TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Fairey Fulmar was ontwikkeld als tweepersoons jachtvliegtuig voor vliegdekschepen met de capaciteit om op te treden als verkenner. Het toestel was afgeleid van het Fairey ontwerp Fairey P.4/34, oorspronkelijk bedoeld als opvolger voor de Fairey Battle bommenwerper. Het toestel kwam beschikbaar vanaf het midden van 1938 en uiteindelijk werden 600 toestellen geproduceerd in drie basis uitvoeringen. Tot in 1945 werd het toestel ingezet vanaf vliegdekschepen waarna het uit de frontlinie werd teruggetrokken. Tegen die tijd was het toestel in de rol van jachtvliegtuig als door andere vliegtuigen vervangen waaronder de Fairey Firefly.


    Fairey Fulmar, No. 807 Squadron, HMS Ark Royal Bron: Imperial War Museum A 3841

    Ontwikkeling

    De Britse Admiraliteit was eind jaren dertig naarstig op zoek naar een moderne jager voor haar vliegdekschepen. De tweepersoons langeafstandsjager was gebaseerd op een eerder ontwerp van Fairey Aviation Ltd. Het Britse Luchtvaartministerie had in 1934 specificaties uitgegeven voor een snelle tweepersoons duikbommenwerper. Fairey en Hawker kregen de opdracht. Het ontwerp P.4/34 van Fairey, een lichte duikbommenwerper voor de RAF, was gebaseerd op het ontwerp voor de Fairey Battle. Beide waren ontworpen door Fairey-ontwerper Marcel Lobelle. Het toestel was natuurlijk wel lichter, sneller en geavanceerder dan de alweer verouderde Battle. Door de ontwikkelingen op luchtvaartgebied en de in oorlogvoering was er geen interesse meer voor de beide ontwerpen van Fairey en Hawker. Men keek naar andere toepassingsmogelijkheden, De Hawker Henley werd een doelsleper. Voor het Fairey-ontwerp werd snel ingesprongen op de wensen van de Admiraliteit voor een snelle langeafstandsjager voor aan boord van vliegdekschepen.[1]

    Interessant is wel om aan te geven dat het oorspronkelijke ontwerp voor de P.4/34 wel de interesse had gewekt van Denemarken. De Denen vonden het een uitermate geschikte duikbommenwerper en kochten de licentierechten op in 1939. Bij de Duitse inval in april 1940 was men nog volop bezig met het opzetten van de productielijn, zonder dat er een toestel was geproduceerd.


    Fairey P.4/34 Bron: the Aeroplane

    De Fulmar was hierdoor eigenlijk een variant van het Fairey P.4/34 ontwerp, geschikt gemaakt voor maritiem gebruik. Het ontwerp was gebaseerd op de Air Ministry specificatie O.8/38. Vanwege haar rol als jachtvliegtuig/verkenner opererend vanaf vliegdekschepen en de wens dat het toestel langere afstanden moest afleggen, werd de wenselijkheid van een tweede zitplaats voor een waarnemer/telegrafist vastgelegd.[2]

    Op 13 januari 1937 vloog het prototype voor specificatie P.4/34, de K5099 voor de eerste keer vanaf Fairey Aviation's eigen vliegveld Great West Aerodrome. De piloot was Fairey testpiloot Chris Staniland. Het toestel beviel redelijk maar er waren toch nog enige wijzigingen gewenst. Aangedreven door een 1.080 pk Rolls Royce Merlin III motor behaalde het toestel slechts 370 km/u.

    Prototype

    In maart 1938 volgde het tweede prototype de K7555. Dit tweede toestel werd geheel gereviseerd om als prototype te dienen voor de jager volgens specificaties O.8/38. Het had een kleinere spanwijdte gekregen, het staartstuk was iets hoger komen te liggen en het toestel was natuurlijk geschikt gemaakt voor het opereren vanaf vliegdekschepen. Hoewel de Fulmar ongeveer dezelfde specificaties als de Spitfire en Hurricane voor wat betreft gewicht en vuurkracht kende, moet in acht worden genomen dat bij het ontwerp niet werd uitgegaan van snelheid en wendbaarheid, maar vooral van betrouwbaarheid, uithoudingsvermogen en slagkracht.


    2e prototype K7555 Bron: Public Domain (onbekend)

    Fairey Fulmar Mk I

    Het gereviseerde toestel vloog voor het eerst op 4 januari 1940 en werd gelijk beschouwd als het eerste productietoestel. Er is dus geen voorserie geproduceerd. Het eerste productiemodel, de N1854, ging in mei 1940 voor tests naar Boscombe Down. Nog in diezelfde maand werd het tweede toestel, de N1855, afgeleverd bij No 778 Squadron te Lee-on-Solent. De eerste operationele eenheid werd echter No 806 Squadron, dat zich in augustus 1940 aan boord van de HMS Illustrious (87) voegde met 12 Fulmars.


    Fairey Fulmar Mk I Bron: Public Domain (onbekend)

    In totaal zijn 250 exemplaren van de Fulmar Mk I geproduceerd. Om de Fulmar wat meer slagkracht me te geven werd vanaf het 251e toestel gebruik gemaakt van een andere motor. Dit type werd aangeduid als de Fairey Fulmar Mk II.

    Technische gegevens Fairey Fulmar Mk I

    Technische gegevens:

    Model: Fairey Fulmar Mk I
    Taak: Jager
    Bemanning: 2
    Afmetingen: Spanwijdte:14,14 m
    Vleugeloppervlak: 31,77 m2
    Lengte: 12,27 m
    Hoogte: 3,25 m
    Gewicht: Leeggewicht: 3182 kg
    Max. Gewicht: 4627 kg
    Prestaties: Max. snelheid: 440 km/u
    Kruissnelheid: 378 km/u
    Plafond: 8300 m
    Bereik: 1255 km
    Motor: Rolls Royce Merlin VIII motor met een vermogen van 1080 pk
    Bewapening: acht 7,7 mm Browning machinegeweren in de vleugels en één 7,7mm Vickers K machinegeweer in het achterdeel van de cockpit en twee bommen van 113 kg elk of twee anti-onderzeebootbommen van 45 kg elk.
    Productie: 250

    Fairey Fulmar Mk II

    Vanaf het 251e exemplaar werd het toestel uitgerust met de Rolls Royce Merlin 30 motor met een vermogen van 1300 pk. Vanaf januari zijn totaal 350 Mk II's gebouwd. Ze waren alle geschikt gemaakt voor het gebruik in de tropen. De laatste liep in februari 1943 uit de fabriek. Het toestel werd echter te langzaam voor de taak als jager. In 1943 werd de rol dan ook overgenomen door de Supermarine Seafire en later ook door de nieuwe Fairey Firefly. Het toestel bleek daarna een uitstekende taak te kunnen vervullen voor de omscholing van piloten naar de nieuwe Fairey Barracuda bommenwerpers.


    Fairey Fulmar Mk II Bron: Public Domain (onbekend)

    Ondanks dat het toestel voor de Royal Navy bestemd werd, heeft de RAF toch met een beperkt aantal toestellen gevlogen, voornamelijk bij No 273 Squadron te China Bay. De Fulmar heeft dienst gedaan in nagenoeg elk gebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zowel bij de verdediging van Malta als de verdediging van Ceylon hebben ze zich onderscheiden. In totaal heeft de Fulmar bij 20 squadrons diens gedaan op acht Fleet Carriers en vijf Escort Carriers. De kwaliteit van het toestel spreekt met name uit het feit dat de Fulmars verantwoordelijk zijn voor een derde van het totaal aantal door de Fleet Air Arm neergeschoten vijandelijke toestellen. De meeste hiervan zijn neergehaald tijden operatie Pedestal in de Middellandse Zee door toestellen aan boord van de vliegdekschepen HMS Eagle, HMS Formidable en HMS Illustrious (87).

    Fairey Fulmar Mk II (NF)

    In 1941 werd een aantal proeven ondernomen om de Fulmar uit te rusten als nachtjager. Uiteindelijk kwam hier een versie uit naar voren, de Fairey Fulmar Mk II (NF) met de AI.Mk IV radar, waar vanaf juni 1942 bemanningen werden getraind. Tussen februari 1944 en maart 1945 hebben deze toestellen veel nuttig werk verzet bij de bescherming van de konvooien naar de Sovjet-Unie. Er zijn ca. 100 toestellen verbouwd tot nachtjager.


    Fairey Fulmar Mk II (NF) Bron: Public Domain (onbekend)

    Noten

    1. Bishop, 1998, pag. 402
    2. Fredriksen 2001, pag. 110

    Definitielijst

    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.