mm kanon (pompom) en zes 20mm mitrailleurs aan boord. Dit betekende voor Floor en zijn mede konstabels dat zij een omscholing kregen op de walfaciliteiten van de marinewerf in Portsmouth waar de af- en ombouw van het Nederlandse schip gerealiseerd werd.

    Pas eind januari 1941 waren de werkzaamheden aan de Jacob van Heemskerck in een ver genoeg stadium zodat de opwerkperiode van schip en bemanning kon beginnen. Er volgden een aantal weken van proefvaarten en oefeningen om oorlogsgereed te bekomen. Tijdens één van de hoge snelheidsproeven werd een vaart van ruim 33 mijl behaald. Uiteraard werd veel aandacht besteed aan schietoefeningen om de nieuwe artillerie bekend te maken bij de artilleristen aan boord. Voor de sergeant konstabel uit Terneuzen en de zijnen waren dit drukke maar zeer zinvolle weken.

    Na de opwerkperiode volgde een langere tijd waarin het Nederlandse oorlogsschip vooral dienst deed als konvooibegeleider in Britse wateren. De konvooidiensten werden alleen onderbroken door een korte onderhoudsperiode in Belfast, Noord Ierland, bij Harland and Wolf, in september 1941. Op 28 december, liggend in Milford Haven, kwam het bericht binnen dat de Jacob van Heemskerck zich zo snel mogelijk naar Nederlands Oost-Indië moest begeven om de Nederlandse vloot aldaar te versterken.

    De reis ging eerst naar de Liberiaanse hoofdstad Freetown, op de West-Afrikaanse kust, als één van de escortes van een belangrijk konvooi. Daarna ging het Nederlandse schip alleen verder richting Kaapstad waar enkele reparaties werden uitgevoerd. Via de Seychellen ging de reis naar Trincomalee, de marinehaven van Ceylon. Hier trof men, op 21 februari 1942, Hr. Ms. Sumatra aan die kort daarvoor uit Nederlands Oost-Indië was gekomen. Van de bemanning van de Sumatra werd vernomen dat de situatie in de Oost verre van rooskleurig was en dat de geallieerden op vele fronten verslagen werden door de Japanners.

    De volgende dag ging de Jacob van Heemskerck op weg naar Tandjong Priok, Batavia, Java. Op 28 februari werden verschillende telegrammen ontvangen die meldden dat er een beslissende zeeslag in de Javazee werd uitgevochten tussen het geallieerde eskader van schout-bij-nacht Karel Doorman en de begeleidende oorlogsschepen van de Japanse invasievloot. Op 1 maart kreeg de bemanning van de Van Heemskerck de bevestiging van de ondergang van Hr. Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Java. De nieuwe luchtverdedigingkruiser was te laat. Er kon niet meer meegevochten worden tegen de Japanners. Reeds de volgende dag was het oorlogsschip op de terugweg naar Trincomalee.

    In de loop van de ochtend van 3 maart 1942 werd een Japans verkenningsvliegtuig waargenomen. Het vijandelijke vliegtuig werd meteen onder vuur genomen maar bleef op een veilige afstand. Tegen de middag doken negen Japanse bommenwerpers op die het op de Nederlandse luchtafweerkruiser gemunt hadden. Commandant Holthe liet aanzetten naar 26 mijl terwijl er met tien minuten tussenpauze twee zware bomaanvallen uitgevoerd werden op het Nederlandse oorlogsschip. Door briljant uitgevoerde uitwijkmanoeuvres en door niet aflatend vuren op de vliegtuigen wist de kruiser te ontkomen aan een directe treffer. Alle bommen gingen naast maar sommige waren angstig dichtbij. Eén bom kwam op minder dan tien meter van het achterschip tot ontploffing waardoor dit gedeelte van het schip een stuk uit het water werd gelicht.

    Ook F.A. van Cleemputte had als sergeant konstabel zijn bijdrage geleverd aan het behoud van zijn schip. Volgens Floor kon je met het luchtafweergeschut geen vliegtuigen op grote hoogte neerhalen maar door geconcentreerd vuur kon je ze wel hoog houden zodat de bommen niet nauwkeurig genoeg afgeworpen konden worden.

    Op 6 maart arriveerde de Jacob van Heemskerck in Trincomalee waar de lichte kruiser onmiddellijk ingedeeld werd bij de Britse Eastern Fleet onder commando van Admiral Sir James Somerville. Tijdens oefeningen in de volgende maanden bleek dat er een ernstig defect aan de stuurinrichting was, dat reeds eerder geconstateerd was maar nu steeds hinderlijker merkbaar werd. Admiral Somerville stuurde de Nederlandse kruiser naar de dichtstbijzijnde oorlogshaven waar de Van Heemskerck in dok kon gaan. Dit was Simonstown, Kaapstad, Zuid-Afrika. Hier werd de schade, die waarschijnlijk opgelopen was tijdens het Japanse bombardement op 3 maart, hersteld. Pas op 27 juni vertrok de Nederlandse kruiser uit Zuid-Afrika en zette koers naar Trincomalee.

    Intussen was gebleken dat F.A. van Cleemputte en een officier genaamd Wall-Bake niet altijd dezelfde mening hadden over belangrijke artillerie aangelegenheden. Ze konden beiden niet door één deur. Er was dan ook geen sprake van een prettige samenwerking. Dit zou kunnen leiden tot ongewenste problemen tijdens crisissituaties. Officier artillerie LTZ 1 Pröpper heeft er om deze reden voor gezorgd dat Floor overgeplaatst werd naar Hr. Ms. Sumatra en dat een sergeant konstabel van deze kruiser de plaats in nam van Floor aan boord van de Van Heemskerck.

    Hr. Ms. Jacob van Heemskerck overleefde de gehele oorlog en arriveerde op 26 juli 1945 als eerste Nederlandse oorlogsschip na de bevrijding van Nederland in Amsterdam. Na de oorlog was de lichte kruiser nog actief in Nederlands Oost-Indië voor het vanaf 1951 dienst deed als logementschip in onder andere Vlissingen. In 1970 werd Hr. Ms. Jacob van Heemskerck van de sterkte afgevoerd en verkocht voor sloop aan Castricum & Co. te Rotterdam die het afgedankte schip doorverkocht naar een sloper in Alicante, Spanje.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.

    Afbeeldingen

    Hr. Ms. Jacob van Heemskerck. Bron: Collectie van Cleemputte.
    F.A. van Cleemputtes sailor`s pay and identity book. Bron: Collectie van Cleemputte.
    F.A. van Cleemputtes sailor`s pay and identity book. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Hr. Ms. Jacob van Heemskerck meert af, plaats en tijd onbekend. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. Sumatra

    Op 30 juli 1942, de dag na aankomst in Trincomalee, stapte Floor over op Hr. Ms. Sumatra. Nadat deze Java-klasse kruiser Prinses Juliana en haar beide dochters naar Halifax, Canada had gebracht, was het schip naar Nederlands West-Indië vertrokken. Omdat er in Nederlands Oost-Indië een ernstig personeelsgebrek was werd de kruiser met haar ruim 500 bemanningsleden naar Soerabaja, Java gestuurd waar het schip op 15 oktober 1940 aankwam. Daar aangekomen werd de kruiser uit dienst gesteld en ging in groot onderhoud. De meeste bemanningsleden werden overgeplaatst. Op 27 januari 1942 werd Hr. Ms. Sumatra weer in dienst gesteld door kapitein-luitenant-ter-zee J.J.L. Willinge. De Japanse dreiging in de Indonesische archipel werd steeds groter en daarom werd de, nog steeds, onderbemande kruiser naar Trincomalee, Ceylon, gestuurd.

    Na de Japanse luchtaanvallen op Trincomalee op 8 en 9 april werd besloten de kruiser naar Engeland te sturen. De voorbereidingen voor deze reis waren eind juli gereed, juist op het moment dat F.A. van Cleemputte aan boord stapte. Hier trof de Zeeuwse sergeant konstabel tien oude 15cm kanonnen achter schilden aan in plaats van tien moderne 10,2cm HA-LA kanonnen. Ook de luchtafweerbatterij van de Sumatra was nog niet gemoderniseerd en vooral de vuurleiding van de zes 40mm mitrailleurs voldeed niet aan de moderne eisen. Dit was de belangrijkste reden om de kruiser om Zuid-Afrika heen te laten varen in plaats van door het gevaarlijke Middellandse Zee-gebied. En zo vertrok Floor, op 30 juli 1942, weer met een onderbemand oorlogsschip, naar de betrekkelijke veiligheid van een Engelse haven.

    Op 24 oktober 1942 arriveerde Hr. Ms. Sumatra in Portsmouth, zuid Engeland, waarna de oude kruiser op 31 oktober opgelegd werd in de marinehaven van die stad. Een groot aantal van de bemanningsleden werd overgeplaatst en degenen die aan boord bleven hielden zich bezig met het conserveren van het schip. De 40mm en 12,7mm mitrailleurs werden van boord gehaald en de voornaamste taak voor de sergeant konstabel uit Terneuzen bestond uit het conserveren van de tien 15cm kanonnen. In 1943 bleven slechts 51 bemanningsleden aan boord van de Sumatra.

    Op 9 december 1943 werd F.A. van Cleemputte tijdelijk overgeplaatst naar Hr. Ms. Oranje Nassau. Dit 2.885 ton grote passagiersschip van de Stoomvaart Mij. Zeeland was op 12 mei 1940 uitgeweken naar Engeland en deed sinds 29 augustus 1941 dienst als logementschip voor de marine. Aan boord van de Oranje Nassau was Floor werkzaam als artillerie-instructeur. Lang duurde de plaatsing op het logementschip niet want al op 29 december 1943 bevond de Zeeuwse Konstabel zich weer aan boord van de Sumatra.

    De bemanning van de oude kruiser wist nog niet wat er zich af zou gaan spelen maar de tien 15cm kanonnen moesten weer oorlogsgereed gemaakt worden. Dit betekende dat de wapens geheel gedemonteerd moesten worden en ontdaan van conserveringsvetten en oliën. Daarna werden de kanonnen weer geassembleerd maar niet meer achter de schilden geplaatst. Dit was een klus die maanden duurde. Aan boord van de kruiser werden intussen de geruchten steeds sterker dat het oude schip gebruikt zou gaan worden als zinkschip bij een op handen zijnde, grote operatie. Wat die operatie inhield was echter niet duidelijk en werd ook geheim gehouden.

    Op 1 april 1944 werd F.A. van Cleemputte bevorderd tot majoor konstabel. Een rang die hij verdiend had door te studeren maar vooral door zijn uitstekende kwaliteiten als artillerie-instructeur. Op 29 april werd het commando van Hr. Ms. Sumatra overgenomen door de Britse Captain G.H. Sutcliffe en er kwamen tientallen Britse bemanningsleden aan boord. Samen met de overgebleven Nederlandse opvarenden werd de kruiser weer vaargereed gemaakt. Wel gingen zoveel mogelijk voorraden en inventarisgoederen van boord evenals de tien gevechtsklare 15cm kanonnen.

    Reeds op 1 mei werd op de rede van Portsmouth proefgevaren en kon de oude kruiser een vaart van 20 mijl behouden. De volgende dag vertrok de Sumatra, samen met de Britse kruiser Durban, die ook aangewezen was als zinkschip, naar Oban, Schotland. Hier verzamelden zich alle zinkschepen die op 31 mei Oban verlieten en op 6 juni, D-day, arriveerden in de baai van Poole, Zuid-Engeland. Hier verliet een aantal bemanningsleden, dat niet nodig was om de zinkschepen naar hun laatste ligplaats te brengen, de schepen waaronder de majoor konstabel uit Terneuzen die weer aan boord van de Oranje Nassau geplaatst werd.

    Op 9 juni, 17:21 uur, werd Hr. Ms. Sumatra afgezonken voor de Normandische kust in ongeveer 7,5 meter water, als onderdeel van Gooseberry 5, één van de golfbrekers die nodig waren om de kunstmatige Mulberry havens te beschermen. In de vroege avond ontscheepte het Nederlandse detachement vanaf de afgezonken Sumatra op een Landing Craft Infantry vanwaar het de volgende morgen te Portsmouth aan wal ging en nog diezelfde dag aankwam op Hr. Ms. Oranje Nassau.

    In juni en juli was F.A. van Cleemputte als majoor konstabel zeer nauw betrokken bij het uitwisselen van de 15cm kanonnen van Hr. Ms. Flores (1925) en Hr. Ms. Soemba (1925) voor die van de Sumatra. Deze beide Nederlandse kanonneerboten waren aangewezen om de landingen in Normandië te ondersteunen door, samen met vele andere geallieerde oorlogsschepen, Duitse stellingen onder vuur te nemen. De beide Nederlandse kanonneerboten, die inmiddels The Terrible Twins werden genoemd, deden dit met zoveel overgave dat de originele 15cm kanonnen geheel uitgeschoten raakten zodat ze vernieuwd moesten worden. Toen ook de kanonnen van de Sumatra versleten waren werden de Flores en de Soemba opgelegd in het Shadwell Basin in Londen.

    Op 25 september 1944 werd F.A. van Cleemputte tijdelijk op Hr. Ms. Soemba (1925) geplaatst. Dit schip werd in deze periode gebruikt als opleidingsschip voor konstabels en matrozen. Op 2 december 1944 ging de Zeeuwse majoor konstabel officieel over op de Rol Londen. Dit betekende dat hij als Nederlandse onderofficier in dienst trad bij de Royal Navy als onderdeel van een uitwisselingsprogramma. Dit programma had als doel het uitwisselen van technische kennis en het aantrekken van de bondgenootschappelijke banden. In het kader van de Rol Londen is Floor op verschillende plaatsen en aan boord van verschillende schepen werkzaam geweest als artillerie-instructeur.

    Deze periode overlapte het einde van de Tweede Wereldoorlog en op 12 december 1945 werd Floor geplaatst op HMS Excellent, één van de oudste walfaciliteiten voor opleidingen van de Royal Navy op Whale Island, behorend tot de marinehaven van Portsmouth. Hier werkte de inmiddels zeer ervaren majoor konstabel als artillerie-instructeur en was zeer nauw betrokken bij het opzetten van nieuwe les- en instructiemethodes. Uit deze periode stamt ook zijn Gunnery Instructor boek. In dit boek maakte de Zeeuwse zeeman uitgebreide schematische beschrijvingen van wapens en vuurleidingssystemen die hij gebruikte bij zijn werkzaamheden als instructeur. Floor`s vrouw en zoon waren vlak na de oorlog overgekomen uit Nederland en samen hebben ze een tijd in Portsmouth gewoond. Floor bleef in Britse dienst, als gunnery instructor, tot 30 mei 1947 waarna hij en zijn gezin terugkeerden naar Den Helder.

    In Den Helder werd Floor geplaatst op Marine Kazerne Den Helder en gedetacheerd op de Batterijen Falga en Argis. Dit waren kustbatterijen die ook dienst deden als opleidingsfaciliteiten. Ook was hij tijdelijk werkzaam bij het Ministerie van Marine (MINMAR) als medewerker van de instructie beleidsbepaling.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    D-day
    De dag dat de invasie van West-Europa plaatsvond op 6 juni 1944. Na een lange misleidingsoperatie vielen de geallieerden op vijf plaatsen op de Normandische kust de stranden binnen om zo hun opmars naar Nazi-Duitsland te beginnen. Hoewel D-Day vaak als Decision Day wordt gezien, is dit niet geheel correct. De D staat in dit geval gewoon voor Day, in het militaire jargon wordt namelijk gesproken van een operatie op Dag D, beginnend op Uur U.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.

    Afbeeldingen

    Hr. Ms. Sumatra. Bron: Collectie van Cleemputte.
    HMS Excellent. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Vaccinatiekaart F.A. van Cleemputte HMS Excellent. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Gunnery Instruction boek 1945-1947 van F.A. van Cleemputte. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Uit F.A. van Cleemputtes Gunnery Instruction boek. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Hr. Ms. Evertsen (D802)

    Op 30 augustus 1948 werd F.A. van Cleemputte overgeplaatst naar de Rijkswerf Willemsoord in Den Helder waar Hr. Ms. Evertsen (2) lag voor groot onderhoud. Deze torpedobootjager was in 1946 in Nederlandse dienst gekomen nadat het van de Royal Navy gekocht was ter vervanging van de torpedobootjager van de Admiralenklasse met dezelfde naam. Het 1750 ton grote en ruim 110 meter lange schip was in 1941 op stapel gezet bij de bouwwerf van Cammell Laird & Co. te Birkenhead in Groot-Brittannië en in 1943 in dienst genomen bij de Royal Navy als HMS Scourge.

    Op 1 december 1948 werd Hr. Ms. Evertsen (2) weer in dienst gesteld door commandant LTZ 1 D.J. van Doornick en Floor van Cleemputte werd onderofficier van de hoofdbatterij: vier 12cm kanonnen in enkele opstellingen. Buiten zijn normale functie als artillerie onderofficier deed Floor ook de administratie van de wijntoko van het onderofficiersverblijf. Dit betekende dat hij de inkoop en verkoop bijhield van de drank die in dit verblijf genuttigd werd. Al op 7 januari 1949 vertrok de Evertsen voor een termijn van 18 maanden naar Indonesië dat toen door Nederland nog steeds niet als onafhankelijk land werd erkend. De marineman uit Terneuzen zou aanvankelijk maar voor negen maanden uitgezonden worden maar dat zou anders verlopen.

    Op 25 juni 1950 werd Zuid-Korea binnengevallen toen Noord-Koreaanse troepen de 38e breedtegraad overschreden. Noord-Korea werd bevrijd van de Japanse bezetting door Sovjettroepen en was uitgegroeid tot een communistische dictatuur onder Kim Il-Sung. Deze overtuigde Stalin en de nieuwe Chinese leider Mao Zedong ervan dat hij binnen enkele weken Zuid-Korea kon veroveren, dat door Amerikaanse troepen was bevrijd, en het land voor de communistische zaak kon winnen. De communistische leiders gaven hun fiat en in slechts zes weken werden de zwakke Zuid-Koreaanse troepen en de toegesnelde Amerikaanse eenheden teruggedrongen tot de uiterste zuidoost punt van het Koreaanse schiereiland.

    De president van de Verenigde Staten, Harry Truman, alarmeerde de Verenigde Naties die snel besloten de noordelijke agressor te stoppen. Vele landen besloten troepen of schepen naar Korea te sturen. Ook Nederland zag het als plicht om als lid van de Verenigde Naties een bijdrage te leveren. De regering gaf aan de Commandant Zeemacht in Indonesië, Vice-Admiraal F.J. Kist, de opdracht om de Evertsen zo snel mogelijk oorlogsgereed te maken. Zo snel mogelijk werd de Nederlandse torpedobootjager opgenomen in het dok in Soerabaja voor noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Toen deze gereed waren werden de nodige voorraden aan boord gebracht en de hoeveelheid munitie, torpedo`s en dieptebommen aangevuld tot volle oorlogsverstrekking.

    Op 7 juli 1950 vertrok Hr. Ms. Evertsen (2) vanaf de Kruiserkade in Soerabaja richting Hong Kong waar de torpedobootjager 5 dagen later aankwam en afmeerde op de boei. Een dag later werd olie geladen uit de Britse tanker War Afridi en werd koers gezet naar Japan. Onderweg werd zoveel mogelijk geoefend waarbij vooral aandacht werd besteed aan het zo snel mogelijk op post komen van de geschutsbemanningen. Een zware en drukke tijd voor de majoor konstabel uit Terneuzen omdat hij de leiding had over de bemanningen van de 12cm kanonnen. Op 14 juli, tussen China en Formosa, werd overgegaan op oorlogswacht: zes uur op en zes uur af. Op 16 juli meerde het Nederlandse schip af in de Japanse havenstad Sasebo waar zij ingedeeld werd bij de Amerikaanse Zevende Vloot.

    De Evertsen kreeg de opdracht te patrouilleren in de Gele Zee, ten westen van Korea, bij de 38e breedtegraad. Ook moest zij vuursteun verlenen aan eigen troepen en doelen aan land beschieten. Tussendoor werden troepentransporten en tankers geëscorteerd. Op 9 augustus 1950 sloeg het noodlot toe. Tijdens een patrouille in de buurt van het eiland Fokusa Sho, ten zuiden van het Koreaanse schiereiland, liep Hr. Ms. Evertsen (2) op een rif tijdens een zigzagkoers die aangehouden werd in verband met onderzeebootgevaar. De schade was zeer groot en een aantal ruimtes liep vol zeewater. De Scheeps Beveiligings Dienst (SBD) voorkwam dat meer ruimtes onderliepen door op de juiste plaatsen luiken en deuren met stutten en schoren te sluiten. Met verplaatsbare pompen werd zoveel mogelijk water uit de ruimtes gepompt.

    Het schip maakte slagzij naar bakboord en de commandant had een noodsein uit doen gaan naar de Admiraliteit in Hong Kong. De kruiser HMS Kenya en de jagers HMS Cossack en Cockade snelden naar de plek des onheils. Deze schepen leverden extra verplaatsbare pompen en een grote voorraad hout om nog meer stutten en schoren aan te brengen. In totaal werd er op 45 plaatsen geschoord. Die nacht nam HMS Cockade de beschadigde Nederlandse torpedobootjager op sleeptouw. Twee dagen na het ongeval werd de sleeptros overgenomen door de sleper USS Cree die het gehavende schip de haven van Sasebo binnen bracht.

    Op 1 september 1950 werd F.A. van Cleemputte bevorderd tot opper konstabel, een rang vergelijkbaar met adjudant, de hoogste rang als onderofficier. Na 24 jaar studeren, opleidingen volgen en hard werken had de konstabel uit Terneuzen de, voorlopig, hoogste trede bereikt die een marineman, met zijn vooropleiding, kon bereiken. Een grote prestatie gezien de omstandigheden waaronder een groot deel van die 24 jaar zich afspeelden.

    Inmiddels was de Amerikaanse Generaal McArthur op het strijdtoneel verschenen en onder zijn leiding vond op 15 september de landing bij Inchon plaats, op de westkust van Zuid-Korea niet ver van hoofdstad Seoul. Het resultaat was dat aan het einde van die maand bijna geheel Zuid-Korea in de handen van de Verenigde Naties was en dat de hoofdstad heroverd werd. Na een ultimatum aan de Noord-Koreanen, waarop niet gereageerd werd, stootten de troepen van de VN ver door tot over de 38e breedtegraad. Het gevolg was dat Mao Zedong troepen zond om zijn communistische medestanders bij te staan. Hierdoor werden de VN troepen weer teruggedrongen en ontstond een situatie die op en neer ging voor beide partijen.

    De schade aan Hr.Ms. Evertsen (2) was te groot om in Sasebo te kunnen herstellen en na provisorische reparaties ging het schip op eigen kracht op weg naar de Naval Dockyards in Hong Kong waar het schip op 25 september in het dok werd opgenomen.

    Vier dagen later kreeg Floor de leiding over de gehele artillerie-installatie aan boord van de Evertsen wat hem de rang opper geschutskonstabel opleverde. Hij was nu, na de artillerieofficier, de hoogste in rang die leiding gaf aan zaken betreffende geschutsaangelegenheden, inclusief de luchtafweerbatterij die bestond uit twee 40mm en acht 20mm mitrailleurs. Bovendien was hij geheel verantwoordelijk voor het onderhoud van de artillerie en de training van de geschutsbemanningen.

    Op 25 november verliet de volledig herstelde Nederlandse torpedobootjager de haven van Hong Kong, kwam een week later aan in Japan en was weer inzetbaar voor haar taken onder de vlag van de Verenigde Naties. Deze taken bestonden vooral uit het verrichten van patrouilles en het beschermen van Amerikaanse vliegdekschepen. Begin maart 1951 kreeg de Evertsen de opdracht een bombardement uit te voeren op Wonsan, aan de oostkust van Noord-Korea. De inslagen werden door een Amerikaanse helikopter waargenomen en zonodig gecorrigeerd. Het bombardement werd een succes mede dankzij de bekwaamheid van de artillerieofficier, de opper geschutskonstabel en de geschutsbemanningen.

    Op 18 april 1951 meerde Hr. Ms. Van Galen (2) af in Hong Kong langszij de Evertsen. Na negen maanden werd de torpedobootjager eindelijk afgelost. Zes dagen later keerde het schip huiswaarts terwijl de Van Galen op weg ging naar Japan. Op 2 juni arriveerde de Evertsen, na een afwezigheid van bijna tweeëneenhalf jaar, eindelijk in Nederland.

    De oorlog in Korea sleepte zich voort zonder dat één van de partijen grote vooruitgang boekte. De vredesonderhandelingen, die reeds in 1951 gestart waren liepen steeds op een mislukking uit. Vooral de halsstarrigheid van Stalin speelde hierin een grote rol. De uitwisseling van krijgsgevangenen was voor de Sovjetleider het grootste struikelblok. Stalin overleed in maart 1953 en vanaf toen werden wel successen geboekt in de diplomatieke pogingen een eind te maken aan het conflict. Op 27 juli werd er in Panmunjom, een dorp op de 38e breedtegraad, een wapenstilstand ondertekend. Het nu verlaten dorp ligt tegenwoordig in de gedemilitariseerde zone die de nog steeds vijandelijke landen Noord- en Zuid-Korea scheidt.

    Hr. Ms. Evertsen (2) werd in 1956/57 omgebouwd tot snel fregat en kreeg het naamsein F803. Eind jaren `50 en begin jaren `60 was de Evertsen betrokken bij de strijd tegen Indonesië voor het behoud van Nieuw-Guinea. Op 13 december 1962 werd het schip uit dienst gesteld en op 12 juli van het volgende jaar verkocht voor sloop naar Hendrik Ido Ambacht.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    dictatuur
    Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen is van één persoon, de dictator. Oorspronkelijk een Romeinse staatsvorm voor tijden van nood, waarbij de totale macht 6 maanden in de handen lag van één persoon om de crisis het hoofd te bieden.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Afbeeldingen

    Hr. Ms. Evertsen D802. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Pagina uit de boekhouding van de wijntoko. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Inentingsboekje van F.A. van Cleemputte aan boord van Hr. Ms. Evertsen 1950. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Ontvangstbewijs van drank en lege emballage ontvangen door Hr. Ms. Evertsen van Hr. Ms. van Galen, Hong Kong april 1951. Bron: Collectie van Cleemputte.
    Alle hens voor de boeg bij het vertrek van Hr. Ms. Evertsen naar Nederland. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Officier

    Op 19 juni 1951 werd opper geschutskonstabel Van Cleemputte geplaatst op de Rijkswerf Willemsoord te Den Helder. Hij verbleef nog een aantal maanden op het schip dat zijn eerste varende plaatsing was geweest, het tot logementschip omgebouwde pantserschip Hr. Ms. Hertog Hendrik. Op 1 oktober van datzelfde jaar ging F.A. van Cleemputte naar de Artillerie School in Den Helder waar hij zijn loopbaan als artillerie-instructeur voortzette maar nu voor de klas. Zijn enorme theoretische kennis en zijn praktische ervaring werden ingezet om jonge artilleristen kennis te laten maken met het vak.

    Door zijn enorme vakbekwaamheid en het aantal dienstjaren werd F.A. van Cleemputte op 16 september 1953 voorgedragen en benoemd tot luitenant-ter-zee der derde klasse (LTZ 3) Vakofficier. Op 24 september volgde de officiële beëdiging. Nog geen anderhalf jaar later werd de vakofficier bevorderd tot LTZ 2 en drie jaar na zijn beëdiging als officier werd de Zeeuwse marineman verheven in de rang van LTZ 2 der Oudste Categorie (OC). Al die tijd bleef Floor werkzaam als artillerie-instructeur. Het is bij de marine gebruikelijk dat een vakofficier, die dus niet opgeleid is op het Koninklijk Instituut Marine (KIM) geen varende functie krijgt. Deze, in marinejargon genoemde, vakbazen zijn geen officier geworden op basis van leidinggevende capaciteiten maar op basis van vakbekwaamheid. Zij worden dan ook meestal ingezet als instructeurs en opleiders.

    Tot 11 juni 1957 bleef LTZ 2 OC Van Cleemputte instructeur op de Artillerie School. Daarna ging hij een administratieve functie vervullen bij het Ministerie van Marine bij de hoofdafdeling Materieel (HAMAT) op de Marinekazerne Den Haag (MKDG). Hier was de Zeeuwse vakofficier betrokken bij het adviseren van de minister van marine betreffende vraagstukken op het beleidsterrein materieel en dan speciaal op het gebied van scheepsbewapening. In datzelfde jaar verhuisde het gezin Van Cleemputte naar Schiedam en Floor ging elke dag met de trein naar zijn werk in Den Haag. Tot die tijd had de familie in Den Helder gewoond op verschillende plaatsen. De vrouw van Floor had de gewoonte om tijdens een reis van Floor te verhuizen naar een groter huis. De promoties van de Zeeuwse vakofficier maakten dit mogelijk.

    Bij Koninklijk Besluit nummer 50 gedateerd op 7 juli 1959 maar met ingang op 1 september 1959 werd F.A. van Cleemputte op verzoek eervol ontslag verleend onder gelijktijdige benoeming tot LTZ 2 OC Speciale Dienst.

    Definitielijst

    Artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.

    Afbeeldingen

    F.A. van Cleemputte (links) met collega vakofficieren in 1954. Bron: Collectie van Cleemputte.
    F.A. van Cleemputte (midden) inmiddels LTZ 2. Bron: Collectie van Cleemputte.
    De bevordering van F.A. van Cleemputte (tweede van rechts) tot LTZ 2 OC wordt gevierd. Bron: Collectie van Cleemputte.

    Besluit

    Na een militaire loopbaan bij de Koninklijke Marine van 33 jaar werd F.A. van Cleemputte weer burger. Zijn werk bij het ministerie als adviseur en beleidsmaker werd echter dermate op prijs gesteld dat hij gevraagd werd dit voort te zetten maar dan als burger in dienst van het Ministerie van Marine. Op 16 mei 1963 werd hem de rang van luitenant-ter-zee 1 Speciale Dienst toegekend zodat hij met deze eindrang met langdurig pensioen zou kunnen gaan. Floor heeft de functie tot 1 augustus 1965 vervuld. Daarna is hij voor de tweede maal eervol ontslagen.

    Voor zijn aanspraak op pensioen zijn alle jaren, die de ex beroepsmilitair uit Terneuzen doorbracht, in de tropen dubbel geteld. Deze zogenaamde tropenjaren werden toegekend omdat het werk aan boord van oorlogsschepen of walfaciliteiten tussen de keerkringen moeilijker en zwaarder is dan daar buiten. Ook de diensttijd van 13 juli 1950 tot 21 april 1951, de periode dat F.A. van Cleemputte op de Evertsen in Korea actief was, werd voor aanspraak op pensioen gelijkgesteld met diensttijd tussen de keerkringen.

    Op 1 oktober 1967 werd Floor uiteindelijk ontslagen als dienstplichtige wegens einde dienstplicht. Dit betekende dat hij bij eventuele calamiteiten niet meer opgeroepen kon worden als LTZ 2 OC SD, zijn laatste rang als militair bij de Koninklijke Marine.

    F.A. van Cleemputte heeft de volgende onderscheidingen mogen ontvangen:
    Zilveren medaille voor 25 jaren dienst,
    Oorlogsherinneringkruis,
    Ereteken voor Orde en Vrede,
    Kruis voor Recht en Vrijheid,
    Gouden medaille voor 36 jaren dienst,
    United Nations Service Medal,
    Koreaanse Presidential Unit Citation,
    Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

    Op dit moment heeft F.A. van Cleemputte al bijna 45 jaar van zijn welverdiende pensioen mogen genieten. Hij is inmiddels weduwnaar daar zijn vrouw in 1992, op 88 jarige leeftijd, is overleden. F.A. van Cleemputte heeft de laatste tien jaar van haar leven voor haar gezorgd omdat zij dement was geworden. Hij is nu nog steeds zelfstandig woonachtig in Heenvliet waar hij 35 jaar geleden ging wonen en is met zijn respectabele leeftijd van 102 jaar in redelijke gezondheid. Hij heeft er daadwerkelijk uitgehaald wat er in zit.

    Dankwoord:

    Dit artikel had nooit tot stand kunnen komen zonder de hartelijke medewerking van de kleinkinderen van de heer Van Cleemputte, C. Witkam en M.C. Witkam-Steenbeek en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Vele gegevens en foto`s zijn door hen belangeloos verstrekt. Maar vooral de heer Van Cleemputte zelf heeft door zijn onvoorwaardelijk beschikbaar stellen van zijn persoonlijke gegevens en bezittingen de authenticiteit van dit artikel verzekerd. De schrijver wil dan ook allen hartelijk bedanken voor hun bijdragen.

    Sinds eind 2013 is de heer Van Cleemputte woonachtig in een verzorgingshuis te Spijkenisse. Op 28 september 2014 is hij 107 jaar oud geworden en sinds 15 november van dat jaar de oudste man van Nederland.

    Op 20 mei 2015 overleed F.A. van Cleemputte op 107 jarige leeftijd in het zorgcentrum. Tijdens zijn verblijf in het verzorgingshuis De Es van Argos Zorggroep te Spijkenisse was hij nog altijd de charmeur die hij altijd is geweest. Het (vrouwelijke) personeel liep weg met hem. Op donderdag 28 mei 2015 is hij gecremeerd in aanwezigheid van familie, kennissen en een afvaardiging van de marine/defensie. De ceremonie werd beëindigd met het blazen van de Last Post. Om met zijn woorden te eindigen: "ik wacht al jaren op de laatste bus, maar hij komt maar niet". Op 20 mei 2015 is de bus dan toch gekomen en is hij ingestapt.

    Rust zacht zeeman, jouw hondenwacht zit erop!